dinsdag 23 oktober 2007

HET LEVENSLIED

[Schets van een trouwpreek, uitgesproken te Grafhorst, op 2 mei 2007, over Psalm 63: 4-A.]

De huwelijksvoltrekking op een zonovergoten voorjaarsdag als deze is een prediking op zichzelf. David vergeleek de zon met een bruidegom. God heeft voor de zon een tent gesteld, deze maakt haar loop langs de hemeltrans. Zoals een bruidegom vrolijk en blij zijn slaapkamer verlaat, zo is de zon: vrolijk als een held om het pad te lopen, om het dagelijkse levenstraject af te leggen. Dit bepaalt ons bij de ware feestvreugde en de ware heldhaftigheid. De bruid straalt, want zij weet zich gedragen door de liefde van haar bruidegom, daardoor kan zij naast hem staan en hem liefdevol dienen. Bruidspaar, God schenke u vreugde, eensgezindheid en bewaring - moge het zijn: ziende op de hemelse Bruidegom Christus, in Wie de band tussen God en Zijn volk is hersteld.

De bruidegom volgt, net als de zon, het levensspoor. Een man trekt er op uit, hij komt op voor zijn vrouw en gezin, als God het geeft. De man verdedigt zijn huis. Het huis wordt niet afgebroken maar gebouwd door de vrouw die wijs is, die God vreest. De bruidegom komt op voor huis en haard, voor volk en kerk, voor de Nederlandse gewesten, voor het oude vaderland. Hij is zijn vrouw trouw, tot in de dood, net zoals dit voor mannen, vrouwen en kinderen geldt ten aanzien van ons oude volk. De bruidegom is zijn bruid genegen, hij brengt zijn dag door voor haar. Hoe moet dat worden gedaan? Onze levensweg moet gericht worden om 's-Heeren geboden te bewaren. De bruidegom moet bezig zijn ziende op de ere Gods, op het onderwijs van de voor­geslachten, op de wegen Gods, en ziende op het bloed der martelaren. De geboden heldhaftigheid is zeer eervol. Het past ons om eer te geven aan de orde, aan de standen, aan de generaties, aan de geslachten, aan de wapens, aan het vak, en aan het beroep dat wij uitoefenen.

In onze laffe eeuw is de ware heldhaftigheid helaas niet in ere. Er is ook sprake van daadwerkelijk verval in het leven. God houdt niet op om opnieuw aan een jonge man en een jonge vrouw samen voor Zijn aangezicht een plaats te geven in het leven. Wanneer dit blijde mag plaatsvinden, dan gaat de zondeval knagen, dan blijkt dat er bij de vreugde ook zonde, verval en gemis gekomen zijn. God heeft de mensen recht geschapen, maar zij hebben veel vonden gezocht. Het leven gaat nu snel voorbij, daarom wordt er gebrek ervaren. Hier geeft de tekst het antwoord op:

'Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven'

Psalm 63 is een morgenpsalm, een aanvangslied. David, de psalmdichter, laat horen waar het hart naar behoort uit te gaan aan het begin van de levensbaan. De psalm vertolkt het rechtstreekse verlangen naar God. Gelukkig wie in deze genade deelt, daardoor wordt het goede in het leven verwacht en geloofd. Een Israëliet staat niet neutraal tegenover het leven, maar hij eerbiedigt het als Gods gave. De Heere onderhoudt de gelovigen zelfs boven verwachting. Een Israëliet staat niet onverschillig op aarde, maar hij verlangt nadrukkelijk lang te mogen leven. Dit verlangen wordt door de moeilijkheden van het leven niet onderdrukt of verminderd, maar juist aangevuurd en versterkt. Psalm 63 is een lied voor de beproefde, volhardende kerk, die in alle dingen gehoorzaamheid nodig heeft. Alleen in de weg van gehoorzaamheid wordt de belofte verkregen, tot behoud van de ziel.

Het levensbestaan

David, de toekomstige koning, bevindt zich als balling in een woestijn in het oostelijke deel van het gebied van Juda. Hij is op de vlucht voor de koning Saul, die de gezalfde des HEEREN is. Het zwaard van Saul achtervolgt de uitgestoten man naar Gods hart, David. David erkent Gods recht in het ambt van Saul, de hoogmoedige, ziedende vervolger. Verder ziet David de harde woestijnbodem voor zich, het hete zand schroeit aan zijn voeten, het striemt zijn gezicht, het waait in zijn ogen. In die brandende hitte zal zijn huid snel verouderen. Zo te zien zijn dit allemaal tekenen van ongunst. Er staat zo te zien geen hulp en troost tegenover, David is uitgestoten, hij moet het stellen zonder de ark Gods en zonder het volk van God. Het leven is bedreigd omdat het volk niet meer bij machte is zich tegen het 'koninklijke' onrecht te verzetten. David leert in de woestijn hoe sterk de benen moeten zijn om de weelde van het koningschap te dragen. Het speciale koningschap is niet in Gods gunst, daarom leidt het gemakkelijk tot onrecht, jaloezie en machtswellust.

Hoewel Davids levensbestaan zwaar bedreigd is, gaat hij op dit moment moedig voort. God bewaart de balling voor wanhoop. David kan zichzelf niet helpen, maar hij legt zijn leven in Gods handen. Hij leert nu dat alleen God soeverein is. God bewijst dit door David dagelijks te onderhouden, door -als van verre- in zijn behoeften te voorzien. Hieruit volgt een aanklevend leven, David ervaart dat zijn ziel God achterna moet gaan, daarbij ondersteunt God hem. Vanzelfsprekend zit David over het leven in, en toch is hij in de woestijn vrolijk als een held om het pad te lopen. Het lijkt dat zijn pad niet anders kan zijn dan dat van een voortgejaagd dier dat kriskras wegvlucht. Het verschil is dat David vrolijk is vanwege de herinnering die hij heeft aan betere tijden. David is er niet tevreden mee als hij het er maar levend vanaf mag brengen. Hij schreeuwt niet om puur aan het tijdelijke leven verbonden te mogen blijven, maar hij roept tot God, want er is in zijn gemoed de ware kennis van Gods genade gewerkt en verankerd. David ondervindt dat God de Zijnen altijd wil bijstaan, terwijl zij het onmogelijk kunnen verwachten. Buiten Christus kan God ons niet weldoen.

Welzalig zijn zij die in de weg des HEEREN gaan. God wil de gehuwden bijstaan in de wisselende tijden van het leven. De gehuwden krijgen soms te maken met valse raad. Waag het echter met de Heere, in plaats van onwettige wegen in te slaan in de moeiten waarmee u te maken kunt krijgen vanwege Christus en Zijn zalving. In onze dagen wordt het gezag weggeredeneerd, de plichten worden tegengesproken met valse propaganda voor emancipatie, inspraak, overheersing en zelfbeschikking. Deze kwade invloeden werpen onvrede in het levensbestaan. Zonder het verbond kunnen geen leven en vrede bewaard blijven.

Het is voor David van belang dat hij eens gezalfd is geworden in het verleden. Weliswaar is er in de woestijn als het ware een stoflaag over de zalving heen gekomen, maar hierdoor kan de grondslag niet worden weggenomen. Wie door God geroepen is tot de heilige huwelijken staat, die mag terugvallen op de roeping en op de bevestiging van het huwelijksverbond. Het is beter om tot de Heere toevlucht te nemen dan om alleen mensengunst te winnen, want wat baat dat? Het leven, ook het huwelijksleven is broos en kort; er kan veel in ontbreken. Maar wees waakzaam, betracht uw plicht, want niemand leeft tevergeefs voor zichzelf. In het leven wordt ook allerlei gemis gevoeld, maar het leven krijgt vaart in de herstelde verhouding met God. Waar is de HEERE? Deze vraag is de aanvangsvraag van de levenstijd, iedere dag, want de betekenis van het leven ligt in onze verhouding als schepsel tot onze Schepper. Hij leert ons om ons huwelijk in Zijn dienst te besteden. Het leven betekent: God en de naaste van ganser harte lief te hebben. Wij doen dit alleen uit wederliefde. Wie geroepen zijn, en aangenomen, die zullen het goede zoeken voor elkaar, in de Heere. Het komt aan op de trouw, dat maakt de band stevig. De trouw is: de goedertierenheid.

De levensband

Het woord goedertierenheid duidt op: trouw, barmhartigheid, binding, een plek waar mensen veilig zijn omdat zij er weer aarden konden. Wij zijn in de zondeval vervallen, zodat er een breuk ontstaan is. Er is gemis gekomen, en gebrek, er kwam de neiging tot het kwade. Het gebod is wel goed gebleven, maar de mens niet. In het licht hiervan betekent goedertierenheid een onverdiende gave van God, Die hier om gebeden wil zijn. Het rechte aanvangsgebed bij het ontstaan van de huwelijksband is: Heere, Uw goedertierenheid zij over ons. Dit is heerlijk en onmisbaar, want goedertierenheid houdt de huwelijksband sterk. Wie erkent het dat dit zo is?

Waar wordt de erkenning gevonden dat goedertierenheid onmisbaar is? Deze erkenning is alleen te vinden bij een heldhaftig, vrolijk en bestreden volk. Gods vrienden rusten op Wie de Heere voor hun wil zijn. Deze rust wordt genoten in het geloven. Geloven is rusten na ontdekt te hebben dat wij het zijn die God verlaten. Wij kunnen wel het huwelijksleven beschadigen, maar wij zijn niet bij machte om de schade in de hand te houden. In plaats van gewillig en bij machte te zijn om het kwade te weerstaan, ontbreekt het bij ons aan vermogen om het leven naar behoren in te richten. In deze omstandigheden is de eerste noodzakelijke daad: zinken op Christus, de rots der eeuwen, het ongeschapen Woord waardoor de mens gemaakt is. En het Woord is Zelf vlees geworden, Het heeft Zich verenigd met de werken van Zijn handen. Dit is de grondslag. Waar moet het dan heen zonder Middelaar? Buiten wedergeboorte en geloof is er geen toekomst voor de jonge echtparen die zich vergapen aan een namaakleven waarin de overgave aan de Heere ontbreekt, en waarin Zijn wil als iets vreemds aan de kant wordt gezet.

De bozen zien alleen op het leven, maar de gelovigen achten de goedertierenheid van God het hoogste in iedere levensomstandigheid, hetzij in voor- of tegenspoed. De levenstijden wisselen zich af. Ook al zetten de mensen zich door hun arbeid in voor het leven, niettemin is er een afwisseling van leven en sterven, achteruitgang en genezing, lachen en kermen, verlies en winst, ijver en berusting, oorlog en vrede. En toch heeft dit alles een doel volgens de raad van God, maar de mensen kunnen er de vingers niet achter krijgen, en dat moet ook niet. Er is niets beters dan om van Gods gaven gebruik te maken voor onze zielen, opdat Zijn gunst ons tot bekering leidt, en wij Hem kinderlijk leren vrezen. Gods goedertierenheid is de band waardoor Gods volk ervaart dat het levenwekkende bevel van God blijft bestaan in de bedding van het verbond. Dat onze harten gericht werden om Gods inzettingen te bewaren. Het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd, is de kostbare schat van de kerk. Het gaat mee, en het blijft ingebonden in zulke harten. Welzalig de mens in wiens hart de welgebaande wegen zijn, God komt over zulke wegen heen, om te bewijzen dat Hij de mensen ziet die leven nodig hebben. God staat voor het leven garant, maar Hij voorziet er ook in dat wij Zijn gunst zullen kennen, dit gaat nog boven het leven uit, want het ziet op het verbond waarin Christus Zich genadig verplicht om in gunst neer te zien op die Hem vrezen. Verkrijg dan gunst en goed verstand in de ogen van Hem; dit is het onmisbare. Als wij voor hart en leven gekomen zijn tot de kennis van God Die het weggedrevene zoekt, dan voelen wij ons met eeuwigheidslicht bestraald. Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen, en Zijn uitnemende liefde is beter dan wijn.

Het woord goedertierenheid is tevens een aanduiding van de onderlinge goede band van bruid en bruidegom, waardoor zij mogen leven in vrede en rust; Spreuken 11. Goedertierenheid duidt ook datgene aan wat je van elkaar mag verwachten, en wat de mensen aan elkaar bewijzen. Wat is nu elkaar trouw zijn? Op deze vraag kunnen veel antwoorden komen, maar die geven nog geen verklaring. Pas nadat alle verklaringen van trouw-zijn gegeven zijn, begint de trouw pas wezenlijk. Immers trouw-zijn is met elkaar leven terwijl je elkaars tekorten terdege kent. Maar je bent zo innig aan elkaar verbonden, dat de minste blijken die je aan elkaar bewijst, een versterking geven aan de beginnende verbondenheid. De wereld is vol rumoer, lawaai, onvrede. Het trouw-zijn verenigt man en vrouw steeds boven alles uit. Wees er opmerkzaam op, onderhoud het, verwacht in het huwelijk veel van de kleine dingen: een kort maar krachtig woord; een stille, bijna onopmerkzame genegenheid; een kleine doch stille opoffering; een liefdevolle, doch besliste houding; een ijzeren doch vredegevende regelmaat in het leven. In zulke kleine dingen schuilt het geheim van de ware, diepe vreugde. Zo komen we terecht in de eenvoud van het huwelijksleven. Dat maakt het huwelijk sterk en waardig. Het is een goede en gedragen levensstand, die God behaagt. Dit staat lijnrecht tegenover de valse vreugde van de massamens die in deze tijd veel lawaai maakt door namaakvreugde over een valse lintjesregen voor spotters en lasteraars rond koninginnedag. Dit mishaagt God, en het bedroeft Hem. Hij zal het oordelen en straffen.

Goedertierenheid wijst op de kleine genegenheden die gehuwden naar elkaar toe hebben. De genegenheid wordt gevoed doordat de man opkomt voor de eer van God, van huis en haard, van familie, volk en kerk. De man komt op voor zijn huisgezin, voor zijn dorp, voor zijn gewest, voor zijn vaderland, voor de goede gewoonten, voor het oude recht. De vrouw bouwt haar huis, zij schept huiselijkheid. Dit bewaart je voor neerslachtigheid en lawaai. Als er leven, vrolijkheid en rust in huis heerst, met liefde en wijsheid vermengd, dan eren man en vrouw de Heere met psalm en lied, en zij krijgen gelegenheid om bezig te zijn in het goede, om gastvrij te zijn, om inbreuk te weerstaan, de zonden te belijden, het goede aan te hangen, en te waken in de gebeden. Overdenking en gesprek helpen mee om het levensdoel te kennen, om voor God te leven en Hem te zoeken. Het gaat niet om de veelheid van geld en goed, want de zegen van God ligt voornamelijk in iets anders, dat is wanneer u uw verantwoordelijkheid neemt in de kleinste dingen van het leven. Gezegend de man die getrouw is in het kleine.

Elk huis heeft zijn grens, want de beperking doet ons goed. Wij moeten leren het nut te verstaan van het maat houden. Dit staat tegenover het grenzenloze lawaai, onzinnige drukte, eindeloze uithuizigheid en overmatige afleiding. Het levensdoel is om God te loven (vers 5). In noden zult u zien hoe de duivel en alle vijanden zich keren tegen onze eer. God geeft ons een ereplek. Het huwelijk is zo'n ereplaats; het is heilig, omdat het als zaak geëerd en geheiligd wordt door het Woord van God en door het gebed. Dit is de meest begeerlijke zegen voor de echtparen die te bedenken is, hetzij dit in de toepassing al is geschied of dat het nog moet gebeuren. Als dit door genade bij u gevonden wordt, behoort u al tot de gezegende echtparen. Een gezegend mens is wel een zeldzaam mens, en toch is alleen een gezegend mens een normaal mens, dat wil zeggen: een gunstgenoot, een bouwsteen van de samenleving, een steunpilaar en een sieraad voor de kerk. Een getrouw gemaakte man is met zijn vrouw en heel zijn huis een sieraad, vanwege de trouw aan God Drieënig. Onder de mensen is hij dan een getrouwe waarvan er weinigen gevonden worden, maar van ieder van deze gaat weldadigheid en goedertierenheid uit. Het luistert nauw, doch God zorgt Zelf dat er goedertierenheid gevonden wordt in de huizen, en dat Zijn volk ervaart dat deze goedertierenheid nog boven het leven uitgaat. Anders zou iedereen zich ergeren aan het leven, en niemand zou God prijzen in zijn leven.

Tenslotte

God doe u Zijn volkomen genade verstaan. Hij doe u Hem prijzen, en zoeken, en kennen. Dan zult u het geheim waarderen om voor Zijn aangezicht te leven in de weg van Zijn strenge gerichten. In de aanvechting voelde David dat hij kansloos was, omdat hij uitgesloten is van voor Gods ogen. In tijden van nood kan bij ons het heimwee groeien naar vroeger toen alles goed was, naar God Die nabij was. David is in de woestijn, zonder ark. Maar nu is het wonder dat God Dezelfde blijft, Zijn goedertierenheid wijkt nimmer. Hieruit spruit de hoop op God en de lof op Zijn Naam. Echter degenen die de bekering niet van node hebben, plegen zich te verharden, doordat zij de tegenspoed van de godvruchtigen misbruiken om de ware godsvrucht te bespotten.

Wie heeft het er voor over om zich door God in moeilijkheden te laten brengen? We denken: we hebben meer aan zegen. Maar wie ziet de zegen van Gods goedertierenheid onder moeilijke omstandigheden, wanneer we als onbegrepen mensen over de aarde gaan op ongebaande levenswegen? Wie omwille van het gebod op aarde geminacht wordt als een verworpeling, die schame zich niet. Van Gods volk geldt, dat de wereld hun leven niet begrijpen kan omdat zij hun God niet kennen.

Wie niet als een egoïst verraad kan plegen, die wordt soms heel kwalijk behandeld vanwege de ergernis van het kruis. Wanneer wij niet op onze plaats zijn, missen wij het zicht op de goedertierenheid van God in Christus. Het gevaar is dat wij onvoldoende oog hebben voor Gods goedertierenheid. Dan stellen wij Gods liefde op de tweede plaats. Maar wie worden er dan niet beschaamd? Wie komt niet teleurgesteld uit? Welnu, dat zijn de ongelukkige gelukkigen, want die zien vertrouwend op Gods goedertierenheid! Hoe kwamen zij zover? Zij werden door God opgezocht in hun lage stand, in hun schuld, terwijl 'vijandschap was ons bedenken'. Wie zijn zonden belijdt en laat zal barmhartigheid verkrijgen, waardoor het verbrijzelde hart wordt verheugd, en waardoor de ware rust terugkeert die nodig is om de loopbaan van het leven met God en met ere, en met een goed geweten voort te zetten. Maar de spotters zullen verstommen.

Ik wens u een goed levensbegin toe met elkaar, al uw dagen. Als de Heere maar aanwezig is, en als de onderlinge band er maar is. Uw begin zij in de Naam van God en van Zijn goedertierenheid. Totdat de dood scheiding maakt. Admiraal Michiel de Ruyter stierf met de woorden van deze tekst op de lippen. De Heere bevestige Zijn Woord aan ons.

Amen.

Ds. H. Oussoren


Geen opmerkingen: