woensdag 27 april 2005

ENKELE HEDENDAAGSE BUITELINGEN VAN STAAT EN KERKENDOM

Ik wil in dit artikel uitvoerig stilstaan bij de gênante gevolgen van revolutie en democratie. De zogeheten scheiding van kerk en staat heeft tot gevolg dat volk en kerk tegen elkaar uitgespeeld worden. Beurtelings verheffen de staat en het kerkendom zich tegen elkaar. En dat geeft een gênante vertoning...

Pressiegroepen

Enerzijds eist een revolutionaire overheid een totaalgezag over de geloofsovertuiging en de levenswandel van het volk, want de staat eist gelijkheid en aanpassing. Overheidspersonen onderwerpen zich niet aan het kerkrecht, maar staan er afwijzend of vijandig tegenover. Anderzijds treedt het kerkendom ook op als een pressiegroep tegenover de overheid. Het kerkendom eerbiedigt de rechtsorde slechts ten dele, het kerkendom heeft zeer sterk de neiging om een gedoogbeleid van de overheid af te dwingen; men vertreedt rechtvaardige wetten met “evangelische” voeten. Alles bij elkaar zien wij dat de scheiding van staat en kerk in strijd is met scheppingsorde, publieke zaak, publieke kerk, prediking, tucht, ere Gods en het totale volksleven.

De splitsing van volk en kerk is ooit door een kleine minderheid afgedwongen en verdedigd, maar het veroorzaakt blijvende tweedracht. Beurtelings moeten staat en kerk voor elkaar het onderspit delven. Aangezien de samenhang onder ons volk meer en meer gaat ontbreken, wordt de roep om nieuwe “eenheid” van alle kanten vernomen. Telkens probeert men een nieuw program te ontwerpen waar iedereen het mee eens kan zijn. Echter het mislukt vervolgens weer bij de uitvoering. Wat heeft dit ons te zeggen? Wanneer de scheiding van volk en kerk niet ongedaan wordt gemaakt, dan worden de geesten van ons volk rijp gemaakt voor een afgodische dictatuur die op hardhandige wijze ons tot slaven maakt.

Indien er geen herstel van het verbond plaatsvindt in het bewenen en afbreken van de zonden, dan maakt elk afgodisch systeem een kans om het Nederlandse volk massaal te onderwerpen aan een dictatoriaal regiem. Wie chaos creëert onder een volk, die versterkt de roep om een sterke staat. Aangezien er voor een goede samengang een onderlinge samenhang noodzakelijk is, ontstaat er ruimte voor valse pseudo-religie. Wie de ware religie terzijde schuift in de staatkundige praktijk, die levert het volk over aan een alleroverheersende valse godsdienst. Waar de drieënige God moet verdwijnen, daar zullen de afgoden weer verschijnen. Afgodische dictatuur kan een streep zetten door losgeslagenheid en brooddronkenheid. Echter kunnen afgoden geen volk genezen, want hoogstens bewerken zij de “eenheid” van de angst en de stilte van de dood. De ware vrijheid staat thans op het spel.

Verbinding met het hogere

Thans pretenderen overheid en kerk los van elkaar hun eigen leven te leiden, maar dit lukt niet. Het kan ook niet, want een losstaande kerk kan onmogelijk zichzelf beschermen en voor zichzelf zorgen. Evenmin kan een zogenaamd ‘neutrale” staat staande blijven, als het publieke leven wordt losgemaakt van het hogere. Oude heidenvolken waren zeer uitdrukkelijk verbonden met de godenwereld, en heel het leven stond met godsdienst in verband. Niets is vrijblijvend, niets staat er op zichzelf, niets is ‘neutraal”. Dit kan ook niet anders, want heidenvolken droegen een herinnering bij zich aan hun wording door het Woord. Het stempelde hun leven, maar zij bleven van Gods Woord vervreemd totdat het hun verkondigd werd. Europese heidenvolken werden gekerstend, dat wil zeggen in christenvolken veranderd.

Bij de gekerstende volkeren is de afgoderij vervangen door de reine eredienst. Het is voor heidenvolken die tot bekering komen een gewichtige en natuurlijke zaak dat zij niet langer de duivelen mogen dienen. Wanneer heidense stamhoofden aan het ware geloof gehoorzaam worden, dan doen zij de oude afgoden radicaal weg. De afgoderij wordt afgeschaft op dat moment. Gekerstende stamhoofden verbieden afgoderij, toverij en waarzeggerij. Zij handhaven de heilige eredienst en gaan het bijgeloof tegen. Deze overheidstaak is geheel vanzelfsprekend, want elke overheid regeert òf bij de gratie van de drieënige God, òf naar heidense wil. Wie een ideologisch gezag vestigt, tast de kroonrechten van Christus aan, pleegt verraad aan de publieke zaak en is afvallig.

Tanende invloed van de boze

In landen waar men onder het beslag van Gods Woord komt, blijkt het voor sporadisch overgebleven tovenaars niet gemakkelijk om nog de oude afgoderij te praktiseren, want de duivelse kracht neemt daar af over de hele linie. Let wel, dit is geen zaak die men als huisvaders en stamhoofden op zijn beloop mag laten, want wie gelooft die bouwt aan de dienst des Heeren ten koste van de dienst des duivels en der wereld. Laten we de belijdenis der Nederlanden, de Confessio Belgica erbij nemen. Werken danwij dat in artikel 36 van de Confessio Belgica geen facultatief missionair “ideaal” wordt geëtaleerd, maar dat het een geloofsbelijdenis is waarin men belijdt Wie God is, hoe Hij Zich laat vereren, en hoe Hij de afgoderijen en andere valse verleidelijke leringen laat vernietigen door huisvaders, stamhoofden en vorsten. Kwade krachten moeten worden vernietigd.

De 37 geloofsartikelen staan op één lijn

Elk geloofsartikel is een getuigenis van de waarheid. Elke Nederlander is begrepen in het verbond met de Potentaat aller potentaten. Wij staan allen samen onder ede. Wij zijn gebonden aan de nationale “eed” in de vorm van de Nederlandse geloofsbelijdenis. Dit geldt even krachtig als dat wij allen te maken hebben met het Nederlandse vaandel. Weliswaar ontkennen enkele oproerlingen dit. Al generaties lang is het tegengesproken. Maar zo’n ontkenning is even dwaas als de beweringen van mensen die in een bezettingstijd meenden dat Nederland niet meer bestond.

Thans leeft het Nederlandse volk onder de bezetting van revolutionaire machten die de scheppingsorde ontkennen en die alles op alles zetten om de historische gang uit te wissen. Maar zij zullen het niet hebben, het oude Nederland. Wij kunnen niets prijsgeven, want wij staan onder ede. Deze eedzwering in de vorm van geloofsartikelen is het leven van neêrlands volk en kerk. Met de woorden van alle 37 geloofsartikelen van de Confessio Belgica wordt de eeuwige geloofswerkelijkheid beleden, tegen de spot en hoon der wereld in. Artikel 36 is de openbaarmaking van het ambt der overheden, zowel lagere als hogere overheden. Dezen staan niet los van God en Zijn Woord. Uit alles zien wij dat artikel 36 net zomin ontbreken kan als alle overige artikelen. Wie betwist dat de inhoud van het 36-e geloofsartikel in overeenstemming is met de Heilige Schrift, die moet ook de andere geloofsstukken aan nader onderzoek onderwerpen voor een “hertaling” naar de huidige praktijk toe. Wie echter de andere artikelen erkent als zijnde geheel overeenkomstig de Heilige Schrift, die moet dan ook dìt 36e artikel belijden.

Versnippering

In onze dagen pleiten steeds meer ‘reformatorische” leidslieden openlijk voor gelijke rechten van waarheid en leugen. Zij merken dat hun praktische staatkunde op gespannen voet staat met de oude staatkundige toestand (constitutie) van Nederland. Zij komen er steeds openlijker voor uit dat hun huidige politieke praktijken reeds een “hertaald” artikel 36 veronderstellen. Welnu, thans voegt men de daad bij het woord. Kennelijk heeft men van het geloof schipbreuk geleden. Het gevolg van zulke ongehoorzaamheid is dat men de religie ondergeschikt maakt aan een onbijbelse burgerlijke vredespolitiek. Men verloochent het leven, hooguit tracht men te overleven in een subgroep, waartoe men “zichzelf” organiseert. Echter deze subgroepen worden open gemaakt naar een onberekenbare “open maatschappij” toe.

Uit regeringskring kwam deze dagen de opmerking dat men 45 man nodig heeft om één terreurverdachte te schaduwen, en dat dit onmogelijk is. Dit versterkt de overtuiging dat het niet veilig wordt voordat Nederland onder sharia-wetgeving zal zijn gekomen. Heidenen aanvaarden alléén een heidengezag. Wij zien dat democratie regelrecht leidt tot ontwrichting en vernietiging. Democratie leidt tot de noodzaak van een sterke staat die zelf bepaalt wat goed en kwaad is. In plaats van het volk te beschermen, levert de overheid ons over aan angst en tirannie. Voor Nederland staat een “onfeilbare” tiran klaar met afgodische trekken.

Opoffering van de Nederlandse orde

Velen stellen de Nederlandse rechtsorde op gelijke voet met de vernietigende shariawetgeving van de totalitaire islamitische oemma (wereldmacht) die ons met een ongrijpbare legermacht nadert. Men kent aan het Woord van God “gelijke” rechten toe, onder en naast de overheersende meningen van de duivel. De Nederlandse orde wordt opgeofferd door mensen die massaal meeblazen in het koor van de mondiale samenleving. Hoe komen ‘reformatorischen” zo ver? Dit heeft dunkt me te maken een aantal factoren. Enerzijds vecht men voor eigen groepsbelangen, anderzijds omhelst men een sterke totalitaire gelijkheidsstaat, met de valse hoop om door onderwerping aan een sterke staat ‘nog” een beetje ruimtegevoel over te houden voor zichzelf binnen een grote open maatschappij.

Ook al ontbreekt het gezag van de waarheid, geen nood, want men gelooft in “de” dialoog, dat wil zeggen: in zichzelf. Men waant zich authentiek en ootmoedig, en daarom stelt men zijn persoonlijk geloofsleven in de plaats van de inzettingen en rechten des Heeren in de levenspraktijk. Men gelooft in zichzelf, in democratie, in vrije wil, in mondiaal denken, in gevoel, in missionaire beïnvloeding. Spiritualisme en fideïsme behalen de ene triomf na de andere. Kortom, men ruilt de oude Nederlandse orde in voor een nieuwe schijnwerkelijkheid; men verloochent de constitutie, en men neemt zijn toevlucht tot voluntarisme. De orde wankelt, de dictatuur wenkt.

Wegdoen en afschaffen

Afgoderij en valse godsdienst zijn in het christelijke Europa vanaf koning Clovis (gedoopt in 496) weggedaan en afgeschaft. De afgoden werden afgezworen bij de doop. Elke gedoopte natie verbiedt afgoderij en valse godsdienst. Toewijding aan de afgoden kan niet bestaan naast de publieke dienst des Heeren, want dan zou een vals gezag de vrije hand behouden om de eenheid te breken. Een geloof zonder bekering is niet alleen zielsmisleidend, maar ook staatsgevaarlijk. Hoezo? Wie een vals geloof belijdt die verwerpt daarmee ook de christelijke overheden die regeren bij de gratie van de drieënige God. Wie God verwerpt, die verwerpt ook de overheden die bij Zijn gratie regeren, want een overheid heeft alleen maar gezag omdat zij de ware God boven zich heeft.

Wie God verloochent, die heeft ook geen boodschap aan het stamverband en aan het gezag dat de stamhoofden (vorsten) dragen. Valse godsdienst is een splijtzwam in de gekerstende natie. Het toelaten van afgoderij beduidt ogenblikkelijk het toestaan van een alternatieve onafhankelijke staat binnen de staat. Hiervan geldt: Wie zal vuur in zijn boezem dragen zonder zich te branden? Moeten vernietigende krachten niet uitgeroeid worden in het gezin? Moeten vernietigende krachten in de samenleving dan niet uitgeroeid worden? De vraag te stellen is haar te beantwoorden.

Misverstanden gewekt?

Krachtens de bestaande eed, uit eerbied voor de kroonrechten van Christus en uit zorg voor Gods arme volk kunnen overheden hun verantwoordelijkheid voor de ware eredienst niet loslaten. Tijdens een bijeenkomst belegd door het Reformatorisch Dagblad 1 april 2005 merkte ir. van der Vlies van de SGP op dat artikel 36 gemakkelijk misverstanden opwekt. Daarom wilde het gezelschap, verder nog bestaande uit de heren Schutte, dr. ir. van der Graaf, Büdgen en ds. Visscher, ertoe overgaan om artikel 36 aan nadere bestudering te onderwerpen, om het te vertalen naar de huidige praktijk toe. Volkomen dwaas, want hiermee creëert men een afstand tussen zichzelf en zijn geloof.

Hiermee zet men de zaken op hun kop, want niet moet het geloof “hertaald” en aangepast naar ons leven toe, maar andersom: onze levenspraktijk getuigt dat onze belijdenisartikelen geheel overeenkomstig de Heilige Schrift zijn. Immers ons geloof is geen product van eigen denkwerk, maar het is ons òvergeleverd, en wij hebben er voor te strijden. Wie echter begint met een “hertaling” van één geloofsartikel, die moet ook de andere geloofsstukken onder handen nemen, want alle geloofsartikelen staan de burgerlijke vrede in de weg! Neem bij voorbeeld de belijdenis dat God een Zoon heeft, dit is volgens de islam een strafwaardige belijdenis. Het betekent dat je om moslims rustig te houden, niet alleen de Nederlandse vlag moet opbergen, maar ook het Nederlandse geloof helemaal moet herschrijven. De prioriteit die de burgerlijke vrede thans bij het kerkendom geniet, gaat ten koste van het totale christelijke geloof.

Omwille van vrede zou het geloof in de Zoon van God opnieuw “vertaald” moeten worden naar de interreligieuze en interculturele situatie van onze dagen. Wie voor alles praktische vrede beoogt met afgodendienaars, valse christenen en ketters, die zal om ophef en onrust te voorkomen, het totale geloof moeten herschrijven. Alle geopenbaarde waarheden worden ingepast in het kader van een godsdienst waarbij de zoekende mens voorop staat in plaats van de Heere. Wie het christelijke geloof daarentegen onverkort belijdt, is in de ogen van dit aangepaste kerkendom zelf oorzaak van misverstanden. Wat is er met bovengenoemde lieden aan de hand? Eenvoudig dit: “Het vat geeft wat het in zich heeft.” Zij maken de afval algemeen om God Zijn kroon te ontrukken.

Toverboeken sparen?

Sommige buitenstaanders zien een gevaar in de onderwijsvrijheid. Professor Cliteur en het Kamerlid Herben zagen helaas geen andere weg dan om de goeden met de kwaden te laten lijden, omdat de fnuikende gelijkheidswetgeving niet toestaat dat thans staatsgevaarlijke scholen gesloten worden. Dan ook maar àlle bijzondere scholen dicht? Dit is even ongerijmd als de gedachte van hen die, om Mohammed B. de wind uit de zeilen te halen, de christelijke traditie willen herijken en het christelijke geloof wil hertalen. Maar was het, om Bijbelverbrandingen te voorkomen, niet beter geweest dat de toverboeken van Efeze uit het vuur zouden zijn gered?! En had keizer Karel de Grote (768-814) zich wel mogen verzetten tegen relikwieënverering?

Terwijl vele moderne orthodoxe gelovigen op een nieuw wonder van God hopen, achten ze nota bene risico’s verbonden aan het oude wonder van God zoals dit in de constitutie (orde en historie) van het christelijke gemenebest alhier aanwezig is. Men verwerpt de oude constitutie en men omhelst de namaakgrondwet. Verzet tegen het kwaad werd bij de neo-calvinist Abraham Kuyper altijd nog meer gevonden dan bij het spiritualistische fideïsme van vele orthodoxe christenen. Ze moeten zich afvragen of zij geen hout helpen aandragen voor de brandstapel van medechristenen.

Geen middenweg

Terugkeer tot de voorgegeven gekerstende Nederlandse orde is nuttiger dan een missionaire benadering van ‘niemandsland”. Wie artikel 36 heroverweegt om een programma voor “herkerstening” te verzinnen, die stelt zich bloot aan de opkomst van een totalitaire gelijkheidsstaat, waarin in elk geval geen plaats is voor de Nederlandse geloofsbelijdenis en voor de Nederlandse vlag. Valse godsdienst ondermijnt het geloof en het gezag. Een middenweg tussen verbond (constitutie) en willekeur bestaat niet.

Een middenweg tussen theocratie en ideologie bestaat thans evenmin als in de jaren '30 van de vorige eeuw. In de jaren '30 was er de opkomst van de ideologie van het nazisme. Dit is het spiegelbeeld van de tegenwoordige ideologie. Anno 2005 beleven we de opkomst van de ideologie van de gelijkheid. Terwijl wij toentertijd bedreigd werden door een ideologie van ongelijkheid en geloofsloosheid, maakt thans een andere leugenachtige ideologie zich breed, namelijk die van gelijkheid en pluralisme. Hierbij moet worden bedacht dat “gelijke rechten” alleen gelden voor wie zich heeft laten nivelleren, dat is voor hem die het hoofd gebogen heeft voor de gelijkheidsregel. Wie niet voluntaristisch kan zijn, die wordt uitgesloten. De stelregel der gelijkheid is dodelijk voor onze oude Nederlandse rechtsorde, terwijl heidenen zich er niet door laten beknotten. Onderwerpen we ons schoorvoetend aan het nieuwe systeem van gelijkheid, afgoderij en atheïsme?

Van der Groe en de constitutie

In een preek die Theodorus van der Groe, predikant te Kralingen, kort voor zijn dood (1784) hield, maakt hij een toespeling op de ‘nieuwe constitutie” die toen dreigde te worden ingevoerd. Het was de tijd van de smadelijke aanhouding van de prinses door een groep patriotten bij Goejanverwellesluis in de omgeving van Gouda. Met Pruisische hulp werd het patriottische gevaar echter gekeerd. Anders zou de nieuwe constitutie het land en de kerk spoedig te gronde hebben gericht, merkt van der Groe op.

Waar het mij nu om gaat is dat wij uit deze opmerking niet mogen afleiden dat er vóór die tijd al een (oude) grondwet bestond, want die was er helemaal niet. Het woord constitutie heeft niets te maken met een revolutionaire “grondwet”. Er was voorheen een constitutie en geen grondwet. Thans beweren verraderlijke christenen en modernisten dat er wel een grondwet bestaat en geen constitutie. Dit is de waarheid op zijn kop gezet. Dit is in strijd met de werkelijkheid, die constitutioneel van aard blijft. Anno 2005 mag men “constitutie” niet zomaar opvatten als zijnde een willekeurig uitgevaardigde grondwet, want dan zou u voluntarisme verwarren met constitutionalisme. U moet constitutie en grondwet uit elkaar houden.

De grondwet, zoals die algemeen wordt opgevat en zo ook “bestaat” in ons land, is een namaakconstitutie ten behoeve van partijpolitiek die tot de schijnwerkelijkheid behoort. De revolutionaire schijnwereld staat op gespannen voet met de constitutie, dat is: met de publieke zaak en de publieke kerk van Nederland. De veelgeprezen doch weinig gelezen oudvader Van der Groe zou zich in zijn graf omdraaien al hij wist dat de patriottische ideologie thans door aanhangers van de Nadere Reformatie aangehangen en uitgedragen wordt.

Wederkeer

Een sterke staat die zich van de kerk afgescheiden heeft, dwingt het volk tot willoze onderwerping en aanpassing. Een klimaat van schijnbaar neutraal relativisme leidt tot afgodisch absolutisme. Bloed en tranen volgen, maar daarover maken ideologen zich niet zo druk, immers hun haan moet koning kraaien. Weerspannigheid tegen de Heere betekent dat men zich niet laat genezen. Ideologie neemt onwettig de plaats in van theocratie. Dit alles is een symptoom van het verbreken van het verbond en het omver werpen van de altaren. Alleen verbondsherstel is genezing van een volk door Gods genade, in de weg van boete en bekering.

Geen opmerkingen: