vrijdag 24 oktober 2008

VOORWAARDELIJK GELOOF?

Als Gods volk er voor kiest om de HEERE te verwerpen, dan zouden zij heel veel religieuze kanten uit kunnen. Eén van de afgoden van onze tijd is: de onbekende god. De massa gelooft in 'iets', dat is een nieuwe afgod. Het voorgeslacht is belangrijk, want door middel van het onderwijs van vaders en moeders leren kinderen zich te houden aan de oude waarheid. Zelfbeschikkingsrecht betekent niet: je eigen gedragsregels verzinnen, maar het betekent: jezelf te houden bij de bestaande, bindende regel, die er al was voordat de ouden geboren waren. Er is geen grond de keuze uit te stellen, ziende op het verbond.

Wie Jozua 24 leest, ziet dat iemand als de Richter Jozua geen ruimte laat voor de gedachte dat behoud altijd nog mogelijk is als je eerst een tijdje in de goot gelegen hebt, zoals veel gesuggereerd wordt. Jozua laat geen ruimte voor vrijblijvendheid. Tegenwoordig wordt de afvallige, die voor de afgodische wereld kiest, in het kerkendom hoger aangeslagen dan de rechtvaardige die staat voor het geloof dat aan de vaderen is overgeleverd. Immers deze rechtvaardige wordt anno 2008 al gauw weggezet als een opgepoetste gewoontechristen die maar nutteloos bezig is buiten de geloofsvereniging met Christus. Hedendaagse opwekkingspredikers wekken met hun woorden en voorbeelden de verkeerde indruk dat Christus niet omkijkt naar kerkelijk meelevende nageslachten. Voor afgedwaalde mensen is er zeker hoop, maar niet voor de 'harde' kerk, zegt men, want de kerk staat niet snel genoeg gereed om in elke afvallige een potentiële bekeerling te zien. Ten onrechte wordt het waakzame volk afgeschilderd als achterdochtig. Neo-evangelicale predikers wekken de indruk dat er voor normale kerkgangers in elk geval minder hoop is dan voor mensen die in de goot liggen. Hierdoor neemt het verzet tegen de weerhoudende werking van de Wet toe. Immers eerst, zegt men, moeten de vroomheid en het fatsoen zich van binnenuit openbaren. Ten onrechte wordt hierdoor de verkondiging van Christus beperkt tot grove zondaren. Hierdoor wordt een zekere ruimte geschonken aan een leven in onverschilligheid zolang mensen niet met Christus verenigd zijn in het geloof. De weerhoudende werking van de Wet over de onbekeerden valt eigenlijk weg. Ten onrechte wordt verondersteld dat mensen met een 'eerlijk' onverschillig leven minder afgesloten zouden zijn voor de ontvangst van ware genade. Een nieuwe voorwaardenleer doet hiermee intrede. Niet de gerechtigheid, maar de ongerechtigheid is nu een pré geworden. In plaats van de voorafgaande weg (de overtuiging der Wet) wordt heimelijk een eigenwillige weg (van goddeloze 'eerlijkheid') aangewezen om de verdoemenis te ontwijken en het heil te bereiken. Het is duidelijk dat Jozua over zijn nageslacht anders spreekt.

Jozua verbindt geen voorwaarden aan de keus die hij maakt voor zijn nageslacht, want in de nood ziet hij op het bloed des verbonds. Het gebod is hem tot steun, want bij de HEERE is geen verandering of schaduw van ommekeer. Wat rijk om alles te verwachten van het nageslacht, want afval is abnormaal. Nu moet het volk ook kiezen voor zichzelf, want Jozua is geen koning maar huisvader. Niet Jozua bepaalt de dienst, niet hij denkt voor het volk. Het volk zal zelf belijden dat zij zich gedragen zullen naar het voorgegeven verbond. Hoewel zij maar half weten wat zij belijden, wordt het verbond wel bevestigd. De opgerichte steen zal dienen tot getuigenis. Wie weet hoeveel mensen er later overtuigd zijn geworden van hun overtreding, en uit genade verlost, ziende op Christus. De reis is niet twijfelachtig, maar het einddoel is zeker.

Het nageslacht is ook belangrijk omdat de Heere vaak de kinderen gebruikt om de vaderen tot inkeer te brengen. De Heere zal de harten der vaderen terugbrengen tot de kinderen, dat is verootmoedigend en troostrijk in de toestand van moedeloosheid waarin veel ouderen verkeren. Menige oudere is door middel van een kind ontdekt aan een kromme weg, en daar door de Heere van afgebracht, om te mogen delen in Gods gunst, met vrijmoedigheid. Maar ook verdrukkingen zullen het deel zijn van allen die godzalig leven. De Heere gebruikt jonge mensen om de zielen van oude, bezwijkende discipelen tot steun te zijn in het strijdperk. De Wet behoort bij de bevestiging van het verbond.

Geen opmerkingen: