vrijdag 15 december 2006

UNIE, RELIGIE EN MILITIE

De geschiedenis van De Nederlanden is staatkundig verweven met het christendom. Vooral de noordelijke Nederlanden zijn sterk beïnvloed geraakt door het calvinisme dat opgang maakte na de massale trek van calvinisten rond 1600 uit de zuidelijke Nederlanden naar het Noorden om aan de Spaanse belagers te ontkomen.

Wie staatkundig spreekt over de Nederlanden, ontkomt er dus niet aan een blik te werpen op de christelijke staatsopvattingen in het algemeen en die van het calvinisme in het bijzonder. Met dit calvinisme is iets vreemds aan de hand. Werd het klassieke calvinisme getypeerd door de drieslag “Unie, Religie en Militie” van de Unie van Utrecht; het moderne “calvinisme” dweept met onderdanigheid en wil desnoods de staatsmacht gebruiken om onderdanigheid en barmhartigheid af te dwingen.

Waren de inwoners van de oorspronkelijke Nederlanden weerbare en sterke burgers, de moderne Nederlanders en Vlamingen laten zich kennen als slaafse onderworpenen. Het christendom is veranderd, en het heeft in deze verandering de geest van het volk mee veranderd. Men is de Bijbel anders gaan lezen. Dit wordt duidelijk wanneer we de klassieke uitleg van Romeinen 13 ter hand nemen. Dit hoofdstuk uit de brief van Paulus heeft immers een grote rol gespeeld in de vorming van het staatkundige geweten van onze landen.

Romeinen 13

Het eerste vers van Romeinen 13 luidt als volgt: “Alle ziel zij den machten over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten die er zijn, die zijn van God geordineerd. (…)”. Over onderworpenheid aan het gezag zegt de calvinistische theoloog prof. dr. C.A. Tukker interessante dingen. Volgens hem is de christelijke onderworpenheid niet die van een "slaaf of knecht, maar van iemand die ónder de volmacht zijn eigen plaats vindt en die plaats inneemt en daarmee zijn werk, zijn ambt, zijn Goddelijk beroep ter hand neemt." Tukker schrijft dit in antwoord op de vraag: "Waar moet ik mij wèl en waar moet ik mij niet aan houden om op Gods weg te blijven." Er ontstaat zijns inziens een ernstig misverstand wanneer wij de empirisch waarneembare overheid gelijk stellen aan de machten die boven ons gesteld zijn. Hier slaat Tukker de spijker op de kop. Immers gezagscrises ontstaan door gezagsverminking. Dit laatste geschiedt wanneer het recht van de sterkste voor absoluut wordt verklaard. "Gods volk op aarde weet dat het recht van de sterkste, het bruut geweld altijd ten koste van Israël gaat.” En in de lijn van dr. Tukker kunnen we daaraan toevoegen: ten koste van allen die hangen aan de rechten van de oude orde." Wat is dan leven onder het oude gezag?

Het gezag staat dus volgens Tukker in een veel breder verband dan dat van de overheid alleen. Er heerst op aarde orde door middel van machten, maar ook deze machten zijn zelf onderworpen aan de God der vaderen. Zo worden vrijheid en gezag gegarandeerd en geëerd. Bovendien staat het normale gezonde gezag niet alleen tegenover ons, maar dragen wij verantwoordelijkheid, door op onze plaats in dit gezag te delen, en door kwade machten te weerstaan. Wie Nederlander is, heeft zijn leven over voor de Nederlandse zaak en eert geen buitenlandse goden.

Wie zich in onze tijd tegen de boze machten verzet, maakt zich dus niet schuldig aan gezagsaantasting, aangezien dit verzet ons wil bewaren bij de goede Nederlandse orde. In het geringste verzet van een rechtvaardige blijkt dat God mensen gebruikt als dienaars van de orde, die gebruikt worden ons ten goede. Vanuit het bekende Romeinen 13: 1 zegt Tukker over de gevolmachtigden: "Die volmacht verleent u dus een stil en gerust leven. Die volmacht stelt u van Godswege in staat om Hem te dienen naar Zijn Woord en zo uw ambt, uw Goddelijk beroep tot Zijn eer uit te oefenen.” Volgens Tukker zorgen deze volmachten ervoor dat God het geen laat chaos worden.

Een ander geluid

De laatste decennia zijn er in dit verband allerlei stemmen opgegaan die aangaande de orde, het gezag en de onderdanigheid iets anders zeggen. In 1989 verscheen van de hand van de theoloog dr. F.O. van Gennep: De terugkeer van de verloren vader. In plaats van dat Van Gennep de aangepaste theologie aanwees als deel van het probleem, wees hij in dit boek op de geweldloosheid als antwoord op de macht van het kwaad. Zijn antwoord is typerend voor veel modern christendom.

Geweldsloosheid en onderwerping aan de sterkste liggen immers in elkaar verlengde? Tijdens de Mond- en Klauwzeercrisis in 2001 maanden veel geestelijke voorgangers de gedupeerde veehouders tot gehoorzaamheid. Ze moesten van de deze voorgangers hun gezonde vee door de overheid laten vernietigen. Elke vorm van verzet werd door het aangepaste kerkendom veroordeeld. Dit is illustratief. Waar het gaat om de oude rechten en de oude rechtsorde keren de voorgangers en bisschoppen zich keer op keer tegen het oude gezag.

Hierdoor komen rechtvaardige strijders in gewetensnood. Omdat de zachtheid wordt verheerlijkt, en omdat de handhaving van het recht als hardheid wordt afgeschilderd. De handhaving van de oude rechten is bij het hedendaagse kerkendom niet in goede handen.

Merkwaardig

Er is echter iets merkwaardigs aan de hand. Heeft de burger zich eenmaal laten africhten tot een slaafse onderdaan, dan wordt het gebod omgedraaid. Dan worden wij door diezelfde kerk gemaand om ons tegen de rechtsorde te keren, bij voorbeeld op het gebied van kerkasiel. De staat wordt zo misbruikt om recht in te wisselen voor medelijden en mededogen.

Vele moderne christenen verzetten zich dan ook tegen handhaving van de orde, het recht, de traditie, het opzicht, de straf. De kerk ruilt de prediking van gerechtigheid doorlopend in voor een oproep tot medelijden, pacifisme en gedogen. In plaats van zich op te werpen als samenbindend element in de eredienst en het volksleven, werpt de kerk zich vaak op als verdedigster van ordelozen en onrechtvaardigen.

Een gevolg is dat de “Germaanse” vader die wij nog steeds zijn, wordt miskend en weggejaagd. De eed van onze voorvaderen – een eed die is verbonden aan elk vaderschap – wordt door het moderne christendom veracht en terzijde gesteld. Vanwege de morele kaalslag die het aangepaste christendom heeft aangericht, krijgen allerlei vreemde machten hier te lande kans. Ordeverlies heeft bespotting, duisternis en leegte teweeggebracht. De welzijnswerker, de imam en de ayatollah staan gereed om het gecreëerde vacuüm te vullen.

Met een merkwaardig religieus beroep op Romeinen 13 wordt binnen de moderne samenleving aanpassing van de burger verwacht. Verzet deze burger zich tegen het schenden van oude rechten en privileges dan wordt hem vaak verweten dat hij geen eerbied toont voor ''het'' gezag. En het zijn niet in de laatste plaats de moderne christenen, voorgangers en bisschoppen die het gelovige volk de onderdanigheid inpeperen. De vraag wat gezag is blijft dus prangen. En voor welk gezag buigen de gezagsdragers zelf?

Onhelderheid

Er is onhelderheid over de vraag wat gezond gezag is. Onhelderheid ten aanzien van wat gezond gezag is, openbaart zich naar twee kanten. Enerzijds onderwerpen massamensen zich aan de machtsstaat, ongeacht de vraag of hedendaagse rechterlijke uitspraken in strijd zijn met de rechtsorde. Anderzijds komen dezelfde gehoorzame massamensen wel tegen oude rechtvaardige wetten in opstand, doordat zij zich laten aandrijven door losse emotionele willekeur.

Als wij iets moeten eren, dan zijn het niet de antimachten, maar de gezonde machten. Wettige machten kunnen ook worden aangeduid als ''volmachten''. Hierbij moet niet primair worden gedacht aan een vrij mandaat dat mensen zouden bezitten, want gezag is van oorsprong een door God verleende volmacht aan een gevolmachtigde. Dit betekent dat het gezag berust bij ieder die getrouw is aan de hem verleende volmacht. Een gezagsdrager is tegelijk onderworpene, en wie zijn verzetsplicht vervult tegenover kwade machten, die oefent zelf gezag uit op de plek die hij op aarde inneemt. Gezonde gehoorzaamheid heeft dus alles te maken met gezagsuitoefening.

Elke ongezonde macht wordt gekenmerkt door het uit handen nemen van de gezagsbevoegdheid van de burgers. Machten als globalisme, personalisme, humanisme en relativisme verheffen zich boven de oude, bestaande Nederlandse gerechtigheid, en stellen zich tegen het gezag teweer. Ook het aangepaste kerkendom gedraagt zich als antimacht.

Mede door het verzaken van het moderne kerkendom zijn onze landen ontworteld en tot op het bot verdeeld geraakt, en mitsdien weerloos tegen overweldigende buitenlandse machten die zich probleemloos bewegen naar de heerschappij hier te lande. Onder alle chaos en ontwrichting moeten alle weerbare burgers en wettige gezagsdragers hun ambt en plicht niet verzaken, maar herontdekken.

Gehoorzaamheid is gezagsuitoefening

Burgers, huisvaders, adel, overheidspersonen en volksgeestelijken moeten dus hun plaats, gezag en ambt niet verzaken, maar opnieuw behartigen naar recht. Wie naar een andere, betere wereld streeft, verraadt zichzelf, want hij laat de huidige schepping los, ontrukt zich aan de bestaande volmachten, en werpt zichzelf op. De wil tot macht gaat ten koste van het leven. De utopische droom maakt gezinnen en burgers los van de aarde en brengt hen op drift.

Eedverzaking leidt stapsgewijs tot oprichting van vreemd gezag. Het begint met het vervangen van de heidense vader door de politie. Dit namaakgezag, dat zich op het recht van de sterkste beroept, werkt in feite mee aan de oprichting van een namaakvrede ten koste van onze rechten, vrijheden en privileges. De moderne rechtsstaat tracht met behulp van verlichte goden het oude, smeulende doch springlevende verzet in het vaderland uit te schakelen.

Maar weerbare burgers die de volmachten van God kennen, ontdekken en herontdekken de zaak van De Nederlanden. Vanuit de basis van onderlinge verbondenheid van onze republieken (gewesten), willen zij graag getrouw gemaakt worden in het eren van Neerlands God, van het offer, het goed en het bloed. Zo’n burger kan niet anders.

Het klassieke christendom dat spreekt in Romeinen 13 leert ons dat wanneer wij het allerhoogste gezag in ons leven leren kennen, wij dan ontdekken dat onderwerping aan het gezonde gezag tegelijk uitoefening van dat gezag betekent door ons. Elke gezagsdrager is onderworpen aan het onveranderlijke recht, hij laat zich daar niet van afleiden. Het gezonde gezag kent allereerst zelf onderworpenheid, anders werpt het zich op tegen de eigenlijke, gegronde volmachten die vooraf gegeven zijn.

Weerbare burgers zijn geen slaven of rebellen, maar zij dragen zelf gezag door hun deelgenootschap aan de scheppingsorde. Met de Unie van Utrecht belijden ze in onderlinge verbondenheid de christelijke religie, het landsverbond en de weerbaarheid. En door verzet te blijven bieden aan ontaarde antimachten die strijdig zijn met onze landen onderwerpen wij ons aan het hoogste gezag dat norm en bron is van alle volmachten in de hemel en op de aarde.

Geen opmerkingen: