woensdag 24 oktober 2007

WEGOMLEGGING

[Schets van een trouwpreek, uitgesproken te 's-Gravenhage, op vrijdag 6 juli 2007, over Psalm 37 vers 5: “Wentel uw weg op den HEERE en vertrouw op Hem, Hij zal het maken”.]

God heeft de mens geschapen, man en vrouw. Hij nam de vrouw, Eva, uit de man, uit Adam. Toen gaf God haar terug aan Adam, dat zij voor hem zou zorgen, en hij zou haar voorgaan in het goede. De man gaat voorop, en zijn vrouw is hem tot een hulp, zo zijn zij geschapen. God schiep voor de man geen man, maar een vrouw. Man en vrouw zullen elkaar liefhebben en bijstaan op hun levensweg. Wat is het belang van de levensweg? Het maakt alles uit of de mensen door dwaasheid hun weg verdraaien en zich steeds verder van God afwenden, of dat zij hun weg juist op de Heere wentelen. Het is zo dat God het eerste verbiedt, en Hij beveelt het tweede. Dit beluisteren wij in de tekst.

Wij moeten niet alleen bezig zijn met de dingen die ons op onze wegen bezighouden. Wij moeten niet alleen verlegen zijn om Gods bijstand op ons gezamenlijke levenspad, terwijl wij daarop wandelen, maar wij moeten ook oog krijgen voor ons levenspad zelf. Wij moeten er onze hoogste zorg van maken om onze levensweg op het juiste fundament vast te maken, want God geeft ons dit bevel. De Heere draagt de weg der goeden en Hij keert de weg der goddelozen om. God roept ons tot bekering, het betekent dat Zijn roepstem nodig is om aan onze levensweg het enige juiste fundament te verschaffen: de Verbondsgod. Wij mogen niet in de misvatting volharden dat God ons vrij laat om op het spoor van afwijking te volharden. Hierover spreekt de tekst: 'Wentel uw weg op den HEERE en vertrouw op Hem, Hij zal het maken.'

Psalm 37 is ingedeeld aan de hand van de letters van het Hebreeuwse alfabet: aleph, beth, gimel, enz. Het eerste woord van het tekstvers begint met de letter die ervoor aangegeven staat. Het doet ons denken aan een groot uitgebeelde en rijk versierde letter, zoals vaak te zien is in oude handschriften. De Heilige Geest heeft de gave om te dichten kennelijk geschonken aan sommigen van degenen die Hij aangezet heeft om de woorden Gods op schrift te stellen. De dichtvorm wordt door de Heilige Geest ook hier benut. Wij letten nu op de inhoud. De tekst spreekt van Gods getrouwe raad voor onze levensweg.

Hoe onze weg bedorven is

Door onze val en ongehoorzaamheid in Adam is onze weg verbogen. Nu komt God met het bevel, dat onze verkeerde weg moet worden hersteld. Wegomlegging! Onze weg moet teruggelegd worden op de oude, oorspronkelijke grondslag van God. Het betekent: terug naar de oude paden. Door het Woord zijn alle dingen geschapen, ook onze levensweg is door het Woord bereid geworden. Krachtens Gods eeuwig geldend recht is onze levensweg vast en hecht neergelegd op de Rots der eeuwen. God heeft de menselijke levensweg volkomen goed geschapen, Hij heeft Zich met het schepsel verenigd in de vleeswording van het Woord.

Er is zonde en verval gekomen. Het leek ons beter om God niet in gedachtenis te houden. Wij hebben vele redenen gezocht om een eigenwillige koerswijziging uit te voeren. De mens heeft het plaveisel van zijn levensweg opgepakt, meegenomen en ergens anders neergelegd. Wij hebben niet gevraagd om hemelse toestemming, en nog minder onderzocht of de ondergrond op andere plaatsen betrouwbaar is. Zo zijn wij dieven geworden. Zodra wij echter merken dat onze afwijkingen van de Heere ons duur komen te staan, doen wij pogingen om God tot geduld en medelijden te bewegen, en we beloven ons leven te beteren, intussen houden we onze weg van God verwijderd. De weg van ongehoorzaamheid zal zeker wegzakken, want hij mist het fundament. Wat zegt Gods bevel daarvan? De weg moet teruggekeerd worden naar de oorspronkelijke bodem.

Over de bekering denken wij uit onszelf zo gemakkelijk. Mensen denken dat zij hun levensweg even gemakkelijk kunnen veranderen als kinderen doen wanneer zij spoorzoekertje spelen. Je veegt met je voet de pijl weer uit die je in het zand gezet had; het is werk van een ogenblik. Zo menen mensen dat hun bekering ook slechts werk van een ogenblik is. Is onze weg verkeerd, dan menen we die binnen de kortste keren weer uitgeveegd en omgelegd te hebben. Daarom denken wij dat de bekering nog wel uitstel kan lijden. We hebben nog alle tijd, want het is toch zo voor elkaar. Weg met de oude streep, en gauw een andere streep gezet. Doch het is snel te laat.

De zonde is een verdoving die opeens volslagen uitgewerkt kan zijn. Als God ons laat zien dat onze levensweg niet zomaar hersteld is, dan zien wij dat de levenstijd kostbaar is. Wij moeten ons haasten voordat het plaveisel, de stenen van onze levensweg verzonken zullen zijn in het verborgen moeras van Godvergetenheid en ongehoorzaamheid. Onze levensweg moet worden teruggerold, voordat het te laat is. God komt met dit bevel tot ons, opdat wij zouden worden ontdekt aan het gevaar, en met vrijmoedigheid vervuld onze weg op de HEERE zullen wentelen. Dit is wat anders dan de fatale droom dat het niet uitmaakt waar je levensweg ligt, als je daarop maar goed in het midden blijft lopen. Nee, dat helpt niet, want een verkeerde weg zakt in zijn geheel weg, en hij heeft geen veilig 'midden'. Zo zal de droeve ontdekking zijn van ieder mens die zich bedriegt voor de eeuwigheid. En Gods volk vergist zich in de tijd, wanneer zij niet nauwgezet God vrezen, en niet naar de oude paden vragen, en Hem niet aanbidden. Dan rijst de vraag op: waar is de tijd van het welbehagen toch? Dan moet het weer vindenstijd worden, om zichzelf en zijn weg hersteld te vinden in Christus, en om zijn hart weer eens op te halen in God.

Hoe onze weg veranderd moet worden

Als God Zijn volk echt heeft laten zien wat er verkeerd gegaan is, dan beseffen zij dat hun levensweg niet zomaar even te corrigeren is. We gaan leren dat er een wonder aan ons hart moet voltrokken worden. Bovendien moet er met onze weg, met de uitgangen van ons leven een wonder gebeuren. God komt met het bevel tot ons, dat wij onze levensweg weer terugleggen op het oude spoor. Wentelen betekent: rollen. Rol uw weg op de HEERE. Rollen doe je met zeer zware stenen. Het bevel geeft dus aan dat het om een zeer zwaar werk gaat. Het is moeilijk om een zwaargeplaveide weg om te leggen. Het rollen van een steen doet ons denken aan de bange vraag van de vrouwen die op weg waren naar het graf van Jezus. Zij vroegen aan elkaar: wie zal voor ons de steen van het graf afrollen? Zij waren overtuigd van de onmogelijkheid om dit in eigen kracht uit te voeren. Maar geen mens is daarvan terstond overtuigd, daarom komt God tot ons om ons door Zijn bevel te wijzen op onze plicht: wentel uw weg op de HEERE.

Het wijzigen van onze koers lijkt ons gemakkelijk als er een heleboel begaanbare wegen tot onze beschikking zouden staan. Wanneer we de kortste verbinding kennen tussen twee plaatsen, dan peinzen we er niet over om een wegomlegging te begeren. Op de levensreis gebruiken we de weg slechts als middel om ons doel te bereiken. Maar het is niet mogelijk om tot God te komen over elke weg die wij los van Hem voor onszelf beoordelen als begaanbaar en leefbaar. God beveelt ons dat onze gezamenlijke levensweg weer aan Hem verbonden wordt. Op de levensreis zorgen wij voor elkaar, gaan met elkaar om, dragen verantwoordelijkheden, ieder in het zijne of hare. Het is dwaas om te menen dat wij aan ons doel kunnen beantwoorden, en tot God kunnen komen door middel van een oplettend leven. Nee, maar de levensweg zelf moet op God teruggewenteld worden, en wij komen tot Hem niet anders dan door in Hem geworteld te zijn. Wat een heilig, heerlijk bevel is dit. Het roept vragen op bij ons; wij die ons van God vervreemd hebben.

Hoe kan tot een mens die zijn weg omgelegd heeft ten kwade, gezegd worden dat hij zijn weg weer moet wentelen op de Heere? Want we houden vol dat het onmogelijk voor ons is, om dit uit te voeren! Wie kan zoveel vragen van een gevallen zondaar? Het antwoord hierop is: Nee, dat is de vraag niet! Integendeel, God houdt ons aan ons gelukkige bestaan krachtens onze afkomst, en Hij houdt ons aan onze voorspoedige, solide levensweg die wij van Hem gekregen hebben. Dit blijkt daaruit dat Hij Zijn bevel niet voor ons verborgen houdt sinds de zondeval. Ook al komen er allerlei moeiten op ons aan, toch behouden wij de volle waarde van schepsel Gods, en het is zowel eervol als pijnlijk om daaraan herinnerd te worden. God herinnert ons aan onze goede levensweg, en aan het leven van voor de val. Wij behoren dit op hoge prijs te stellen, want wij leven in dezelfde werkelijkheid als die van het begin van de schepping. De staat der rechtheid heeft aan actualiteit niets ingeboet.

Niet ver hier vandaan, in Rijswijk (ZH) had ik als stagiaire in 1983 een blindgeboren leerling in een gewone Havo-klas. Wanneer je met deze jongen een gesprek beëindigde, had hij het liefst dat je tegen hem zei: 'tot ziens'. Dus de herinnering aan zijn volmaakte bestaan was hem dierbaar gebleven. Wij zijn als blindgeboren zondaren die toch het volle bevel ontvangen. Iedere schuldige mens die in zonde ontvangen en geboren is, moet zich daarom gewaardeerd weten. God haat de zonde, maar Hij heeft het schepsel lief. God eert ons wanneer Hij ons Zijn schepsel blijft noemen. En daarom is het bevel des HEEREN eervol voor wie zijn zonde, afmaking en onbekwaamheid toch ook voelt. Maar wij behoren het onveranderlijke bevel van God op hoge prijs te stellen, omdat daarin de eer van God schittert en omdat onze hoge afkomst in ere blijft. De allerhoogste waarheid en de versmade kennis zullen tot in de hel toe van niemand ooit wijken, maar de versmade eer en hoogheid zullen aanklagend de mens blijven aanknagen als een worm die niet sterft. Dit zal het deel zijn van de verworpenen, echter de uitverkorenen Gods krijgen in dit leven te maken met een aanklacht van Godswege. God handhaaft de rechtstoestand, de rechtstaat. Het aangepaste nieuwe christendom verlaagt eigenhandig de normen, doordat het in decadentie gelooft, in plaats van in de blijvende orde. Zodoende worden rechtvaardigen geminacht en goddelozen geprezen. De lafaard, de trouweloze en de atheïst ontvangen breed begrip, terwijl de held, de ordevolger en de trouwhartige niet worden geprezen, zoals het behoort, maar met verdenking worden overgoten in deze tijd. Wie de rechtstaat loslaat wordt niet pijnlijk getroffen door verval, zonde en abnormaliteit. Wij hebben de neiging om het abnormale voor normaal aan te zien. God leidt Zijn volk echter naar de oorsprong terug.

Wanneer God de schuldbrief bij ons thuis bezorgt, dan hebben wij de neiging om tegen het bevel van Hem in te brengen dat wij onze levensweg niet veranderen kùnnen. Als we rechtzinnig zijn, werpen we Hem tegen dat Hij het moet doen. Maar in werkelijkheid keren we de zaak om. God 'moet' niet, maar Hij doet het, en daarom komt Hij met het hoogste bevel tot de volstrekt onbekwame zondaar, die bij ervaring wordt wat hij is: zondaar voor God. Wie in zijn levendmaking ziet dat God gelijk heeft, komt om met zichzelf, en krijgt Christus in zijn hart, vanuit het Woord. Hebt u Hem in het Woord geëerd, dan ziet u Hem. Wie Hem ontvangt, geeft God de eer, en ontrooft Hem Zijn bevel niet. Bestreden zielen worden nu geoefend om aan de Heere hun vertrouwen te geven, terwijl zij in hun 'eertijds' zalig trachtten te worden door zelfhandhaving. In plaats van door wantrouwen het leven in eigen hand te 'moeten' houden, volgt nu de vrijmoedigheid, gewerkt door de Geest des geloofs, om aan Christus het vertrouwen te schenken. Christus is gekomen om vanaf het eerste levensbegin schuldbedekking en reiniging aan te brengen voor Zijn volk. Als Hij opstaat over ons stof, dan komen we tot geloofsvrijmoedigheid, in de liefde die niet vergaat. Daarom vervolgt de tekst: En vertrouw op Hem, Hij zal het maken.

Hoe onze weg bewandeld moet worden

Het getuigt van een sterk geloof op God, om te belijden: Hij zal het maken. In dit geloof wordt heel de levenswandel van Gods vrienden samengevat. Het bevel dat wij hier horen is veelzijdig. Eerst moet de weg op de Heere gewenteld worden. Dit moet in vertrouwen gebeuren, en met vrees en beven, want dit bevel wordt in u geplant. Komt het tot en in de ziel, dan maakt het u zalig. Ontvang het bevel van de Heere met zachtmoedigheid, want het wordt in u geplant om uw zielen overgelukkig te maken.

En vertrouw op Hem, zegt de tekst. Het betekent: en bouw op Hem. Er is sprake van een voortbouwen of voortwandelen op de weg der genade. Eerst komt de zegen, deze gaat voorop. Dan volgt de benutting, het steunen op de Heere, in het gebruik van onze levensweg. God leert Zijn weggebruikers om zich aan de bestaande weg te houden. Dit is het alleronmogelijkste en tegelijkertijd, bij God, het allereenvoudigste. Het is een neervallen op Hem, een steunen op Zijn vermogen. Wanneer het geloofsleven in beoefening is, dan geeft de Heere daarbij allereerst een terugblik op het verleden. Daarom is de eerste vraag steeds: hoe kreeg het Woord des HEEREN de doorslag bij ons? Hoe leidde Hij ons in een rechte weg? Hoe verbond Hij onze harten? Die trouwt, trouwe in de Heere. Bruidspaar, laat uw leven zijn: een volgen van uw weg die weer op God zijn vaste plaats gekregen heeft. De koers moet ook bevestigd worden door het onderwijs van de Heilig Geest in onze harten. Hij doet dit door de middelen die wij gebruiken: Woord, prediking, sacramenten en huisgodsdienst.

Volg de levensweg door Gods Woord in uw huis te onderzoeken, door een goed boek te lezen, en door de inzettingen te volgen en te eren. Het maakt zo'n groot verschil waar onze levensweg ligt, die wij bewandelen in huis, in ons werk, in ons huwelijk, in taak en roeping, in onze vriendelijke wandel en omgang met allen die van ontferming weten, dat is: genade. Wanneer weten we van ontferming? Wanneer kennen we het leven van een dier? Wanner kennen wij tijd en wijze? Wanneer hebben we vrede met de stenen des velds? Als Gods stem beslissend is geweest, en als we gebruik maken van de dingen die ons geschonken zijn. Op de gave van het geloof moet volgen: de beoefening ervan, naarmate het werkzaam wordt gemaakt door genade achteraf. In alle dingen is de rechtvaardige voortreffelijker dan zijn naaste. Hij leeft immers uit een verborgen schat die bij de anderen niet onbekend mag blijven. David spreekt hier immers vol lof over de Heere, Wiens macht hij ervaart. Het kan jaloersmakend zijn voor ons wanneer wij het geluk van Gods volk gewaar worden. Het kan ook zijn dat ons, vanuit de tekst, een waarschuwing tegemoet klinkt, namelijk om niet onverstandig en moedeloos te zijn in tegenslagen, en om bij teleurstellingen niet de toevlucht te nemen tot onrecht, onmatigheid, overmoed, mateloze wraaklust, doffe wanhoop of dode berusting.

Aan het begin van de huwelijksweg staat het voornemen vast om geen levensweg te kiezen en te volgen buiten de Heere. Wat betekent dit bevel voor ons in de praktijk? Gelukkig het echtpaar dat merkt hoe de Heere met Zijn bevel meekomt om het in ons leven te vervullen. Gelukkig het echtpaar dat merkt dat zij niet hun eigen levensweg behoeven uit te vinden, maar dat de gebaande weg ons aangewezen wordt, omdat de Heere deze heeft voorbereid, opdat wij daarin zouden wandelen. De tekst waarschuwt ons om niet op het onbetrouwbare, dwaze spoor te blijven treden. Zalig degenen bij wie de gebaande wegen in de harten zijn hersteld; zij zijn voorbereid door de Heilige Geest om in de weg van verzoening hun weg te vestigen op God.

De tekst prijst ons de goede, oorspronkelijke weg aan, die in het geloof dierbaar wordt, zodat wij gaan vragen om onderwijs van de Heere. Wij mogen niet rusten voordat onze levensweg in overstemming is met de Heere. Er bestaat geen keuze uit meerdere wegen, maar onze eigen weg moet weer in verband gebracht worden met het absolute. God wil ons daar begerig naar maken, in plaats van afkerig. Het verwaterde nieuwe 'evangelie' maakt helaas mensen afkerig van het bevel. Door misleiding en inklevend verderf lopen wij gevaar, na ontvangen genade, om weer op het spoor der dwaasheid te treden. Wie onder zonden en zorgen gebukt ging, en wiens juk door de Heere werd afgenomen, die kan toch nog zo aan zijn zorgen vasthouden. Wie met een zware koffer liep te sjouwen, en vriendelijk een lift aangeboden kreeg, moet er ook nog op gewezen worden: u mag uw vracht van u afleggen. Door het gebed en door goede gesprekken met degenen die met God bekend zijn, kunt u gaan bemerken dat de lasten worden verlicht. Mensen worden door de Geest Gods vernieuwd, om op goede voet te komen met God en met elkaar. Wie gezegend is in Christus, mag de uitkomst dan ook vrijmoedig aan de Heere overlaten, en zal in de dankzegging weten dat de weg toch goed loopt. Stel u gerust, zwijg Gode stil. Het ware geloof steunt op Gods toewending naar deze aarde.

Bruidspaar, ga met God. Wat is dat voor een gaan? Het is als verloren zondaar de toevlucht nemen tot God. Het is de vraag niet: hoe loopt dat af? Maar het is de vraag of wij ons op Zijn eis buigen in de richting van Zijn paleis, het Hof der hoven. Dan vallen wij God toe in Zijn recht, en toch blijven we niet achter vanwege onze onwaardigheid. Waarom? God laat in het verborgene onze ongerechtigheden op Christus terechtkomen, en zo worden wij overgehaald. Toen God trok door middel van Christus, toen deed Hij alle moeite op Hem aanlopen. Zondaren leren hun moeiten, zonden, bestrijding, vragen en zorgen op de Heere wentelen. Dan zult u zich kwijtraken aan God Die zorgt. Hij zegt: Vertrouw op Mij. En het wonder is dat de Borg u overneemt, maar dat Hij ook uw levensweg draagt, met alles wat van u is. Het gevolg van deze genade is dat Gods kinderen bij tijden geen gewicht voelen. Wie de HEERE verwachten, zullen lopen zonder moe te worden. Zij worden geoefend in gehoorzaamheid, doordat de HEERE onvoorwaardelijk de levensrichting aanwijst. Bid voor elkaar en voor allen die vereend zijn met de vergadering der oprechten. Daar wordt beleden dat God Zich verenigt met ons in iedere weg. En wat moet een radeloze beginnen? Wanneer er raad ontbreekt om de weg te gaan die wij gaan moeten, dan is God er, Die u met vreugde leert buigen onder de last die Hij u oplegt nadat deze door Zijn handen gegaan is.

Hoe onze weg bekroond zal worden

Er staat verder nog: "Hij zal het maken". God zal uw weg Zelf bevestigen. Hij zal van onze weg gebruik maken. Wat belooft Hij ons een eer aan te zullen doen, door Zelf over onze weg te gaan. God betreedt onze levensweg om Zijn eigen werk te verheerlijken. Dit gebeurt wanneer wij wandelen met Hem. Wie leven met God? Die onder de invloed van Zijn genade in de ziel, door het geloof tot beoefening van de genade komen. Dan merken we dat de God van het verbond ons niet zal laten omkomen in tegenspoed en kruis, of in voorspoed en overvloed.

God is de ondergrond van onze grondslag. God is de steun en toeverlaat van Zijn volk. Wie zijn dat? Het zijn degenen die niet meer leven uit het schijnleven. Zij zijn gestorven, Christus leeft in hen, en zij leven door het geloof van de Zoon van God Die Zichzelf voor ons heeft overgegeven. Wat vloeit hieruit voort? Dit heeft tot gevolg dat jullie ook middelen zijn in Gods hand. Daaruit bemerken wij dat de Heere Zijn gangen gaat in ons leven, onze woning, onze omstandigheden en onze wegen van vreugde of smart.

Het is vandaag een blijde dag, nu bruidegom en bruid samen een weg mogen inslaan. Er is op aarde vreugde op deze dag. Wanneer is er in de hemel blijdschap? Dat is er wanneer twee mensen hun levensspoor omleggen op God. Dat is niet hun keuze, maar dat blijft Gods bevel. Komt God met Zijn bevel mee, dan krijgen wij onze weg voor de Heere over, en wij zullen daartegenover ook ervaren dat wij God niet mee hebben wanneer wij buiten de weg van Zijn Woord treden. De Heere heeft verdriet over Zijn volk wanneer we Hem alles geven willen behalve de levensweg, omdat we die van Hem verwijderd houden. Nu voelen wij de moeite waarmee David en al Gods gekenden te kampen hebben, want we hebben onszelf tegen, we hebben de neiging om onze wegen te laten voor wat ze zijn; hooguit zullen we een verkeerde weg opknappen en fatsoeneren, maar dat is onvoldoende, want de route mag niet buiten de Heere blijven lopen, maar moet op Hem teruggewenteld.

Wat is dit wentelen? God leert ons dat het wentelen van onze weg op Hem, het volgende betekent. Het betekent: van God geleerd en geleid te zijn. Het betekent: te ondervinden dat God in alle dingen onderwijs verleent, raad geeft, vergeving schenkt, en geduld leert. Wat een rijkdom; wat een groot werk is elke bekering. Wat een dingen houden ons bezig in hart en leven. De levensweg kan zwaar zijn. Soms moet een mens zijn juk in zijn jeugd dragen. Of, als dat uitwendig niet zo sterk het geval lijkt, dan is er toch nog de last die ieder met zich meedraagt. Wentel de dingen die u kent op Hem, en beveel u met alles wat u niet weet aan de Heere aan, om u te laten dragen en bewaren. Er zijn ook allerlei lasten, zoals zwakheid, vrees voor de toekomst, tekortkomingen, verterende ijver, een beginsel van liefde tot Gods heilige Wet in het binnenste ingewand, en niet te weten hoe wij ons gedragen zullen als het behoort; en niet te weten hoe wij bidden zullen. Wentel het op de HEERE.

Aangezien er zoveel tekorten zijn, hoe krijgen wij deel aan een bekroond leven? Als onze grootste zorg is om in Zijn gunst te verkeren. Krijgen we Gods gaven uit de linker- of uit de rechterhand? Krijgen we het in de gunst, dan zal Hij het met ons wel maken. Dan zal God uw huwelijk gebruiken, dan worden wij nuttige burgers en christenen. God bekroont en bewaart Zijn eigen werk, Hij laat het niet los. Onder de invloed van het kwaad zouden wij alles bederven, ongebruikt laten, en verwaarlozen. Is Gods liefde echter in onze harten uitgestort door de Heilige Geest Die ons beloofd is, dan wordt onze huwelijksweg onderhouden, en dan is er groei, leven, eer en vrede. Dan vinden bruidegom en bruid in hun woning rust, en zij brengen rust in het leven, door Christus. Hij is onze grote Vredeaanbrenger, en Hij is onze Vrede. Dit ervaren wij wanneer wij op Hem vertrouwen, want wij moeten God laten werken. Bid tot God. Maar ook is het bevel: Laat Hem werken. Betwijfel Zijn werk niet, maar laat Hij uw vertrouwen zijn. Dit is Hij wanneer Hij ons overneemt.

De hele tekst ziet op Christus Die Zijn wil verloochend heeft, en Die in Zijn dood nog op God hoopte. Hij heeft het beleden: Ik zal leven, en de daden des HEEREN verkondigen, want Hij is de Getrouwe. Wat staat ons te doen? Zorg dat God het Zijne ontvangt. Geef Hem wat Hem toekomt. En beproef Hem daarin of Hij niet voor uw weg zorgen zal. En of Hij niet uw weg zal richten, zegenen en bekronen met eer. Maar de weg der trouwelozen keert Hij om, zonder herstel.

Waar komt het voor ons op aan? Dat wij gewillig gemaakt zijn. De onbekeerden zijn nog onwillig, want zij strijden tegen God. Bedenk dan wat de zonde gekost heeft voor Christus. Het komt er op aan dat wij het van God mogen verliezen. En eenmaal zal alle knie zich buigen voor Hem. Hoe zal het goed komen? Hiertoe heeft Jezus geleden! Hij werd verlaten, opdat Gods vrienden niet verlaten worden. Als we het wentelen van onze weg op de Heere niet kennen, dan is er nog goede raad bij de Heere te verkrijgen. God zal raad geven. Welke? Die van de tekst: Wentel uw weg op Hem. Waarom deze raad? Omdat alleen Hij in staat is om uw weg te dragen. Dit dragen brengt ons terug in de gezegende omgang met God. Zo zullen wij leren om het geloof te beoefenen voor het doel waartoe het gegeven is, en om de goede strijd te strijden en de kroon te behalen. Bevestige de Heere de zegen aan ons allen. Hij komt met Zijn bevel mee.

Amen.

Ds. H. Oussoren


Geen opmerkingen: