woensdag 7 januari 2009

ZELFHAAT

Een enkele maal lukt het om op de maandagmiddag een fietstocht te maken. Wat voor weer het ook is, ik beleef er steeds vreugde aan, en het is goed voor de conditie. Bij de heenweg kies ik voor tegenwind, dan valt de terugweg mee. Het is al koud en kaal in het landschap, de zon komt nauwelijks iets door in de stille zompige omgeving van Zwartewaterklooster. De weg loopt daar om een verhoging heen waarop het oude kerkhof ligt. Om er te komen ga je eerst over twee boerenerven heen die zonder zichtbare erfscheiding in elkaar overlopen. Om de kleine woonkern heen liggen uitgestrekte draslanden met allerlei fijn kreupelhout, waar in de namiddag al dampen opklimmen uit de bodem. De stilte is rustgevend voor me. Een korte tijd wierp de laagstaande zon nog haar schijnsel over de uiterwaarden bij Zwartsluis. Dit stadje heeft een aparte bebouwing. Het is in 1527 omgebouwd tot vesting ter beveiliging van de toegangswegen naar het noorden des lands.

Een andere keer ben ik over de dijk gegaan naar vesting Elburg. Langzaam naderde ik de zware forse toren, waarop een driekleur met oranje wimpel stevig wapperde. Van de zeekant nadert al een regiment donkere wolken. Ik heb daar op de dijk een goed overzicht, en ben onder de indruk van de elementen lucht, aarde en water. Van vuur is weinig te merken, want het lijkt dat de avond snel zal invallen. De polder van Oosterwolde heeft door de eeuwen heen veel te stellen gehad met het Zuiderzeewater. Ik ben even afgestapt bij de eenzame polderschuur, vanouds het middelpunt van de schaarweide. Jongvee werd daar 's-zomers ingeschaard op het grasland bij de smalle dijk. Er was dan een oppasser die toezicht hield op de verzamelde kudde in dat gebied. De kudde is verdwenen, maar ik zie een overeenkomst met de vele groepen kinderen, leerlingen en catechisanten die zich verzamelen in de huizen, op de straten, in de klaslokalen en catechisatieruimten. En overal moeten 'oppassers' aanwezig zijn om toezicht te houden dat het jonge volk ingeschaard blijft in de orde van het bestaan, en dat zij aangemoedigd worden tot godzaligheid.

In het gehucht Noordeinde zijn de meeste mensen nog ver weg van huis aan het werk waarschijnlijk. Er is niet veel leven te bespeuren, alleen een boer die de kruiwagen vult met veevoer, terwijl zijn twee kinderen met een boot spelen in een kikkersloot. Het is koud en het wordt zeer vroeg donker. Op een heldere vrieskoude zondagmorgen klonk het geluid van de twee zwaarste klokken van Kampen door tot in Grafhorst. In gedachten zag ik ook de sconenvaarders die lang geleden in deze tijd van het jaar vreugdevol werden verwelkomd na maandenlange arbeid ver van huis, toen Kampen in de 15e eeuw een belangrijke Oostzeehandel had.

Dezer dagen tegen de avond een bezoek gebracht aan Vianen, we waren er nog niet eerder geweest. Een loodgrijze hemel lag boven deze oude vrijstad, die voorheen voor soeverein werd gehouden, want pas in 1725 verloor het stadje zijn zelfstandigheid doordat het aan de Staten van Holland werd verkocht. Het roemruchte geslacht van de Brederodes was voordien al uitgestorven, maar nog handhaaft de stad de zegenrijke gedachtenis aan de edelman Hendrik van Brederode (1531 - 1568), hij kwam voor kerk en land op, hij was een voorman van het verzet tegen Spanje. In de voormalige notariswoning hangt zijn portret naast dat van de vader des vaderlands.

In 1566 werd vanuit Vianen het smeekschrift der edelen naar de landvoogdes in Brussel gebracht. Bij die gelegenheid kregen onze edelen het scheldwoord 'geuzen' (=bedelaars) naar zich toe. Wij en onze vaderen dragen deze naam met eer. Als geus moet men geboren worden. Geus moet men zijn. Door de versmaadheid van Christus in het geloof te dragen, zien mensen op de vergelding des loons. Dan verwerft men een goed toevoorzicht op het hemelrijk en de roem in het nageslacht. Hoe staat de strijd thans? Tegenwoordig wordt ons niet alleen de 10e penning ontroofd, maar ook onze kinderen en onze God worden ons afgenomen. Alleen de nieuwe religie (lees: ongeloof) mogen we houden, althans volgens de éne Kuyperiaan (dr. Balkenende), maar volgens de andere Kuyperiaan (dr. Kuitert) moet het atheïsme heersen.

Dus beide Kuyperianen nemen ons het dogma af, beiden zadelen ons op met een subjectivistisch 'geloof', en beiden belemmeren ons bij de uitvoering van onze opvoedingsplicht en bij de verdediging van kerk en land. Wij moeten blijkbaar soebatten bij het Kabinet om onze plicht te 'mogen' vervullen, namelijk het opvoeden van onze kinderen in de kennis en vreze Gods, overeenkomstig de ware en alleen zaligmakende leer van Neêrlands kerk die we zìjn. Maar hoe hangt de vlag er nu bij? Vele mannetjes van het kerkendom zijn helaas dagelijks met een gebroken geweertje bezig. Deze neo-pacifisten zijn banger voor zichzelf dan voor de vijand. Zij willen zichzelf, net als de middeleeuwse flagellanten blijkbaar zolang blijven geselen totdat zij met tevredenheid kunnen vaststellen: nu zijn we genoeg vernietigd, nu is het gevaar voorbij.

Onze hedendaagse wancultuur staat bol van de zelfhaat, die gelijk staat aan zelfbehaging. Het is strafbare overgeestelijke plichtsverzaking. Immers, het is geen manier van doen om terwille van gewenste 'rust' heimelijk je hoop te vestigen op het breken van je eed en op het wegschrijven van je voorgegeven gekerstende bestaan. Maar wie oefent in onze verbondsnatie recht en gerechtigheid uit ten bate van zijn achter-achterkleinkinderen?

De gedoopte oud gelovigen maken in deze tijd onverminderd de harde kern uit die zich teweer stelt tegen de verlichting, emancipatie, liberalisme, geestdrijverij, nieuwe klassenstrijd en alle andere afgezworen duivelse werken. Wat zouden wij 'hulp' behoeven van de kant van gelijkheidsliberalen, fideïsten, humanisten en muzelmannen, daar de Nederlanden toch reeds een Koning hebben, Christus de Heere der heren, Die Zijn kroonrechten (alleenrecht) op geheel Nederland niet opgeeft?!

Geen opmerkingen: