STRIJDEN OF BLIJVEN ZITTEN
De oude Nederlanden zijn zo mooi, maar er ligt als het ware een dikke laag giftig slib overheen. We behoeven geen "nieuw" begin te maken, want het oude is er: er ligt nog altijd een begin van Godswege onder de oppervlakte van schijnschoon en klatergoud in de wereld. De kracht die wij nodig hebben voor onze taak ligt in de opening naar God toe, en in openheid naar elkaar toe.
Welke taak rust er op ons? Hoe kunnen wij dit nieuwe begin maken? En: zijn we wel in staat om deze arbeid te verrichten? Heb geen hoge verwachtingen van burgers en kerkvolk, en laat u niet van de wijs brengen door de wijzen van deze wereld, anders wordt u bij voorbaat lam gemaakt. Laten wij integendeel onbevangen blijven, dan worden wij niet gehinderd het goede te bevorderen, de goeden te steunen, de rechtvaardigen te prijzen en het kwaad en de kwaaddoeners aan te pakken.
De verlichte modernisten doen alsof de Nederlanden er beter voorstaan dankzij hun misdadige omkering van de rechtsorde. Volgens hun mag niemand zich tegen hun machtsovername verzetten, echter zij zelf achten zich volkomen bevoegd om de rechtsorde te maken en te breken. Echter ons volkslied bevat de bede om vroom, oprecht en dapper te mogen blijven als dienaar van God, om de tirannie te verdrijven die mij mijn hart doorwondt. Deze taak heeft niet opgehouden te bestaan, want de Nederlanden bestaan, het is springlevend. Komt de tirannie vanuit Spanje, of vanuit de Arabische wereld, dit maakt niet uit, want het zou slechts van hypocrisie getuigen om de ene tiran te weerstaan en de andere te laten begaan.
Misleiding
Misleiding komt van twee kanten naar het volk toe, namelijk van revolutionaire zijde en van antirevolutionaire zijde. Beide richtingen beweren om het hardste dat wij geen been hebben om op te staan zolang wij blijven bij de oude, bestaande vaderlandse rechtsorde, cultuur, eredienst, verbond en samenhang. Wij weigeren mee te doen in hun revolutionaire of antirevolutionaire gangen, want beide stromingen aanvaarden de omkering van de oude rechtsorde als een “vaststaand” feit, allebei spelen zij in op de nieuw ontstane schijnwerkelijkheid.
Revolutionairen proberen het oude gezag te boycotten, het vooruitgangsgeloof in stand te houden, eigenbelang te bevorderen, en het volk in een afhankelijkheidspositie te houden. Antirevolutionairen lieten de oude orde los, eerst met pijn en moeite, later maakte men van de nood een deugd. Zij kiezen voor elk wat wils, vrije herkerstening, persoonlijk getuigenis, goede werken, een keuzekerk, scheiding van volk en verbond. Beide groeperingen hebben gebroken met het verbondswerk van God zoals dit in ons land plechtig bevestigd is in het verbond der edelen en de Unie van Utrecht. Dit leidt tot verbreking van de eenheid van het hele leven.
Scheiding van terreinen
Mensen hebben tegenwoordig de tegennatuurlijke gewoonte om de eenheid van het leven in vakjes te verdelen. Voor elk vakje heb je deskundigen, en die deskundigen beslissen samen met elkaar over de werkelijkheid. Onlangs verzochten enkele jeugdigen om de oprichting van een “ministerie voor gezinszaken.” Mooi zo, dan kan de theologie voortaan òòk de mond houden over gezinszaken... Moet de theologie afgeschaft worden volgens tijdbewuste mensen? Nee, maar zij wordt aan banden gelegd van de ideologie van zelfbeschikking en gelijkheid! De theologie wordt weerhorig gemaakt aan de tijdgeest.
Beginselen en belangen
Om de religieuze schoorsteen rokende te houden heeft men in deze tijd gigantisch monsterverbond, zodat de voortgang van “bijzonder onderwijs” gegarandeerd is. Het grove ongeloof staat in religieuze verpakking tegenover de Wet en de getuigenis. Daarnaast verschijnt het kwaad in allerlei andere vormen. Hoe moet dit alles bestreden worden? Tegenover de kracht van het kwaad werden vanaf de 19-e eeuw beginselen en belangen geplaatst, in plaats van de Wet en de getuigenis te laten spreken.
Beginselen en belangen zijn ongeacht hun kleur pure vruchten van de verlichting waarin het verbond en het profetische getuigenis bij voorbaat zijn uitgeschakeld, maar waarin idealisme het leven overwoekert. Voor een tijdje blijft groepsdenken bestaan, maar ook daaraan komt een eind, hetzij door nivellering en doorbraak, of doordat men onder druk van de totalitaire moderne staat zelfs geen gewaande eigen mening op privé-terrein overhoudt. Wat wil men menen trouw te zijn, ieder op zijn eigen plek, als je niet eens in de gaten hebt dat we helemaal geen plaats over gehouden hebben om “trouw” op te zijn?!
Wie zou niet wenen? Soevereiniteit-in-eigen- kring is een verdovend idee dat blijkbaar nog altijd ons in slaap weet te houden. Het fatale van het idealisme is dat het ons de suggestie biedt alsof door middel van dènken de werkelijkheid gemaakt wordt. Integendeel, wie de oude, bestaande werkelijkheid door een christelijk “ideaal” vervangt, die komt nooit meer bij de werkelijkheid van het leven terug. Wij moeten dus blijven bij de oude, bestaande werkelijkheid. Wij mogen niet ons door spotters laten imponeren, die de werkelijkheid tot verleden tijd hebben verklaard, en die de “oude verhalen” voor ongeldig achten. Idealisten doen alsof de waarheid nog moet worden uitgevonden.
De eer
Wij kunnen niet horen naar het ijdelroepen van degenen die ons verlokken om mee te doen in de nieuwe systemen van democratisch pluralisme, variërend van de van Ruleriaanse “theocratische” idealen, tot het zich laten inspireren door vage humanistische, genivelleerde, socialistische en neo-evangelicale ootmoedleuzen, of door bewogenheid en betrokkenheid à la Voltaire, en andere nietszeggende gevoelsleuzen. Immers niet “wij” moeten gered worden als nieuw verzonnen groep, maar de eer moet gered worden, namelijk: de eer van God in de hemel en op de aarde, de eer van de man en zijn huis, de eer van het ambt, de eer van oranje-blanje-bleu, Neerlands vlag, de eer van de arbeid, die een gebed is, de eer van het beroep, de vak-eer, de eer van het land, de eer van het plaatselijke leven, de eer van de heilige volksvergadering, de eer van de familie, de eer van de opvoeding. De eerbied van de huisgodsdienst en de eredienst staan in de huidige tijd onder druk van de zuigkracht van de verlichting.
Bordjes verhangen
Ik moet nog aandacht geven aan een nieuwe leugen. De onderscheiding van geloof en ongeloof is door “christelijke” modernisten opgeheven en vervangen door een valse tweedeling. De nieuwe tweedeling die onlangs gemaakt werd is er een tussen “religieuzen” en “heidenen”. Dat hierbij een adder onder het gras aanwezig is, bleek toen Hans Wiegel door de ChristenUnie tot heiden is verklaard.
Dit heeft een keerzijde, het impliceert dat echte heidenen nu tot “religieuzen” zijn verklaard, en dat deze samen met christenen in hetzelfde vak staan. Door deze foute tweedeling laten argeloze christenen zich tot “religieuzen” rekenen, er ontstaat een mengelmoes waar christenen dan toe gerekend worden. Mensen presteerden het om gedoopte Nederlanders zoals Wiegel te bestempelen als “heiden”. Let op, als wij ons niet onder de “religieuze” mengelmoes stellen, dan zijn wij neergezet als heidenen. Dit betekent verder dat geuzen en verzetsmensen kunnen worden weggezet als heidenen uit de Nederlandse samenleving, immers de samenleving is verreweg in meerderheid “religieus”, de meerderheid verlangt bijzonder onderwijs.
Nog een stapje verder, en de linkse “kerk” heeft het zover dat de Nederlanden officieel bij wet respect gaan opbrengen voor “de religie”. Het verbod op Godslastering laat men slaan op de duivelse afgoden die de ware God belasteren mogen. Heidense toneelspelers hebben het door hun opgeklopte verontwaardiging over een spotprent zelfs zover gekregen dat de linkse “kerk” niet alleen verbiedt om met afgoden te spotten, maar zelfs wil men immorele afgodsdienaars respecteren. Kunnen wij nog een verbod verwachten op de spotprent van Abraham Kuyper”s paneelzagerij? Of is deze dienaar der kerk niet belangrijk genoeg? Wij zien dat religieus subjectivisme en humanisme een droevige omkering van de orde in zich bergen, dit vanwege de onwettig afgedwongen secularisatie (scheiding van staat en kerk).
Praktijk
Niemand moet zich echter door ontwortelde mensen angst aan laten jagen alsof wij Nederlanders zenuwachtig het staatkundige wiel opnieuw zouden moeten uitvinden om niet “buiten spel” te raken. De oude, bestaande Nederlandse geloofseed bindt ons aan de enige weg vooruit. Dit betekent dat het zwaartepunt ligt in het horen van de dingen en het doen ervan. Graag geef ik enkele gedachten door voor de dagelijkse praktijk.
Laten voorgangers weer de volle raad Gods verkondigen, in plaats van zich te beperken tot enkele gedeelten daarvan. Laat het klassieke dogma weer krachtig beleden, bewaard en in de praktijk benut worden. Laten kinderen weer opmerkzaam gemaakt worden op de stem van de voorgeslachten, de stem van de historie en de stem van het geweten in hun binnenste. Laat weer duidelijk worden wat gezag, moraal en traditie betekenen. Laat weer helder worden dat de mens geschapen is als een ordelijk, traditiegebonden wezen, en niet als losbol die zelf wetten maakt en breekt. Laat het krachtige gewoontechristendom herwaardering ontvangen, en laat het zelfbewuste en experimentele bezinnings- en keuzechristendom worden gereinigd en gezuiverd.
Laten huisvaders hun gezinnen kerstenen en opvoeden; laten overheidspersonen zich eenvoudig doch krachtig en onverzettelijk opstellen; laten vrije, weerbare mannen zich koninklijk gedragen, onverzettelijk en onverbiddelijk; laten de ouden waken; laten jonge mannen strijden voor het erfdeel des Heeren; laten moeders en dochters zich inzetten voor gezondmaking van de bestaande structuren, opdat historie, herinnering en onderlinge banden in ere hersteld mogen worden, in het bijzonder voor het nageslacht. Laten ambtsdragers de kudde regeren in de vreze Gods, en het volk grondig inlichten over- en waarschuwen voor de geest der bedwelming die over volk en kerk is uitgegoten. Laat er in de gemeenten gecollecteerd worden voor de strijd die begonnen is nu de ware religie en de oude vrijheden weer aangevallen worden onder ons volk en bij onze gekerstende broedervolken. Laten de oude jongelingsverenigingen overal in ere hersteld worden, om de Heilige Schrift en de vaderlandse kerkgeschiedenis te onderzoeken, om zich te sterken ten aanzien van taak en roeping in het licht van de huidige nood, nu wij reeds grote steden aan de vreemde culturen verloren hebben.
Dilemma
Het dilemma is: strijden, òf blijven zitten tussen de stallingen met grote onderzoekingen des harten (Richt. 5: 15 en 16.) Vraag niet of anderen al wegen naar een toekomst aangelegd en gegarandeerd hebben, maar zet uw weg biddend voort. Ongetwijfeld zullen er nog veel meer vragen rijzen, maar al doende leert men. Bespreek deze dingen met uw kinderen. Het kan zijn dat wij denken dat alle paden doodlopen. Het is tot troost dat Christus aan Zijn kerk bevelen geeft, maar Hij wil niet dat wijzelf de weg weten, want dan gaat het christendom zich teveel bezighouden met- of steunen op organisatie, beleid en bewustwording, in plaats van de drie-enige God te belijden. Ziende op het bevel en blind voor de gevolgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten