woensdag 21 juni 2006

REIS NAAR XANTEN

Een reis naar Xanten leert ons veel over het fenomeen "macht ten koste van de orde". In Xanten wonen mensen bij de natuur, bij het bloed der martelaren en bij de eredienst. De figuur van "Norbert van Xanten", die enige tijd in deze stad verbleef, leert ons verder veel over op drift geraakte levens in onze tijd.

Onlangs heb ik, samen met een groep jongeren van mijn gemeente, een schitterende reis gemaakt door Elten, langs Kalkar, en via de langste Rijnbrug overgestoken naar Xanten. Zo trokken we vanuit het Germaanse naar het Romeinse gebied. Alles werkte mee, vooral die prachtige beschrijvingen die wij van onze reisleider aangereikt kregen. Op zo'n dag herleven de Germaanse en Romeinse tijden. Verder bereikte de temperatuur op die zonovergoten dag werkelijk een Romeinse hoogte. Daar zaten we dan tussen de middag bij de zuilen in een heuse Romeinse herberg ons brood op te eten, niet ver van het amfitheater waar vroeger dagelijks wrede schouwspelen te zien waren, waarbij de tot proletariërs vernederde mensen zich vermaakten over de gevechten van dieren en van gladiatoren. Door bureaucratie, subsidies, heffingen en dergelijke methoden werden de mensen afhankelijk gemaakt van de Romeinse machtsstaat. Als tegenprestatie stopte de overheid het volk slechts amusement in handen, waardoor de verslaving en het proletariaat bevestigd werden.

In de Thermen zagen we hoe de Romeinen zichzelf voorzagen van behaaglijke vloerverwarming en heteluchtverwarming (door de muren heen). Temidden van de werkzaamheden, vreugden en spanningen die het leven in deze grensplaats met zich meebracht, zocht men elkaar gedurig op. In het jaar 9 na Chr. werd het legioen dat hier gelegen had, verpletterend verslagen tijdens een veldtocht tegen de Germanen in het Teutoburgerwoud. De grafsteen voor de 53-jarige officier Marcus Caelius herinnert aan die slag.

Twee kilometer verderop lag vroeger de oude legerplaats die in 70 na Chr. door de Bataven verwoest is tijdens de opstand onder Julius Civilis. Het Romeinse stadje zelf is later in verval geraakt en afgebroken. Het huidige Xanten is er naast verrezen op een voormalige Romeinse begraafplaats, omdat daar enkele soldaten begraven liggen die eind 3-e eeuw of in de tijd van keizer Julianus de afvallige (361-363) de marteldood gestorven zijn in de arena. Op hun graven is eerst een houten kerk, en in de Middeleeuwen de Dom verrezen, men gebruikte daarvoor de oude stenen van de afgebroken Romeinse gebouwen. In de Middeleeuwen heeft de bekende Norbert van Gennep een tijdlang in deze stad gewoond; verderop in dit artikel schrijf ik over hem iets meer. Een bezoek aan Xanten geeft stof tot overdenking.

1) De stad verenigt in zich de oude beschavingen van Romeinen en Germanen. Het is een verbindingsschakel tussen stad en land, en tussen de aarde en de hemel. Mensen wonen er bij de natuur, bij het bloed der martelaren en bij de eredienst. Het bloed is als een zaad gestrooid, zodat de kerk doorgroeide naar het noorden en oosten, om nog meer volksstammen in te lijven in Israël door hen te roepen tot het discipelschap van Christus.

2) Romeinse beroepsmilitairen kenden ook allemaal een vak, zodat zij na hun pensionering als vakman of handelaar verder konden gaan.

3) Xanten is een keerpunt in de geschiedenis, want aanvankelijk was het een uitvalsbasis van een Romeins legioen dat zichzelf in staat achtte om het Germaanse gebied ten oosten van de Rijn te veroveren. Echter de Romeinse opmars werd definitief gestuit, zodat deze plek voortaan een grensplaats bleef aan de westkant van de Rijn.

4) De Rijn die scheiding maakt, grenst de Romeinse eenheidsstaat af van de Germaanse stammen aan de oostzijde. Het is alsof dit deel van Germania nog glimlacht om de ingevoerde bureaucratische en technische hoogvlucht, getuige de kerncentrale die zich aan de oostzijde verheft als een beschilderd symbool van mislukte 20-e eeuws vooruitgangsdenken wat nog altijd de geesten vergiftigt en het landschap ontsiert in Kalkar.

5) Het christendom is via soldaten bekend geworden. Van pacifisme is geen sprake. Wie in het Romeinse Rijk weigerde om aan afgoden of aan de keizer te offeren, kon gedood worden, of kon buiten de Romeinse legioenen gesloten worden. Geen man wordt door het christelijke geloof belemmerd om gerechtigheid te oefenen, integendeel. Geen man kan zijn weerbaarheid vrijwillig afleggen, want dat zou gelijk staan aan afval van het geloof.

6) Ook de 21-e eeuwse vervolgden, die thans lijden onder hedendaagse afvalligen, Godverzakers en landverraders, zullen in gedachtenis blijven tot in de nageslachten
Norbert van GennepIn de Middeleeuwen leefde in de stad Xanten een poosje Norbert van Gennep, later was hij een zwervende prediker die in diepe armoede leefde, daarna stichtte hij een nieuwe kloosterorde (die van de premonstratenzers of norbertijnen), en nog weer later verliet hij het klooster en werd aartsbisschop en rijksvorst van Maagdenburg, waar hij de macht uitbreidde tot in Tsjechië. Norbert's levensloop stemt tot nadenken. Hij is een opmerkelijke figuur, kennelijk bewogen en op drift geraakt; een figuur die weifelde tussen orde en macht, tussen nederigheid en imperialisme, tussen vrijheid en absolutisme.

Armoede op zichzelf kan geen liefde tot de orde garanderen, menigeen die ontworteld is geraakt wordt bewerkt tot het tegenovergestelde, namelijk omhelzing van ongebreidelde macht. De utopie van een voorbeeldige armoede ligt vlakbij de utopie van een blind machtsbezit. Mensen worden vaak van hun wortels vervreemd, zwerven allerlei kanten uit, raken hun koers kwijt en worden tot beheersbare massa gedegradeerd. In plaats van tot de harmonie van het leven terug te keren, nemen zij de toevlucht tot kunstmatige ondergeschiktheid of tot kunstmatige machtsposities.
Ik weet niet hoe dit zwerven begonnen is en hoe het verder gegaan is in het leven van deze Norbert, maar wel weten we dat hetzelfde dilemma -op heel andere manieren- ook in onze eigen tijd de geesten tekent. Ik noem daarvan enkele voorbeelden.

In de jaren-'60 van de 20-e eeuw vond menige provo dat werken overbodig was, maar dezelfde rebel werd later in de jaren-'90 een hebzuchtige materialist. De verachting van de orde en schepping zit er diep in, al komt het op heel verschillende manieren tot uiting, hetzij door rebellie, hetzij door machtsaanmatiging. Mensen schijnen soms te veranderen, zij reizen bij wijze van spreken van het noordwesten naar het noordoosten, maar zijn nog even ver van het zuiden verwijderd. Zo kan er in een bewogen ootmoedsprediker ook een meedogenloze kerkmanager schuilgaan. Een overgeestelijke opwekkingsman veegt zijn ootmoedstranen af, zet de kerk naar zijn hand en profiteert daarvan ten koste van het volk. Een milieuactivist kan zich als moordenaar ontpoppen. Een utopist heeft reeds alles bij zich om zijn dictatuur te vestigen. Een ootmoedsgoeroe kan een usurpator (onrechtmatig bezitnemer) zijn in de kiem. Terwijl alles van nederigheid schijnt te getuigen is de man van de middelmaat al bezig zijn staatsgreep te plegen, zijn kans te grijpen, zijn anti-macht te vestigen, het volk te onderwerpen en de levenskracht te breken.

Hartstochtelijke monnikenvroomheid en koele heerschappij kunnen in elkaars verlengde liggen, omdat beiden iets verlichts, iets utopisch in zich hebben. In beide gevallen is er sprake van scheve verhoudingen, van ontwrichting, van een verstoorde verhouding met God, en van een breuk met het leven zelf. Daarom kiezen mensen eerst voor een eigenwillige vernedering, om vanuit de diepte op te stijgen tot grote hoogten.
Mensen zoeken naar een betere wereld, hetzij spiritueel of materieel-seculier van aard, maar in beide gevallen loochenen zij dat God in déze bestaande wereld verlenging van dagen geeft. Verlenging van dagen wordt door vooruitgangsgeloof bedreigd. Er is geen toekomst mogelijk buiten de werkelijkheid van het heden om. Verlenging van dagen begint doordat de toekomst naar verstandige mensen toevloeit, het begint vanaf de grond waarop wij staan, en het spreekt vanuit het binnenste waarin God Zijn waarheid legt en Zijn vreze inboezemt. Deze regel is één met het leven. Wie het verwerpt, haat het leven en heeft de dood lief. Wie de genormeerde werkelijkheid verwerpt sluit zich op in een ijdele droom en veroorzaakt veel verdriet. Als “niet” wordt tot “iet”, heeft iedereen verdriet.

Geen opmerkingen: