BEZOEK AAN GOSLAR
Op donderdag in de voorjaarsvakantie ben ik, samen met mijn zoon Maurits, afgereisd naar Goslar, een oude hoofdstad van het Duitse Rijk, in Niedersachsen, het is sinds de 16e eeuw een Luthers gebied. In Goslar staat nog een keizerstroon in het keizerlijke paleis uit 1050, veel huizen dragen zeer uitvoerige Bijbelse opschriften. Het was er stil in de vrieskou bij dag, alleen een winterkoninkje roerde zich in de natuur. Doel van de reis was de hoogste top van de Harz te bereiken. Dus de volgende dag, na een stevig ontbijt, eerst over Bad-Harzburg naar Torfhaus (821).
Daar stonden we dan op vrijdagmorgen 24 februari 2006 in het witte berglandschap. Zwaar besneeuwd waren de bossen op de hellingen naar de bergtop Brocken (1142), dit is de hoogste berg van West-Europa. Na zo'n drie uur lopen tegen de oostenwind bereikten Maurits en ik de top die totaal gehuld was in een koude mist boven een sneeuwdek van 2.30 meter, bij 20 graden vorst, het is alsof mensen in een diepvrieskluis rondlopen.
Alle leven was er bevroren, de bomen hebben hun gedaante verloren, zij zijn onherkenbaar verpakt, alles staat er in sneeuw en ijs gehuld. De gebouwen van de voormalige Oost-Duitse Stasi stonden daar op die hoogte in sneeuw verzonken; hoog verheven en toch onbereikbaar in dit barre jaargetijde. Onderweg passeert men de plek waar tot 1989 de grens lag van het vroegere Oostblok. De versperring is verdwenen, het is één groot natuurgebied geworden.
Men zegt dat het klimaat er net is als op midden-IJsland. Terug in Goslar enkele monumenten gepasseerd, onder andere voor Hannoverse jagers, gedeporteerden en krijgsgevangenen. Op de terugweg naar Nederland ondervond de trein vanaf Minden in Westfalen hinder van groepen carnavalsvierders die de spoorbaan als wandelroute hadden verkozen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten