EEN INNIGE VERBONDSVERHOUDING
Wij komen voor Gods aangezicht bijeen, om een jonge man en een jonge vrouw samen te verenigen in de heilige huwelijksstaat. Wie iets wil zien van de verborgen eenheid van Christus en Zijn schepping, die moet op de getrouwden letten. Christus krijgt een erfdeel van Zijn Vader. Hij heeft een bruidskerk verworven, en de einden der aarde zijn Zijn bezitting.
Het huwelijk wordt eerbaar gehouden bij allen. Je onderhoudt het huwelijk, zoals een vrouw haar huis onderhoudt. In elke wijze vrouw is de aandrang zichtbaar om op te komen voor haar huis, d.i. niet alleen het gezin, maar ook allen die verder met het huis te maken hebben: personeel, gasten. Heb de herbergzaamheid lief.
Wie staat er aan het begin van het huwelijk? Dat is onze lieve Heere God. Het huwelijk is eervol, het dient weloverwogen te worden aangegaan, in de Heere. Het goede begin is de vreze Gods. Jullie hebben in deze jaren gemerkt hoe je naar elkaar toegroeide, hoe je tot rust kwam. Je kreeg meer vastheid, er kwam verbondenheid. Toen je richting hield, kreeg je levensweg ruimte. Het waren 6 volle jaren, en jullie hebben erkend: We zijn bewaard en gespaard met en voor elkaar en met degenen die ons lief zijn.
Het begin van de huwelijksvoorbereiding ligt nu 6 jaar achter ons. Zij die vandaag de bruid is, zat in de begintijd stil in gezelschap van vrienden in de huiskamer van de pastorie. Dat behoort tot het goede begin: de stilte. Hij die nu bruidegom is, chauffeerde mij in het verleden regelmatig naar de avondcatechisatie; onderweg was er gesprek. Mensen kunnen spreken met woorden of met houding, gebaar en daden. Dit brengt me bij het allereerste sprekende teken van wat vandaag jullie trouwverbond geworden is.
Symbolische handeling
De eerste ontmoeting tussen jullie was zo treffend, zo ongedwongen, zo regelrecht. Ik bedoel jou, bruidegom. Jij, man van veel woorden, hebt ook eens zonder woorden gesproken door een symbolische daad. Jij deed hetzelfde wat een Joodse man doet op de dag van zijn bruiloft, een vast ritueel. Een Joodse bruidegom legt op de trouwdag een deel van zijn mantel over de schouders van de bruid heen. Dit gebeurt zonder woorden, maar er wordt zeer veel mee gezegd. Of je dit zelf geweten hebt, of niet, maar bij jullie eerste ontmoeting is in feite hetzelfde gebeurd. Het was hetzelfde gebaar, in de kiem, toen je haar tussen veel mensen zag staan bibberen in de kou, en je een jas om haar schouders heen legde. Je had op dat moment nog geen toestemming om te trouwen, maar eigenlijk, achteraf gezien, was het begin er. De symbolische daad is een veelbetekenend gebaar. Nu is de hoogtijdag gekomen, waarop jullie het laten bevestigen wat toen begon in de kiem. Vandaag wordt het met jullie ja-woord bekrachtigd. Maar ook na deze dag blijven goede gebaren belangrijk! Spreek met elkaar, en vergeet niet te spreken met daden. Het is de aard van het vrouwelijke geslacht om te spreken door goed gedrag en voorbeeld, zoals het een vrouw past die op God haar hoop stelt. Zij spreekt door haar voorbeeld zelfs tot degenen die het Woord ongehoorzaam zijn, opdat dezen zonder Woord, maar door de godzalige levenswandel van de vrouwen voor Christus mogen gewonnen worden.
Trouwbelofte
Tijdens het trouwgesprek liet ik jullie zien waar de symbolische bedekking met de mantel in de Bijbel voorkomt. Het is o.a. in Ezech. 16: 8. Je hoort er ook van in Ruth 3: 9, waar Ruth aan Boaz vraagt: breid uw vleugel, d.i. uw mantel over mij uit. Wij letten nu op de tekst uit Ezech. 16: 8. Die staat in de gelijkenis van het vondelingetje dat in de woestijn gevonden en opgenomen werd door een wandelaar. Zij zal op den duur zijn vrouw worden als zij de leeftijd bereikt heeft. Ondertussen zorgt hij voor bescherming en hij bewijst een vaderlijke liefde.
Over wie gaat dit? Het gaat over God en Israël. De HEERE zegt ermee: Israël, Mijn volk is van oorsprong een eenzaam, pasgeboren kind, hulpeloos achtergelaten om te sterven. Hoe kwam dit zo? Er was een karavaan gestopt, want er moest een kind geboren worden. We kunnen ons moeilijk indenken dat de vader niet blij is met een dochtertje. Maar ze hadden een zoon gewild. Voelt een vader dan geen verbondenheid? Ja toch, juist wel. Zelf op een hoogtijdag wordt er leed gevoeld, als iemand het ouderlijke huis verlaat. Het is een blijde dag, en het blijft toch moeilijk om je kind weg te geven. Maar het pasgeboren meisje zou in de woestijn gestorven zijn.
Aanneming
Bij woestijnvolkeren kwam het voor dat een pasgeboren meisje te vondeling werd gelegd, het sterft buiten in de hitte van de dag of de koude van de nacht. Nog is er geen roofdier gekomen om het kind te verslinden, maar er komt Iemand langs die het kind optilt en zegt: Jij moet leven! Dit ziet op de bruidskerk - door God gekend, bemind en opgenomen. God omhelst het kind en het volk onmiddellijk en onvoorwaardelijk. De wandelaar was niet op zoek naar een kind, maar hij zag haar liggen, en nam haar spontaan op; het was een rechtstreekse daad naar eer en geweten, volgens ambt en plicht. Hij erkent het als een paradijskind hoewel het verloren ligt op een verschroeide aarde. God neemt het kind op opdat het haar roeping en verkiezing vast zou maken. Ik ben jouw Maker, zegt de Heere hiermee, en jij bent een oorspronkelijk paradijskind, maar je ligt hier verkeerd. Nu ga Ik je terugbrengen in het leven. Ik zeide tot u in uw bloed: Leef. Oftewel Hij zegt: Blijf in leven! Later herhalen zich de dodelijke omstandigheden, door eigen schuld. Dan is er genade van God nodig tot tuchtiging, verzoening en bekering. Geloven is leven, en geloven is de meest rechtvaardige, normale zaak die bestaat. Maar de afwijker is de Heere een gruwel.
We moeten ons laten corrigeren. Maak uw roeping en verkiezing vast, laat u zaligen, met God verzoenen. Er is een band, krachtens dat verbond komen we in vertrouwen tot Hem, als Hij de ongeloofbezwaren bij ons opgelost heeft. Een verbond betekent dat je elkaar weet te vinden. In nood nemen we onmiddellijk de toevlucht tot God omdat er een band aanwezig is. We komen bij Hem aan, om Hem als onze God aan te nemen, en onszelf Hem ten eigendom te geven door genade. God komt met Zijn Woord mee, met wat je via elkaar hoort van het goede, en van huis uit. Het komt naar je toe met kracht van bevel, tevens lokkend en inwinnend. We mogen door dezelfde genade op het verbond van God ingaan, om de Heere te erkennen als Gezegger en als Leermeester. God denkt er aan terug, en Zijn volk beroept zich telkens op het verbond, wanneer zij in de dood overgegeven zijn, opdat het leven van Christus in hen openbaar worde.
In Israël is geen speciale reden boven andere volkoeren geweest om bij de Heere te gaan behoren. Ook ieder volk dat nog in zijn eigen wegen bleef wandelen, was schepsel Gods. De andere volkeren moesten op Israëls zegen letten. Erkennen zij de zegen, dan zullen zij zelf ook gezegend worden. Als God bij Israël begint, dan zoekt Hij indirect ook de anderen op, dan is het of de Heere ook u roept, en als Hij doorwerkt dan is het dat Hij niemand ziet dan u. Dit is de vastheid van het verbond. God heeft de mens zeer goed geschapen, Hij prijst ons. God rekent ons tot het volle koninkrijk der hemelen, Hij heeft Zijn Zoon gezonden, om de zegen aan ons en onze kinderen te bevestigen. Wij hebben dagelijks bekering nodig, om te leren zien op het verbond. God doet verzoening over onze ondankbaarheid, opdat wij de eer zouden missen, zoeken, vinden en beminnen.
Eenzaamheid en geborgenheid
Israël was van oorsprong eenzaam. Het kwam voort uit volkeren die bezig waren hun nageslacht te vernietigen. Sterilisatie, vruchtdoding en moord zijn de onheilspellende tekenen van de doodscultuur. Het eerste teken van de dood is de eenzaamheid. Jonge mensen liggen in deze tijd ook als een eenzame prooi op de 'bodem' van een koude, harteloze, verwrongen wereld. Waarom keert God Zich niet van ons af? Hij heeft deze aarde goed geschapen, en Hij maakt er wandelingen. Hij is de Eérste Die de mensen in eenzaamheid ziet. Adam en Eva bemerkten alleen hun verlies, maar God zag hun ellènde aan, dat reikte verder. Wat is het gevolg van het Woord dat uit Zijn mond uitgaat? Het is geloof door de Heilige Geest gewerkt. Geloven is opmerkzaamheid, de vondeling bemèrkt de wandelaar. Geloven is zien op God, op wat Hij doet. Wie jong, flink en sterk is, ondervindt wel leed op aarde. Mensen worstelen met de vraag: Wie ziet er naar me om? Wie wordt de belangrijkste in het leven? Voor wie mag ik de belangrijkste worden op een begenadigd tijdstip? God legt geen oppervlakkige, verbreekbare contact, maar Hij richt Zich naar het eeuwige verbond, en in het huwelijksverbond handhaaft Hij de sterke band tussen man en vrouw.
Wat is nodig? Voor de voeten des Heeren te liggen. In de eenvoud van het leven krijgen mensen te horen wat Hij spreken zal. U ziet wat Hij doet aan u die geen toekomst hebt dan alleen doordat Hij er aan te pas komt met Zijn bevel en met Zijn beloften. God houdt Zich aan de verbondsbepalingen, en wij hebben vrijmoedigheid in het zien op Hem, om op Hem te rekenen, tot Hem te roepen, Hem te eren. Als de goedertierenheid van God op ons rust, dan volgen de dingen soms met lange tussenpozen op elkaar. God geeft geduld om op iets goeds te wachten, er kunnen ook beproevingen geweest zijn. Het is nodig dat de opgroeiende jeugd voor God leert buigen, en dat je Hem verwacht in alle dingen, om Zijn goedkeuring te krijgen over de dingen die je doet, de stappen die je zet, de besluiten die je neemt. Als God verzoening doet over onze gebreken, dan zullen wij ons wel schamen, maar niet als degenen die geen hoop hebben, ook al kunnen wij het niet zelf bekijken. God leidt Zijn volk altijd terug tot de oorsprong van Zijn beleid. Als Hij een man en een vrouw bij elkaar heeft gebracht, dan zien zij wel eens terug op de afgelegde weg. In jullie jonge jaren zijn er mensen geweest die met je meeleefden - je wist dat zij hun knieën bogen om voor je te vragen: Heere, op wie zal deze jongen zijn oog laten vallen? Met wie zal hij thuiskomen? En wie zal naar dat meisje omkijken? Welke man zal oog krijgen voor haar?
Verbondsdaden
Maar wat begint een gewichtige zaak als een huwelijk toch simpel. Een jonge man ontmoet een meisje. Naar Gods raad en bestuur zoeken en vinden zij elkaar. Het gaat langs een wonderlijke weg, het gaat volgens een geheimzinnige levenswet. Er is een Goddelijke roeping in. In het leven overwint de liefde bij een gebeurtenis, een vreugde, een nood, een horen, een medelijden, een reactie. God verbergt Zijn oog niet voor je, maar Hij richt Zijn gehoor en Hij vestigt Zijn oog op je bedreigde bestaan, op je geschrei, op je kansloosheid, op je afwezigheid. Adam, waar zijt gij? God werpt je niet weg, want Hij mist je, je moet er zijn nu en in de toekomst voor Hem. Daar is verbondsbenauwdheid, mededogen van de hemel. Daar speelt het verbond weer. De mens is uit de hof verdreven bij wijze van kastijding, maar het is geen nieuwe levenstoestand. God neemt de doodswoestijn niet aan als een nieuw feit, maar Hij ziet op de zaaddragende bodem onder de woestijn. De Heere betoont: De aarde is door Mij bestemd om u te voeden, daarom neem Ik u op. Zie, hier ben Ik.
Als God door eenzijdige liefde een verbond met je bevestigt, dan heb je vrijmoedigheid gekregen. Vanwege de heilige verbondenheid is er een heilrijk lot, dat het waard is om gezocht te worden. Zoek het goede voor elkaar en voor Sion. Echter als het goede verijdeld lijkt te worden door mensen, dan laat God er toch geen twijfel over bestaan dat wij in onze jonge jaren al opgewekt zijn om te komen tot Hem. Wat een voorrecht, hetzij dit al is gebeurd, of dat het nog moet gebeuren. Er is verlangen bij je naar Zijn voortdurende leiding en trekkende liefde, en je hebt de aansporing om God te zoeken. Hij doe jullie het goede van Zijn woning zien. Op de trouwdag merk je dat er Één is Die Zijn vleugel over je had uitgebreid. Het was er, en vervolgens komt God op Zijn daden terug, in de vorm van beloften, bedreigingen, kastijdingen en genadeblijken. God spreekt door daden, heerlijke en vreselijke daden. Vanuit de rust van het verbond voelen we ook de onrust in ons eigen hart. Wat een ding dat God ons met het hoge Woord aanspreekt vanaf de aarde en vanuit de woestijn. God is aanwezig op de bodem van het gehavende bestaan. Als wij uit de dood zijn gered, is de overgebleven verdorvenheid nog niet uit ons weg, want uit het hart komen de boze bedenkingen op.
Verbondstrouw
Wat is het 'hoge woord'? Onder elkaar gaat het zo: als het hoge woord eruit is, dan gaan dingen als het ware vanzelf. Toen het hoge woord gesproken was aan het begin van de verkeringstijd, brak voorbereidingstijd aan. Onderwijl merkten jullie dat de dingen hun loop kregen. Alles moest meewerken, merkten jullie, maar je begreep niet altijd hoe het kon. Daar is het verbond weer! We lopen ook wel eens vast, en dan wordt in zo'n toestand het machtswoord van de Heere weer richtinggevend. Dan keert de oude rust terug vanuit het vernieuwde leven. God wil dat ons leven toegewijd is. Wil Hij met ieder te maken hebben? Gaat er iemand in zijn jonge leven een verkeerde weg, dan doet hij alsof God niet tot hem gesproken heeft. Waarom doe je alsof tot jou niet gezegd is: Leef! en: Ik zwoer u en kwam met u in een verbond. Uit de kracht van het verbond dat in het offer van Christus is gevestigd, werkt God aan de zielen van de gelovigen. Wat belooft God te doen? Hij opent ons verstand, Hij maakt ons Zijn volmaakte wil bekend, en Hij belooft onze wil te buigen naar Zijn kant. God bindt ons aan onze plaats. We krijgen een horend hart. We horen de Wet van nabij, een rijk bezit, het stelt ons vast. We gaan letten op wat God zegt, en we gaan naar elkaar luisteren. Let op of er iets hindert, of er iets is dat de liefde kwetst. Kom, hoor de stem van Hem Die door de vlakke velden gaat. Hij zal u niet verlaten, maar ontdekken, vermanen, overnemen en regeren.
Gebed
Later trad de wandelaar in het huwelijk met Zijn pleegkind. Het uitbreiden van de 'vleugel' betekent: een deel van de mantel op haar leggen. De kleren maken de vrouw. Het kleed der gerechtigheid verhoogt een volk. Bruid, wat was het koud buiten, toen jij die jas omgehangen kreeg van je bruidegom. Dit zegt iets, het betekent: Wat is het op aarde koud en eenzaam zolang als het hart ontbreekt. De ontheiliging van het huiselijke leven neemt de liefde, het hart, alles weg. Een harteloos huis, een harteloos huwelijk, een harteloze samenleving en een harteloze mensenmassa houden geen stand. Het ontbreekt aan goede vrienden. Het mankeert aan heilige eerbied bij het geheel van ons volk, een biddeloos volk. Wat wordt er van ons in die staat? Doordat de Heere op Zijn werk terugkomt, houdt Hij Zich niet van ons verwijderd, maar Hij laat ons de tucht voelen. En de tucht is uw leven! Daar spreekt weer de troost van het verbond. Het verbond leek verdwénen, maar dat kan nooit. De dwazen hadden het al over een postchristelijk leven zonder verbondswerk, maar toch is het verbond er, zodat niemand in het onzekere verkeert over de vraag Wie de weg weet. God werkt met macht.
God heeft de bondgenoten lief. Wijken zij af, dan worden zij zwaar bezocht, dit zien wij aan Israël. God straft alle schendingen van het verbond, min of meer. Als God ons bestraft, dan stoot Hij ons af, want Hij bewaart in Zijn hart de ontferming, en die is niet goedkoop. Door genade krijgen mensen een walging aan zichzelf vanwege de tekortkoming en de overtreding van het verbond. Dan zullen we het heil buiten onszelf ontdekken. God zij geloofd voor het zenden van Zijn Zoon. Hij zal het hart van Zijn volk tot vrede brengen. In het ja-woord van de Heere ligt alles opgesloten wat goed is, wat liefelijk is en wat wèl luidt. Verlang naar gehoorzaamheid en genade. Laten wij het goed verstaan, want God doet van Zijn recht geen afstand, Hij komt op Zijn verbond hoe dan ook terug, om Zijn uitverkorenen te tonen hoe Hij onverdiend recht doet. God zorgt dat er mensen onderwezen zijn, die bidden: Heere, laat niet varen de werken van Uw handen. God komt er in mee om Zijn gekenden aan te sporen. Daar sta je weer in je verlegenheid. God handhaaft Zijn heiligheid, en Hij bewaart Zijn volk ervoor om afvalligen te worden. Een gebed stijgt op: Heere, wijst U ons de weg. Bruidspaar, dit is dagelijks gebed. Het antwoord van de hemel is: Ik ben de Weg, zegt Christus. Dat is àlles, dan hebben wij alles.
Versterking
Van het verbond is nog meer te zeggen, ziet u in dit hoofdstuk. We hebben dit nu voor ogen. Waarom zijn er op de trouwdag weer allerlei symbolen? De ringen, de kleding, de schoenen. Kosten noch moeiten worden gespaard voor deze ene hoogtijdag. Om de reden ervan te verstaan, moeten we weer bij het begin zijn. Elk symbool, elk teken dient om, weer net als in het eerst, een sterk vertrouwen te krijgen op het gesproken Woord. Het verbond dat er al was, wordt steeds weer afgebeeld in de tijd. Toch is het één verbond dat door de Heere bevestigd wordt van generatie tot generatie. Vanwege de eer die ons door God wordt aangedaan, eren wij onszelf en elkaar door het trouwverbond eenvoudig en moedig aan te gaan. Een reikhalzend verlangen vervult het hart naar de vervulling van het ja-woord, in de levensgang, in de onderlinge liefde, de wederzijdse steun, het omgaan met elkaar, in alle eerlijkheid, voortvarendheid, voorzichtigheid en bescheidenheid. Toch is er na verloop van tijd niet altijd het gevoel ervan. Maar het blijft er zeker wel, weet dat, vanwege het verbond.
Als je hart uitgaat naar de Heere, is het dan zo dat je God kunt afslaan? Is dat het ongeloof? God zorgt dat er mensen zijn die Hem met hun ongeloof aanlopen. Zodra God het geloof van ons verlangt, hebben wij werk voor Hem, dat Hij ons ongeloof te hulp komt. Dat gebeurt als we merken dat we tekort schieten, dat het ons onmogelijk is om te volbrengen wat de Heere ons opdraagt. Dan voel je duidelijk: we zijn niet wie we wezen moesten voor elkaar en voor de Heere. Maar als de Heere ons huwelijksleven dan eens verklaart, en ons Zijn verbond voorhoudt, dan kunnen degenen die uit God zijn eenvoudigweg niet wanhopen. Dingen kunnen in het leven ook wel moeilijk gaan. Wanneer is er dan hoop? Als God het geloof werkt, dan is er niemand die niet geloven kan. Niet geloven is heel ongewoon, absurd, abnormaal en verboden. Want het geloven is niet gebaseerd op een mening, maar het ligt vast op recht en waarheid. De huwelijkstrouw staat vast op het trouwverbond. In alle dingen handelt God met de mens op de manier van het verbond. Christus is het verbond des volks genoemd, Hij doet het volk met Hem delen in Zijn heil. Wat een werk van Hem! Om raad te vinden in ons huiselijke leven, moeten wij niet blijven zien op onszelf en onze gebreken, maar op hèt ja-woord. Het ja-woord van mensen is geen eigen uitvinding, maar het is de weerklank van het spreken van God. Pleit op de toezeggingen! Overdenk de Bijbelwoorden, lees Gods Woord. Spreek van Gods wonderdaden, en spreek met God. Man, geef je vrouw onderwijs. Vrouw, onderwijs je man zonder woorden maar door je voorbeeld. Spreek en leef naar de regel van het verbond. Leef uit het onveranderlijke beginsel.
Taak en roeping
Bruidegom, spreek het woord in je huis en daarbuiten. Wees wie je bent naar je vrouw toe, net als in het begin: een lap van je jas op haar schouder te leggen, staat symbool voor jouw beschermende taak, je onderwijzende houding, je verdedigende taak, je kloppende hart en je gevende leven. Nu leef je verder samen met je vrouw. God zegt: Ik kwam met u in een verbond. 'Met u' - dat betekent: met u die door Mij aangenomen bent. Wat houdt het leven dan in? Elk woord, elke daad herinnert aan de eed, aan het ja-woord, aan het Woord van God. Geloof deze woorden, en wees er zeker van dat de Heere u tot het verbond riep. Luister naar het Woord, herinner de Heere aan Zijn eed. Wacht op Hem, herken Hem aan het geruis van Mijn voetstappen, aan de schaduw van Mijn mantel, en verlang om daar samen onder te zitten om vrolijk te zingen. Een bruidegom rekent erop dat de bruid hem herinnert aan zijn ja-woord, en hij wordt daardoor vereerd. Een bruid pleit niet op haar eigen eigenschappen, maar zij pleit op het gegeven woord van de bruidegom. En voor u samen past het gebed: Heere, gedenk aan het Woord, gesproken tot Uw knecht, tot Uw dienares. Dat u dit mag smaken en proeven van de Heere. Hij make jullie getrouw. Word aan Hem getrouw bevonden, en wees ermee vereerd om op de belofte te steunen, want dat zal u doen leven, voortdurend doen opleven uit de eenzaamheid, uit de zonden en de gebreken, uit de noden en de moeiten. Het goede leven is leven vanaf de bodem, en leven is: tot bestemming komen, doordat de Heere u wederbrengt tot Hem en tot elkaar. De Zoon des mensen spreekt geen vreemd woord, maar Hij heiligt het huwelijksleven door het Woord en door het gebed. Nu u getrouwd bent, zult u een dankende Hogepriester nodig hebben, voor wat je kreeg. Maar Hij blijft ook een biddende Hogepriester voor allen die Hem door de Vader gegeven zijn. Wie zijn dat? Die het leven van hun hand niet vinden en toch moeten leven. God geeft wat Hij beveelt.
Bruidegom en bruid, wees priester en priesteres in uw huis voor elkaars heil. Richt de huisgodsdienst uit, bid, zing. In het uur van de Goddelijke bemoeienis zult u blij zijn omdat de Heere Zijn Woord nakwam. God komt Zijn beloften én bedreigingen zeker na. Daarvan spreekt het hele hoofdstuk Ezech. 16, het is een ontzaglijk hoofdstuk, vanwege de inhoud, doch het is voor Gods volk een dierbaar hoofdstuk. Het beschrijft hoe God ons bekeert, ons vernieuwt, ons verzoent, en ons Zijn wil inprent. Niet naar onze ontrouw, maar naar Zijn verbond. Hoe meer besef wij ontvangen van wat God wil, hoe meer besef van onvermogen om te zijn die wij moeten zijn. Anderzijds blijft het Gods onveranderlijke bedoeling dat het goede leven gevoed wordt, niet door losse meningen, maar vanuit de rechtsgrond. De Heere heilige u geheel en al, en Hij beware u in oprechtheid en dapperheid. De Heere komt ook Zijn bedreigingen na als wij van Hem afwijken. En dan? Aan het slot van dit hoofdstuk staat iets te lezen, waaruit u verneemt hoe God het weer goed maakt. Hoe kan God het weer goed maken, zonder Zijn eigen deugden te schenden? Daar is weer het verbond: alleen door het bloed des verbonds, toen wij ons schaamden over de ongerechtigheden, de brutaliteit, de harteloosheid, de ongehoorzaamheid. Wanneer schamen wij ons zodanig dat het een vreedzame vrucht der gerechtigheid oplevert in ons leven? Het is wanneer God in de weg der bekering verzoening doet over alles. Dat is ook over alles waarover wij ons nu nog schamen. Het is een zegen om zich te mogen schamen, want de verkeerde weet van geen schaamte. Maar het behoeftige volk ontvangt de Redder. Er breekt een tijd aan waarin God op u ziet, en Zich openbaart. Laten wij bidden dat God Zich verwaardigt om Zijn Woord aan ons te bevestigen, en het in onze zielen sterk te maken. Hij vervulle u met zegen, genade en hoop in het heden. En Hij geve jullie eenmaal aan de andere zijde, in de toekomende wereld, eeuwig leven. Dat geve ons Christus, onze Heere, die samen met de Vader en de Heilige Geest leeft en regeert tot in eeuwigheid.
Amen.
[Schets van een huwelijkspreek, uitgesproken te Grafhorst, op vrijdag 30 mei 2008; over Ezechiël 16: 8-m: 'Ik zwoer u en kwam met u in een verbond.']
Geen opmerkingen:
Een reactie posten