donderdag 29 juni 2006

DE NEDERLANDSE GELOOFSEED

Hoe heerlijk is het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is. Door het geloof, dat Gods gave is, verstaan wij. Het geloof is tot eer van de enige God, het belijdt Hem overeenkomstig het Woord dat Hij aan de kerk toebetrouwd heeft. De geloofsbelijdenis is verwoord in de drie formulieren van enigheid. Wat is onze geloofseed plechtig! En wat zijn de aanvallen die er op worden uitgeoefend listig. Laten wij behoedzaam en onverschrokken zijn. Wij geloven in God, wij luisteren naar wat goed en waar en liefelijk is. Wij luisteren naar wat wel luidt, wij erkennen dat, wij verlangen er naar, wij omhelzen het, wij volgen het na en wij belijden het, net als bij de rechter die onze eed vraagt terwijl wij verklaren de waarheid, de volle waarheid en niets dan de waarheid te zullen spreken. De leugen is niet “ook” een soort respectabele waarheid! Netzomin als “buiten” een andere vorm van “binnen” te noemen is!

Buiten God is er niets, geen andere goden. Er bestaat helemaal geen allah. Er bestaat ook helemaal geen heiligheid buiten het heilige om. Er kunnen geen twee waarheden zijn, ook geen twee heiligheden. Wat bazelen mensen over dingen die voor een moslim, hindoe, satanist of boeddhist heilig zouden zijn, en die 'dus' met respect moeten worden erkend? Is ieder die zijn eigen terreurstaat vestigt bezig met een 'heilig werk'? Aangepaste christenen-voor-de-religie raken hopeloos verstrikt omdat zij onder de indruk zijn van het atheïsme, van de waan, van de illusies, van het denken. Vele christenen zijn atheïsten, omdat zij beweren dat God alleen met geloof te maken heeft en niet met het hele leven. Volgens deze mensen is er een deel van het leven dat niet met God in rekening staat. Geloofsbelijdenis is dan niet algemeen geldig.

Het eigene van het geloof is dat een gelovige het bestaan van het atheïsme ontkent. Een gelovige gelooft niet in de ontwrichting en niet in de chaos. Atheïsten willen ons doen geloven dat zij bestaan. Als zij bestaan, dan moeten wij naar hun luisteren. Atheïsten verblijden zich over naïeve christenmensen die belijden dat het atheïsme bestaat. Rechtzinnige christenen ontkennen het atheïsme. Het bijzondere van gelovigen is dat zij niet in het minste onder de indruk zijn van honderd duizend schreeuwers die God ontkennen, Zijn dienst verlaten, de cultuur afschaffen, het landschap bederven en de natuur ontkennen. Je hebt in deze tijd ook 'christelijke' atheïsten, zij ontkennen dat er een geheiligd volksleven bestaat; zij ontkennen luidruchtig het bestaan van volk en kerk, zij zetten de voorouders af, zij schrijven de historie weg als een geromantiseerde illusie, en zij deponeren het Godgeheiligde zaad zo vroeg mogelijk in politiekcorrecte klaslokalen, om daar te leren geloven in het bestaan van het atheïsme. Mensen mogen wel tegen het atheïsme zijn, als zij eerst maar het bestaan ervan hebben erkend. Het geloof ontkent het bestaan van het atheïsme, daarom heeft het geloof zijn 'Simsonslokken' niet verloren.

Het atheïsme is een vreemde leugen, een kwaad. Een kwaad is niet 'ook iets' maar het staat tegenover wat is. Het kwaad is niet iets positiefs, maar het is -integendeel- negatief; het kwade is de afwezigheid van goede, zei Augustinus. Wij geloven niet dat het kwade iets is, veeleer is het iets wat niet is. Dit “niets” is er op uit om al hetgeen door en in God leeft en bestaat, te vernietigen. Naïeve christenen denken dat er buiten de orde nog een respectabele orde bestaat, en dat er buiten de waarheid nog een respectabele waarheid bestaat. Zij die dit denken tonen hiermee dat zij zich hebben laten hersenspoelen door de atheïstische gedachte. Naïeve christenen laten zich wijsmaken dat een atheïst door atheïstisch te denken, zelf een atheïstische werkelijkheid schept, die wij als werkelijkheid behoren te erkennen. Leugenaars zouden dan met hun denken de werkelijkheid (!) van de leugen komen op te richten. Integendeel, in werkelijkheid is de leugen een verzinsel en dus ònwerkelijk.
Het SoW-geloof is vals omdat daarin het bestaan wordt geleerd van andere christussen, de SoW-ers geloven niet dat zij de Christus der Schriften hebben ingeruild voor de universele “Christus” die zij de “levende Christus” achten te zijn. SoW-ers eren nu een “persoonlijke Christus” naar hun wens, het is een “Christus” Die de zonden wettigt, en daarbij wordt het verbieden verboden. Deze valse christus van SoW wordt door veel hoogmoedige voormalige bondspredikanten een sterke verbetering gevonden, veel breder dan de oude Christus en het gereformeerde geloof. Bonders vinden SoW een stap vooruit omdat zij nu niet meer aan het exclusieve van de Nederlandse geloofseed vastzitten. Zij geloven nu, door geloofsafval, in het bestaan van vele “complementaire” lievelingsgoden en wensgoden. De gereformeerde bond (nieuwe stijl) heeft uit liefde tot het globale en het universele afscheid genomen van hun geloofseed en van Christus Die hun gekocht had.
Wat is de spraakverwarring in deze tijd op dit punt enorm. Men hoort van de daken verkondigen dat er ook een 'andere' orde bestaat, een “andere” waarheid, een “andere” heiligheid, een “andere” manier van leven náást de “gelovige gemeente”. Deze onzekerheid komt voort uit geloof in atheïsme, ontwrichting en denkconstructies. Wie dit gelooft, taxeert de “vragen” (waren het maar vragen!) waar de mondige wereld het christendom voor stelt als realiteit. Zo zien de ongelovigen het graag gebeuren! Nee, christenen behoeven geen uitgesproken atheïsten te worden -zegt men- doch als iedereen van jongs af aan maar gelooft in het bestaan van atheïsme. Wie dit doet miskent het ware geloof, maakt het geloof ten onrechte los van kerk en schepping.

Het karakter van het geloof is dat het de leugen van het ongeloof ontmaskert, daarom ontkent het geloof het bestaan van het atheïsme. Wij mogen het kwaad niet erkennen, geen zelfstandige ruimte laten aan het kwaad, want het kwaad is een blinde macht die eerst eigenmachtig ruimte zoekt, en die vervolgens met allesvernietigende kracht te werk gaat. Christenen die ervan dromen dat zij tolerant zijn ten opzichte van het kwaad, zullen wakker worden wanneer het atheïsme hun heeft vernietigd uit dankbaarheid voor hun verwaterde geloof. Recent onrecht op het gebied van het gezag van de man, en het gezag van schoolbesturen, toont aan dat de atheïsten niet rusten voordat zij het Oude en het Nieuwe Testament op de mesthoop hebben gebracht. Men zal niet rusten voordat het christelijke geloof is uitgeroeid, en daartoe begint men met het vernietigen van de scheppingsordeningen, en met het loochenen van Gods openbaring in de natuur en in het gebod.

Nog houden verwaterde staatkundig gereformeerde christenen vol dat het atheïsme (ten onrechte ook wel bestempeld als: religie) bestaat. Dit is fout, want de mens is wel een religieus wezen met een ingeschapen geweten dat aan Gods kant staat, maar afgoderij is geen ingeschapen werkelijkheid, doch is een ingeslopen leugen, een misleiding.

Toch gelooft menigeen in respect voor de afgoden. Echter wie ruimte laat aan illusies graaft daarmee zijn eigen graf. Wie zo verwaterd en afgestompt is dat hij het bestaan van het kwaad tolereert, zal wakker worden als hij door het atheïsme gecensureerd en buitengesloten is. In deze tijd toont de vijand immers zijn ware gelaat, dat hij geen 'ruimte' laat aan vrede, leven, orde, dogma, gebod, gezag, inzetting, Neerlands stamverband, overlevering en geschiedenis. De atheïst ontkent alles, en hij laat u vervolgens de keus om uw eigen geloofsmenu samen te stellen. Kies uw eigen lievelingsgod, roept men. Kies voor uw eigen illusie, en voel uzelf er behaaglijk bij mits u het bestaan van het atheïsme wilt erkennen, anders zal de atheïst u uw zeden afnemen en u nieuwe mores leren in het hedendaagse heropvoedingklimaat.

Ordechristenen hebben met de Nederlandse geloofseed het geloof te belijden en de leugen van de tijdgeest te ontmaskeren. Wie dit uit berekening nalaat, verloochent de bloed- en kruistheologie en heel het geloof metterdaad, en houdt ook niets over, zoals wij nu zien aan de totalitaire gelijkschakeling en verplichte gezagsondermijning in deze tijd. Getolereerd, erkend atheïsme, getolereerde vervalsingen van scheppings-ordeningen, van het gezag, van het dogma, van het Nederlandse stamverband en van de geschiedenis hebben anno 2006 geleid tot totalitarisme zonder tolerantie. De atheïst kweekt afstand, en stelt zichzelf heersend boven de werkelijkheid. De atheïst doodt het verstand.

Aangepaste christenen hebben in het lokaas van 'gelijkwaardigheid' gehapt, en zij ontvangen het loon voor de geloofsverloochening. Als wij immers het bestaan van atheïsme niet radicaal ontkennen, hebben wij onze geloofseed al verbroken. De Kantiaanse tweedeling van 'zuivere rede' en 'praktische rede' is de grootste illusie, want het geloof ontkent het bestaan van een God-loze 'zuivere' rede. Dit is het bijzondere van het geloof. Laten wij ons meer bezig houden met de artikelen van onze geloofseed, en minder met de hoogdravende wensen van het atheïsme. E. Kant, de vader van het moderne denken, rekent God niet tot de zuivere waarheid, maar profiteert wel van Zijn gezag om eigen belangen te waarborgen in de wereld. Deze atheïst gelooft in kunstmatige waarden en normen, zonder cultuur, zonder schepping, zonder werkelijkheid. De atheïst loopt zich het vuur uit de sloffen voor kunstmatige ethiek los van waarheid, orde, eredienst, heiliging, geloof en trouw.

Er is geen terrein waarvan de atheïst afblijft, zoals nu blijkt uit de geslikte emancipatie en uit de geslikte gezagsontkenning. Denk aan het schaamteloze Sliedrechtse experiment met medezeggenschapscommissies. Wie het ongeloof slikt, die is en wordt een dienaar van het ongeloof, een handlanger of voorloper in het koor van gereglementeerd staatkundig atheïsme, Godsverwerping en (mitsdien!) gezagsverwerping. Gezag bestaat niet zonder God, alleen willekeur resteert.

Wie begint om het bestaan van chaos en atheïsme te erkennen in plaats van te ontkennen in de praktijk, die moet niet klagen dat hij het 'als christen' in deze tijd zo moeilijk heeft, ondanks zijn 'geprivatiseerde' verwaterde getuigenis. Immers, wij moeten niet ons denken omhelzen, zoals verwaterde christenen doen. Ordechristenen omhelzen de werkelijkheid, God, de orde, het leven, het recht, de weg, de Wet en de getuigenis. Wie aan de geloofseed morrelt (er iets naast erkent), is al bezig verraad te plegen, God uit te bannen, Christus over te leveren, de Geest te bedroeven, het leven uit te hollen, Neerlandse heilige grond te ontheiligen, volk en kerk de verwoesten en de duivel te vleien.

Geen opmerkingen: