vrijdag 24 oktober 2008

DE GELOOFSDAAD VAN RACHAB

In het Woord van God staat een rijk en ontwijfelbaar goed getuigenis van Rachab, de hoer in Jericho. Jericho was de Kanaänitische stad die het eerst door het volk Israël eroverd moest worden. De stad zou met de grond gelijk gemaakt worden en verbannen. Niemand van de Israëlieten mocht er een gram goud of zilver als buit uit meenemen. Een preekschets over Jozua 2: 1 - 24.

Toen het Israëlitische leger nog twintig kilometer had te gaan, zond Jozua, de aanvoerder van het volk, twee verspieders vooruit om Jericho's ligging te doorzien, en om verslag uit te brengen van wat hun opgevallen was in de omgeving. Tegen het vallen van de avond kwamen de twee spionnen in Jericho. Zij stapten binnen in een herberg die wat boven de meeste huizen uitsteekt. De herberg staat half ingebouwd op de stadsmuur vlakbij de poort. In een herberg kom je allerlei mensen tegen van binnen en buiten de stad, daar zijn de meeste verhalen te horen, je vangt er belangrijke geluiden op. Spionnen proberen om zelf niet op te vallen, en toch zoveel mogelijk te weten te komen.

Doch alles loopt anders dan verwacht. Rachab, de vrouw die daar de herberg houdt, is uiterst vlug van begrip, begrijpt meteen wat voor gasten deze twee zijn. Zij ziet dat zij te vertrouwen zijn, en dat zij in levensgevaar zijn, daarom moeten zij meteen verstopt worden. Rachab handelt doortastend, zij brengt hen bovenop het platte dak van de herberg, en zij wijst hun een plek onder de vlasstoppels die daar liggen te drogen. Misschien had Rachab zelf een akker waar zij vlas verbouwde.

Wie is Rachab? Als we letten op Jericho als geheel, dan is het een stad vol ongerechtigheid, afgoderij en venijngeving, zoals alle steden in die tijd, en Rachab deelde in het leven van haar volk. Zij houdt een herberg, en zij is tevens een publieke vrouw, een hoer. Dat is te zien aan een rood scharlaken snoer dat aan de deurpost van de herberg hangt. In alle steden in die tijd is een herberg meteen ook het huis van een hoer. Ongetwijfeld bezit zij een grote mate van mensenkennis. Er is weinig wat haar ontgaat. Een vrouw zoals Rachab had speciaal de taak om geheime berichten te weten te komen. In gezelschap van bezoekers houdt zij altijd de voelhorens uitgestoken. Voorheen meldde zij het meteen bij de koning van Jericho, als haar iets verdachts opviel. Maar de laatste tijd is haar opgevallen dat het gevaar voor Jericho in Jericho zelf aanwezig is. Het is haar opgevallen dat haar eigen volk niet meer normaal reageert op tegenstanders. Het is voor haar een overtuigend bewijs dat Jericho niet meer te redden is in dit geval, nu het volk van de HEERE, de God van hemel en aarde, in aantocht is. Het gerucht gaat al zo lang, en heel Jericho bééft ervan. Rachab weet dat Israël in aantocht is, en dat God beloofd heeft om het land Kanaän hun in bezit te geven.

Wat is het verschil tussen Rachab en haar stadgenoten? Rachab wéét veel, zij let op mensen, hoe zij reageren. De andere mensen in Jericho hebben wel geruchten vernomen die hun de haren ten berge doen rijzen, maar het verschil is: Rachab weet in het geloof toe te passen wat zij bij gerucht vernomen heeft. En de anderen verharden zich. Één en hetzelfde bericht van de hemel is voor de uitverkorene een reuke des levens ten leven, terwijl het in de wind geslagen wordt door degenen die van het geloof schipbreuk lijden. En dat ziet Rachab gebeuren bij de inwoners van Jericho en omgeving. Zij geloven niet, zij treden niet handelend op in het dodelijkste tijdsgewricht, om het vege lijf te redden, zoals het voor een levend mens normaal is om te reageren, maar -integendeel:- zij hebben zich verkocht aan hun eigen systeem van beheersing, registratie en zelfcontrole. Voorheen gingen de signalen voor de veiligheid van de herberg uit, dat wordt nu gemist, maar geen nood, want er is totaalcontrole voor in de plaats gekomen. De koning van Jericho beroemt zich er op dat men zo gauw in de gaten heeft dat er in de herberg verdachte personen zijn. Er is geen einde aan het beheersen van de beheersing. Dit soort dingen zijn tekenen van dieper verval. Het is erg wanneer bij een volk de normale kaders wegvallen. Rachab ziet dat het gevaar zich genesteld heeft in de geest van haar eigen volk. Niet alleen het onderlinge vertrouwen is er verdwenen, maar eveneens de daadkracht. Daarom is de wereld vol verdachtmakingen die geen redding kunnen aanbrengen. Doch Rachab is door het geloof behouden, dat is door de daad waaruit bleek dat zij aanspraak gemaakt heeft op levensverlenging en verlenging van dagen voor haarzelf, haar familie, dus voor een rest van Jericho. Véél dikke boeken zal Rachab niet gelezen hebben, maar wat zij gehoord had bracht geloof voort. Er zijn mensen die wel veel lezen en toch niet geloven, die verharden zich. Onderschat het niet.

De inwoners van Jericho, en vooral de koning, putten zich uit in het nemen van veiligheidsmaatregelen; geen systeem laten zij onbeproefd, en toch is het altijd nog ontoereikend. Hun enige oplossing is altijd: nog meer controle over onszelf. Als wij onze eigen burgerij maar onder controle krijgen, dan kan de tegenstander ons niets doen. De ongehoorzamen zijn het bangst voor zichzelf, zij lopen met sombere gedachte rond dat het grootste gevaar in henzelf zit. Vandaar dat alle kaarten gezet worden op totaalbeheersing. De ongelovigen komen gewoonlijk door angst voor zichzelf in een hoek terecht, en menen daarmee een Gode welgevallig werk te verrichten, doch het is ongehoorzaamheid. Rachab was op haar redding bedacht, zij liet zich niet daarvan afhouden, al ging het door de onmogelijkheid heen.

Ongehoorzaamheid is zonde. God haat dit in Jericho en in Israël en overal. Veertig jaar eerder hadden de Israëlieten het aan hun ongeloof te wijten gehad dat zij vanaf de grenzen van Kanaän weer terug moesten, de woestijn in. God wilde dat het volk niet zou vrezen voor reuzen, maar zij moesten doortastend handelen. Het ongeloof van Jericho is dat zij niet handelend optreden. Heel hun reactie was een krachteloze angstdaad, waaruit slechts verharding sprak. Het leven was kennelijk al weggeweken uit Jericho. God haat de geest van het ongeloof. De mensen van Jericho handelden puur ongestructureerd vanuit een overheersend angstmotief. Zij probeerden wel het gevaar onder controle te houden, maar zij deden niets om hun leven te redden. Dan waren de Gibeonieten, even later, toch heel anders. De mannen van de stad Gibeon verkleedden zich als reizigers uit een ver land, hingen een mooi verhaal op, en sloten een verbond met Israël. Hoewel Israël er kwaad aan deed om zo naïef te werk te gaan, betekende het voor de Gibeonieten behoud van hun leven. Daar spreekt toch gehoorzaamheid uit. Het behoort de mensen voor ogen te staan dat door de zonde het kwaad al ten volle over ons besloten is, en dan is er slechts één manier van ontkoming. Geloof in de Heere Jezus Christus. De kennis van God en van Zijn genade moet reeds aan Rachab geschonken zijn geweest, zij moet de stem van God al vernomen hebben tot levendmaking. Zij zag dat God gelijk heeft, en kreeg kennis aan het verbond en het bloed des verbonds. Hierdoor behield zij haar waardigheid. Zij is vrijmoedig in het geloof. Haar daad loopt uit op een verlenging van dagen voor haarzelf en haar familie. Het geloof is als een zuurdesem, het werkt door.

De geloofsdaad staat centraal. Door het geloof komen wij weer tot de daad: weldadigheid bewijzen en behoud zoeken. Wie niet doet, gelooft niet. Het ongeloof levert wassen beelden op, die een sprekende overeenkomst vertonen met het echte, maar het doen ontbreekt. De schijnvrede van het ongeloof staat tegenover het zoeken van de vrede. Een begenadigde is herkenbaar aan een rechtstreekse daad. De daad van het geloof is niet ingewikkeld. De levende God haat de zonde, het ongeloof is Hem een gruwel. Wanneer Hij met een mens worstelt, verlangt Hij dat de mens Hem niet laat gaan. Alleen de God Die ons in het gericht betrekt, kan ons zegenen. Door het geloof verkreeg Jakob een zegen. Het geloof is de rechtuitgaande daad, waardoor God wordt aangegrepen bij Zijn Woord. God heeft de oprechten lief. Het geloof kan niet anders dan reddend zijn. Gaat het alleen om het belang van de zondaar? Nee, maar de Heere stelt Rachab's redding ook voor ogen aan ons, opdat wij haar handelwijze mogen verstaan vanuit de Middelaar Die voorgaat als de Voleinder des geloofs. Laten wij de genade van het geloof vasthouden, want daardoor is uw leven een dienend leven. Het is Gode aangenaam, want u dient Hem met eerbied en godsvrucht. Verlang de belofte om voor God te kunnen leven, gelovig te omhelzen. Als dit verlangen ontbreekt, is er ook geen ernst. Is er wel nood, blijf opzien tot de Geest des geloofs, en wees welgezind. De goedwillendheid is geloofsvrucht.

Wij zetten de overdenking voort over het geloofsgetuigenis van Rachab, de hoer, in Jericho. Door de gave van het geloof is alles veranderd. Rachab is van Christus geworden, en nu is er voor haar, net als voor elke wederomgeborene, een schijnwereld ondergegaan en een andere wereld opgekomen. Voorheen, in haar eertijds, was Rachab een oplettende vrouw, en dat is zij nog. Zij is het zelfs veel sterker dan voorheen, want zij heeft door bekering haar verstand teruggekregen met goddelijk licht bestraald. Nu oefent de Heere Zijn volk in het geloof. Rachab komt tot de daad des geloofs als zij de verspieders helpt. Wie was Rachab de hoer? Rachab was niet een totaal schaamteloze vrouw. Dat is zij in ieder geval niet, maar dat gold algemeen. Zelfs 45 jaar geleden had in Nederland een publieke vrouw nog altijd meer schaamte over zich dan thans een moderne huisvrouw die zich in deze tijd uitdagend vertoont op haar 'hyves'. Laten wij Rachab maar niet wegzetten, want dat zou onrecht zijn, bovendien: dan krijgen de gemoderniseerde nieuwe christenen, die van hun drek niet gewassen zijn, nog meer praatjes dan zij nu al hebben.

Voorheen zou Rachab allang stil alarm geslagen hebben, als er vijanden van haar volk binnen de gezichtkring kwamen. Maar nu is alles anders. Rachab voelt de kloof, zij is niet in staat om de koning van Jericho te overreden met nodigende woorden zoals Mijnheer koning, we moeten buigen voor de God van hemel en aarde. De genadetijd is voor Jericho's koning afgelopen. De zaak van God en van Zijn Sion wordt niet gewonnen met overredingskracht, noch met doortastendheid, maar door een list. Rachab brengt de koning op een dwaalspoor. Terecht! Want wie niet geloofd hebben, worden overgegeven aan de dwaling, en komen om in de duisternis die zij liever hebben gehad dan het ontdekkende licht. De koning is de dwaze bouwer die het Woord verneemt maar niet doet. Zijn huis stort in, de val is groot.

Rachab behoort tot de velen die getuigenis verworven hebben, zij is één van de ouden die een naam gekregen hebben in het Boek des levens des Lams. Rachab behoort nu tot de getuigen die samen als een grote wolk om ons heen liggen, als bemoedigende voorbeelden. Hun gedachtenis moedigt ons nu aan om met lijdzaamheid de loopbaan des geloofs te lopen, ziende op Jezus. Vanwege het geloof met hart en mond, lopen wij oprecht, en werpen wij in de weg der bekering de dingen van ons af die ons hinderen. Hierin is Rachab tot voorbeeld ook. Waarom staat Rachab in de rij der gelovigen? Het komt vanwege haar daad, dat zij de verspieders met vrede ontvangen had. Zij heeft de mannen met vrede begroet. Haar welkom, haar groet is: vrede zij u! De groet is heilig, het houdt alles in. Hiermee zegt Rachab meteen: Jullie kunnen in de herberg een plááts krijgen, gaan jullie maar naar het platte dak. Nadat zij gegeten en gedronken hebben, worden zij daar voor hun veiligheid te slapen gelegd en onder de vlasstoppels verstopt. Vrede betekent: de volmaakte goede houding zonder uitzondering of ontrouw.

Uit de daad van Rachab blijkt dat er in het doodse Jericho nog een ander Jericho is, het ware, rechtvaardige, oorspronkelijke Jericho komt in de geloofsdaad van Rachab weer tot uiting. Binnen de knellende doodscultuur van de ongehoorzame elite, die binnen Jericho door een massa gevolgd wordt, blijkt het zaad des geloofs werkzaam te zijn in een rest. Door de Geest des geloofs werd het hart van Rachab gereinigd, het leven is haar geschonken, en nu werkt de Heere in haar door. Hoe is het geloof in Jericho binnen gekomen? Net als op andere plaatsen, want het geloof komt door het gerucht. Binnen het gerucht van Gods verterende majesteit, beluistert Rachab het evangelie van Christus, en haar ogen zijn geopend om de weg des behouds te aanschouwen, maar dat niet alleen. Ze mag het doodvonnis ook onderschrijven voor haarzelf en voor haar volk, alleen met dit verschil, dat de wanhoop bij Rachab niet hinderlijk maar juist heilzaam is. Zij heeft geen moed nodig om te kunnen geloven, maar zij gelooft. Zogenaamde hoop en moed zijn soms maar obstakels op de weg des heils. De gelovige is zonder moed overgebleven, maar het geloof zelf is daadkracht overeenkomstig de uitwerking van Gods macht. Beter gezegd, waar het geloof is, daar is God zo blij dat Hij krachten tot behoud en tot bekering kan doen in Jericho, vanwege het leven dat in Christus geopenbaard en hersteld is.

Wat een eindeloos verschil is er met de ongelovigen. Het gerucht van de God van Israël, Die zowel boven in de hemelen als beneden op de aarde God is, kwam tot héél Jericho. Heel het volk en heel de kerk van Jericho horen en weten dat het laatste uur geslagen is, want God en Zijn volk zijn niet te stuiten. Maar de ongelovigen reageren hierop met contraspionage bij hun eigen volk en met stille informanten, een verfijnd veiligheidsnetwerk. Zij oefenen controle uit zonder dat zij erin geloven, in die controle. Er is in de verworpenen een geest van verharding, dat is het ongeloof der ongehoorzamen. Het kenmerk van het ongeloof is, dat het zonder daadkracht is. Het ongeloof put zich uit om de eer te verloochenen en om de eigen waardigheid af te leggen. Het ongeloof is een sprong in het duister, die toch geen rust brengt.

Wat heeft er bij Rachab plaatsgevonden in het begin van haar geloof? Elk mens moet bij de schouders gepakt worden, om stilgezet te worden, en om de weg des levens te kennen en te bewandelen. Wat is er met Rachab gebeurd? Rachab was in feite al niet meer echt één met de ongerechtigheid, de trends en de modes van haar stad, sinds het uur van Gods welbehagen had geslagen. Dat was toen zij het gerucht vernam, want toen kwam God erin mee om aan haar hart te arbeiden. Vanaf dat moment is Rachab een beginnende gelovige die van meet aan een rust uitstraalt, want zij kent de troost, en dat blijkt, want zij handelt vanuit het geloof. Je komt niet door wat te doen tot geloof, maar door het geloof doe je. Is Rachab nu al behouden of strijdt zij nog om in te gaan? Allebei, want dit behoeven we niet uit elkaar te trekken. Het is verder opmerkelijk dat Rachab zich verantwoordelijk weet. Zij toont verantwoordelijkheid te dragen voor alles, namelijk voor Gods eer, door Zijn deugden te belijden. Daarmee belijdt zij de grootte van haar ellende. Rachab zoekt door haar list de zegen voor het volk dat er aan komt, voor Israël, want zij gelooft dat uit Israël de zegen uitgaat. Rachab zoekt ook de zegen voor zichzelf en voor haar vaderhuis, waarmee zij onlosmakelijk verbonden is. Als ongehuwde vrouw behoort Rachab onder het gezag van haar vader. Rachab is een klassieke vrouw, want zij is medeverantwoordelijk voor zijn huis, en dit bewijst zij krachtig. Maar de moderne mensen zijn meer bezig met het 'redden' van de anonieme maatschappij, terwijl zij hun gezinnen en hun natuurlijke verwanten verwààrlozen. Doch Rachab is bezorgd voor haar huis, haar leven, haar bezit, haar eer, haar ziel en haar geloof. Zij is met zorg vervuld voor haar verwanten, voor een rest, om een overblijfsel uit Jericho, samen in het leven te behouden. Het is Gods beleid om zelfs een rest te bewaren, en dat wil Hij ook doen aan Israël. God bewaart nog een rest uit een rest.

Wat zal Rachab gedacht hebben over de woestijnperiode van Israël? Zij weet immers uit de berichten dat het grootste deel van het volk gestorven is in de woestijn. Welnu, als de HEERE Zijn volk zo zwaar kastijdt, wat wil dan een hoer uit Jericho verwachten?! Maar Rachab keert het om, zij ziet op de zegen die zij voor het overgebleven Israël zoekt, omdat het door de HEERE beloofd is. Nu zij Christus mag kennen en eren, nu verwacht zij dat God Zijn beloften voor héél Israël waarmaakt, dat betekent: ook voor haar, want er is maar één Israël, en dat zijn allen die in het geloof van Abraham delen. Wat is de kern toch eenvoudig. Eén ding is maar nodig. Ergens staat geschreven: In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen - en dat is niet alleen tot nut voor jezelf, maar ook voor het volk. Het vertrouwen is een reddende kracht, want als iemand het Woord hoort, en er komt geloof in mee, dan krijgt het vaak een uitwerking naar meerdere kanten tegelijk, en dan worden vaderhuizen en volksstammen verbonden met de heilsgeschiedenis, om te delen in Israëls heilgenot en in de rechte lofprijzing. Rachab schrijft niet al het volk van Jericho af dat nu goddeloos en ten dode opgeschreven is. Integendeel, er komt een ander volk, dat wel de HEERE dient, en doordat dit volk tot Rachab komt, en vervolgens Rachab voor dit volk begint op te komen, verstaat Rachab dat zij nu ook zelf aanspraak maakt op bescherming. Dit is de omwending van de geloofsvrede. Rachab is als de wijze bouwer, haar huis blijft staan, want wie het Woord hoort en doet heeft een onbedrieglijk fundament. Dit gaat niet buiten het geloof om, want Rachel vrààgt om genade en trouw. Het Woord kreeg weerklank bij haar door de Heilige Geest.

Rachab weet dat zij de gezanten van de allerhoogste Koning even goed kan vertrouwen als de HEERE. Rachab moet en mag de verspieders vertrouwen, want zij gaat af op het verbond. Het verbond kan niet wijken. Het verbond gaat Rachab aan, in deze zaak, nu er twee verspieders tot haar gekomen zijn. Deze zijn vertegenwoordigers, ambtsdragers. Rachab weet het, deze mannen moeten weer snel vertrekken, want het is onveilig binnen Jericho. Maar intussen vertrouwt Rachab haar leven, haar ziel en haar zaligheid aan deze ambtsdragers toe. Rachab is overtuigd van het oordeel dat rust op heel haar volk, waarmee zij één is. Rachab is geen verraadster, maar zij is wezenlijk één met haar volk onder het oordeel. In de bekering raakt u niet los van uw volk, maar bent u er juist meer mee verbonden dan tevoren. En daar komt dit bij: Rachab spreekt zeer overtuigd, en nuchter, over de genade en de redding. Een ziel buigt tegelijk onder het vonnis en de zegen Gods. Wij horen in de stem van Rachab de diepe blijdschap. Het verwondert haar: Vanwaar komen de dienaren mijns Heeren tot mij? Is het zo gelegen, dan gaat er kracht uit van God die tot ons nadert. Dit is het geheim en de levenskracht van al Gods geoefende volk. Van daaruit ontstaat de gegronde bede bij ons: Als Jericho valt, laat mij dan zeker, heel zeker niet omkomen, maar laat mij delen in de vrede, de zegen en de roeping. Wil Rachab een Jodin zijn? Het kan niet anders of zij is het al, wezenlijk. Maar zij wordt in de weg van de heilige orde voorlopig wel buiten het leger van Israël gesteld straks, als Jericho's muren gevallen zijn.

En toch behouden. Hoe? Door het geloof. Rachab spreekt niet: 'de' Heere God, of: 'de' Heere onze God, ook niet: 'mijn' God, maar Rachab zegt: ulieder God. En dat gelooft zij, dat wil zeggen: In het geloof baant zij zich een weg ter ontkoming voor haar en haar huis. Waarom ook haar vaderhuis? Wel, omdat God de God van hemel en aarde is. Hij is niet alleen de God van de gelovigen of de wedergeborenen, nog veel minder is Hij alleen maar de God van mensen die in het privé-leven 'positieve christenen' zijn. Maar God is de God van alle uitverkorenen die geroepen zijn, en die in Sion zijn ingelijfd. Zij zijn het gezegende zaad. Rachab vroeg om niet om te hoeven komen met Jericho, maar zij kreeg oneindig veel meer. Wie niet met deze wereld verdoemd wordt, krijgt namelijk ook behoud, leven, want u deelt bovendien in het leven van Christus uit de opstanding der doden. We moeten met Zijn verzoenende arbeid rekenen, om hoop te krijgen op behoud door het leven van Christus. Wie Hem wil zien, moet letten op de weg die God door Christus voor en met Rachab gaat.

Rachab is overtuigd van haar vonnis, maar zij gelooft met behoud van de waardigheid. Zij gooit de eer van haar zelf en van haar vaderhuis niet weg. Zij vlucht niet eens weg uit de stad, dat hoeft niet, maar zij heeft wel de bekering nodig. We behoeven niet te vluchten, maar we moeten ons wel laten corrigeren. Hoe zien we dat bij Rachab gebeuren? We zien dat het scharlaken koord nu dienst gaat doen als reddingskoord voor de verspieders, die met gebruik van deze ontsnappingsmethode naar beneden klimmen buiten de stadsmuur. Rachab heeft ontzaglijk veel liefde betoont voor het levensbehoud van de verspieders. Er moet aan Rachab véél vergeven zijn, want zij heeft véél lief. Rachab geloofde haar redding, en zij zocht haar behoud met zekerheid, vanwege het eeuwiggeldende verbond. Wie Gods volk op bezoek krijgt, die komt in aanraking met het verbond. Velen lezen de Bijbel wel, maar begrijpen hem niet en stellen daarom een commissie aan die een 'standpunt' moet 'onderbouwen'; dit is de methode van het ongeloof. Het ongeloof neemt geen beslissing zoals Rachab wel deed, het verwacht geen redding, en daarom is het ongehoorzaam. Verraden wij het volk dan, of geloven wij tot redding van onze ziel omdat het nu -met Gods gezanten bij ons in de buurt- de dag der zaligheid voor ons is?! Al wie slechts het verbond aanroert, zal in de beschutting delen vanwege Christus, het Hoofd van het verbond. Want over al wat heerlijk is zal een beschutting zijn. Hoe weten we dat?

Rachab geloofde de redding en alle overige weldaden van de HEERE, en zij werd niet alleen gered met haar vaderhuis, maar nog veel meer, want in de derde plaats werd zij ook een stammoeder van Christus. Dit betekent dat niet alleen haar vaderhuis, maar dat heel de Kerk samen met Rachab gered werd, want zij heeft de Weldoener voorgebracht, en zij mag door het geloof ook een 'moeder' zijn van Christus, Die Zelf alle dingen geschapen en uit het niet heeft voortgebracht, maar Die Zichzelf laat baren door de gelovige. Immers door het geloof wordt Christus beleden, en zichtbaar gemaakt, want de gelovige moeder in Christus roept tot de Zoon: Ontferm U, Heere! Rachab ontving de verspieders met vrede, en zij vertrouwde haar ziel toe aan deze mannen. Rachab is zegenrijk werkzaam tot hun lijfsbehoud, en daarom verwacht Rachab stellig het heil. Dat is geloof. De zekerheid des geloofs spreekt: Doe mij niet mee vergaan, sta voor ons in! Dit is trouwens de normale wedereis van het verbond, die Rachab hier van de verspieders vraagt. Wij moeten de boodschappers van Christus gebruiken in het heil dat zij te geef hebben. De mannen die tot Rachab kwamen zijn de ambtsdragers die de volmacht dragen, zij brengen het verbond naar de mensen toe. En het geloof ziet dat. Je ziet je er zalig aan. Of sluiten we ons hart voor elkaar toe? Wie het levenswoord verwerpt, verhardt zich tegen Gods volk en tegen God zelf, zoals de dwaze bouwer.

Een ongelovige kan geen liefhebber van Gods volk zijn. Een atheïst kan niet betrouwbaar en rechtvaardig zijn. Wel kan een volk lange tijd verdragen worden, en in de toom gehouden tot op de bekering die nog zal moeten plaatsvinden. Heel het leven is eredienst, de redding komt niet van binnenuit, maar het Woord krijgt ingang vanaf de grond van het bestaan. Het gaat van de dochter naar de vader, en zo moeten we het verder aan elkaar doorgeven, allereerst als ambtsdragers dus. Wat doen wij als wij huisbezoek krijgen? Verlangen wij dan een zegen in het geloof, niet twijfelende, omdat wij de dienaren van God in ons huis ontvangen hebben? Waarom komen Gods knechten tot u? Ziet u dat zij in deze kille, trouweloze eeuw bescherming nodig hebben. Gods dienaren zijn in gevaar, maar u beschermt hen in hun gevaren. Gods knechten zijn eenzaam, zij hebben te lijden onder aanvallen, maar u biedt hulp, en vervolgens verwacht u de redding voor uw leven, voor tijd en eeuwigheid. Staan wij zo in het leven? Wat is het Woord scherp maar eenvoudig. Wie weet waar de vrede ingang kan vinden in een kring van vrienden of studiegenoten. Maar dan gaat het wel eerlijk aan toe, want de trouw kan niet verborgen blijven. Wat uit het geloof is, zal blijken, te weten: in een weg van schrik, erkenning, kennis, met vrijmoedigheid, gebed en eedzwering. Dit is de orde van het heil zoals zij in gerechtigheid gekend wordt vanuit het heiligdom, het gezag, de eredienst, de volksvergadering, het vaderhuis en de binnenkamer.

Wanneer begon het geloof bij Rachab? Rachab gelooft als zij de verspieders met vrede ontvangt en vrede voor haarzelf begeert, tegen de twijfel en de onverschilligheid. Me dunkt, Rachabs geloof kwam in haar te wonen toen de verspieders binnen kwamen, en toen Rachab zag dat zij te vertrouwen waren. De verspieders droegen de ware vrede bij zich, en zij gingen in op de vrede-groet van Rachab bij hun binnenkomst in de herberg. Daar heeft Rachab de vrede ontvangen, de God des vredes is haar geopenbaard, terwijl zij en alle medeburgers in Jericho alles te vrezen hadden. Wat is het geloof? Dat Rachab de HEERE daar bij Zijn vredeswoord heeft aangegrepen. Rachab zegt niet dat zij in haar hart al begenadigd is, zij zegt ook niet dat zij gelooft, maar... zij gelooft, het is realiteit, omdat het niet anders kan. Ze ziet dat God is, en dat Hij een Beloner is dergenen die Hem zoeken. Als God werkt, dan is het onmogelijk om niet te geloven, niet te handelen en niet te volharden.

Wie niet gelooft is alrede veroordeeld. Velen lezen de Bijbel wel maar geloven toch niet. Ten onrechte onderwerpen zij het Woord aan de tijdgeest. In plaats van het Woord te horen, lenen mensen het oor aan eendagsmeningen. In plaats van de eeuwiggeldende gerechtigheid te eren, nemen mensen 'waarden' aan. In plaats van Israëls God te erkennen, vereren mensen de onbekende God, en zij beseffen niet dat zij met afgoderij bezig zijn. Dwaalgeesten beroemen zich er op dat zij niet weten Wie God is, daarom verschuilen zij zich in kunstmatig voorgeschreven Godsbeelden, wereldbeelden, mensbeelden en toekomstbeelden. Omdat de gerechtigheid niet in ere is, geven zij zich over aan bezinning. Vanwege het trouweloos breken van de geloofseed ontstaat een gevaarlijke leegte in de publieke zaak en kerk. Het fundament ontbreekt.

Een gevaarlijke trek van afgoderij dient zich aan doordat op zichzelf staande 'beginselen' en 'waarden' vereerd worden boven Christus Die de kroonrechten draagt voor het gekerstende volk. In onze nihilistische eeuw dreigen ideeën zich te belichamen in de figuur van de pseudo-religieuze leider die Christus afzweert en een valse ethiek invoert die gehoorzaamd moet worden. Wanneer waanideeën een goddelijke waarde krijgen toegediend, en wanneer zulke ideeën zich vastzetten in personen, dan wordt de mens vergoddelijkt. Dit is het proces van islamisering dat zich voltrekt binnen het verwaterde, hypergevoelige, naïeve kerkendom.

De hedendaagse massa gelooft niet in de Godsopenbaring vanuit de schepping en het Woord, maar zij geloven in bezinning, dat is in zichzelf. Hun kerkelijke kringen beschouwen zij als veilige eilanden in een ontheiligd heden. Als het ergens aan ontbreekt, dan is het aan het doen van gerechtigheid op aarde. Een gelovige is het echter rechtstreeks om God Zelf te doen. Rachab bezat geen Bijbel, maar zij vernam het gerucht. Daar komt het immers op aan. Dit is alles. Hoort! en uw ziel zal leven. Wie het Woord hoort en doet is als de wijze bouwer wiens huis blijft staan in het oordeel. Wie het Woord doet, die vlucht voor God naar God toe. Alleen de God Die ons oordeelt, kan ons zegenen. Komt in, gij gezegenden, en beërft het Koninkrijk.

Amen

Geen opmerkingen: