maandag 29 maart 2004

BIJ HET STERVEN VAN PRINSES JULIANA

EEN BELOFTE MET EEN ROUWRAND

"En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE zijn God, gelijk als het hart van zijn vader David. Maar om Davids wil gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem en bevestigende Jeruzalem."


(1 Koningen 15: 3 en 4)

In deze dagen worden onze gedachten heengeleid naar ons vorstenhuis dat in rouw gedompeld is vanwege het sterven van prinses Juliana op ruim 94-jarige leeftijd. Op de lagere scholen zijn de kinderen in deze weken bezig met het koningschap en leren zij iets over de vaderlandse liederen.

Koningen van Israëls God gegeven

In de Bijbel lezen wij veel van koningen. Hun levens worden één voor één beschreven. Gods Woord geeft veel aandacht aan het gewone mensenleven. Het leven der koningen wordt niet vergeten, maar wij worden juist met hun levens in aanraking gebracht in de Heilige Schrift. Zo zal het ook met elk mensenleven gaan; het komt in het gericht. En er volgt een oordeel. De koningen worden genoemd, maar niet allemaal op dezelfde wijze. Bij sommigen komt tot uiting dat de rechtvaardige tot zegenrijke gedachtenis is, van anderen geldt dat hun naam zal verrotten. Maar het staat wel beschreven, dus tot blijvende bemoediging of waarschuwing. Wij mogen het niet vergeten.

De meest godvruchtige koning is wel eens afgeweken van wat de HEERE geboden heeft. De koningen van Israëls God gegeven wijzen heen naar Christus als Koning. De levens van aardse koningen roepen om de komst van de Koning; Hij moet er Zelf aan te pas komen bij Zijn volk. Dat geldt in alle tijden, totdat de laatste toegebracht zal zijn die onder het zegel der verkiezing ligt.

De Bijbel is het enige eerlijke Boek. De aardse koningen worden niet vergeten, maar zij worden getekend in hun falen, hun begenadiging, hun verharding, hun oordeel. Zo moeten wij de levens van vorsten en vorstinnen lezen. God wil ons door de gewone dingen maken tot niet-wetenden, Hij wil ons herscheppen tot eenvoudigen en oprechten. Hebt u in de knelband van uw zondeslavernij de verlossende Koning ontdekt in het Woord?

Rehabeam's ootmoed zonder geloof

Na de dood van koning Salomo is het koninkrijk gescheurd. Die scheuring was van de HEERE. Salomo's dienaar Jerobeam probeerde het gezag aan zich te trekken, het lukte hem ten dele. En Rehabeam, de zoon van Salomo, heeft niet verstandig gehandeld. Hij kwam als niet als winnaar te voorschijn. Zeker, Rehabeam verootmoedigde zich, hij gaf de HEERE gelijk, maar hij deed verder dat kwaad was, dewijl hij zijn hart niet richtte om de HEERE te zoeken. In tijden van tegenspoed kan het hart versmelten, maar wat is de vrucht daarna? Wie verslagen is van hart, die moet zich tot God wenden. Niemand kan immers zeggen dat God daar geen recht op heeft, of dat er bij Hem geen gehoor zou zijn voor het roepen van degene die geen helper heeft. Hebt u Zijn Christus omhelsd in al Zijn ambten?

Algemene werkingen des Geestes bij Abia

Toen Rehabeam gestorven was, werd Abia koning. Abia is een dappere man, hij waakt voor zijn rijk, het koninkrijk van Juda. Jerobeam van Israël wil Juda aanvallen, maar Abia laat hem waarschuwen. Abia is goed onderwezen, hij weet dat Jerobeam het verliezen moet, niet omdat Abia zo sterk is, maar omdat Jerobeam het van de HEERE verliezen moet (2 Kron. 13). Abia hield dus ernstig rekening met God. Herinneren wij Gods vijanden er ook aan dat er een God is Die leeft en op deze aarde vonnis geeft?
Abia zag dat Jerobeam de gouden kalveren bij zich had toen hij met een menigte tegen Abia optrok. Hij zag dat die beelden niet in het voordeel van Jerobeam konden zijn. Abia wist dat hij niet behoefde te vrezen voor een enorm leger van een koning die God de rug heeft toegekeerd.

Juliana heeft in haar jongere jaren ook veel gezien van God almacht. De Tweede Wereldoorlog kwam tot een goed einde, Nederland werd bevrijd door Gods goedheid. Juliana mocht met haar man en kinderen, en met haar moeder, koningin Wilhelmina, terugkeren op vaderlandse bodem. De overmacht van de vijand werd gebroken. Juliana was er ook wel van overtuigd dat het gebed voor een christen nodig is. Zij ontkende niet dat er wonderen konden plaatsvinden. Dit kan ver gaan. Men kan oog gekregen hebben voor de wonderen die de Heere vanouds heeft gedaan. Men mag daarbij zeer gedreven zijn weg gaan, men kan anderen tot leidsman zijn. En toch is het niet goed met Abia, want zijn hart is niet volkomen met de HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.

Dankzij de algemene werkingen van de Heilige Geest kan een koning of koningin voor een tijd tot zegen gesteld worden van Gods arme volk. Maar er komt een ogenblik waarin het antwoord blijkt op de vraag of hij alleen een instrument was waar een nuttig gebruik van kan worden gemaakt, of dat het instrument zelf ook goed is?! Wat maakt dit een groot verschil! Voor een tijd werd Abia bij de waarheid gevonden. Zijn belijdenis was niet gering tegenover zo'n overmacht. Abia steunde meer op het Woord dan op diplomatiek overleg. Zijn woorden waren goed, maar dit zegt niet alles. De onnozele gelooft alle woord, alles wat iemand zegt, maar de kloekzinnige merkt op hun gang. God bestuurt de harten der koningen, maar Hij doorziet die ook. Van sommigen zijn de zonden tevoren openbaar, van sommigen ook volgen zij. Wat in het vat zit komt er uit. Het vat geeft uit wat er in zit. Gods gekenden vrezen voor zichzelf, zij smeken om ontdekking. De hooghartigen vrezen het onderzoek, en handhaven zichzelf.

Abia miste de boetvaardigheid

Tegenover Jerobeam heeft Abia uit de doeken gedaan dat het tweestammenrijk van Juda de HEERE niet verlaten heeft. Jerobeam heeft dat wel gedaan, hij nam gouden beelden, hij wierp de priesters des HEEREN en de Levieten uit, hij stelde eigen priesters aan zoals de heidenen priesters aanstellen voor degenen die geen goden zijn. Tot zover heeft Abia goed gesproken. Maar dan volgt het onzuivere. Maar ons aangaande, zegt Abia, de HEERE is onze God en wij hebben Hem niet verlaten. In zekere zin is dit nog waar ook. Maar Abia heeft geen open oog voor de andere kant van de zaak, namelijk dat zijn vader Rehabeam de HEERE niet van harte zocht met ingespannen krachten. Telt dat dan niet als verlies, o koning Abia? Kennelijk was Abia er volkomen tevreden mee dat het kerkelijke bedrijf door ging. Maar Abia telde niet wat er ontbrak, en dat was het belangrijkste. Het doden van de oude natuur ontbrak, de afgodendienst werd niet stopgezet. Het bleek dat het hart van Abia niet helemaal aan Gods kant stond. Abia haalde in Juda de altaren van de vreemdelingen niet weg, hij liet de beelden staan. Zijn zoon Asa zou later deze afgoderij nog moeten opruimen, samen met de hoogten en de zonnebeelden (2 Kron. 14: 2-5). Asa nam de schandjongens weg, en hij verbrandde een afgrijselijke afgod (1 Kon. 15: 12v). Waar trok zich dan al de lust en liefde van zijn vader Abia heen? Het was niet naar de HEERE, want Hij is een ijverig God, een jaloers God, een precies God.

De koning Abia heeft maar drie jaar geregeerd. Toen kwam het einde. In zijn dagen was de tempeldienst in ere gebleven, ogenschijnlijk bleef alles intact. Abia was gered uit de benauwdheid van de oorlog, maar hij vergat de Heere. Abia betekent: mijn vader is de HEERE. Abia stelde zich tevreden met de gedachte dat de HEERE met hem is, maar het was hem geen nood dat zijn hart zo ver van God af lag. Gods heilig bevel is immers dat wij met Hem zullen vergaderen. Als God het geloof in een zondaarshart werkt, dan buigt hij zich voor de HEERE Die ons gemaakt heeft en verkoren. Maar Abia vroeg niet aan de HEERE: Wees Gij mijn Borg. Abia miste de onderdrukking, de nood was hem geen hartezaak. Hij kende het moordenaarsgebed niet, het moordenaarsgeloof werd niet in zijn hart gevonden. Wat een treurig einde is het zonder de God tot Wie wij bidden: Gedenk mijner wanneer Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.

Leven en sterven van Juliana

Na de Tweede Wereldoorlog is Juliana onze koningin geworden, 32 jaar lang. De goede dingen die zij en haar volk in die tijd ontvingen kwamen van Boven. Laten wij dit bedenken, in plaats van ons te verheffen op onze krachten en inspanningen. Evenals Abia moest ook Juliana de raad Gods volvoeren. Laten wij deze periode niet vergeten. Laten wij daarbij onze nationale zonden niet vergeten, wij hebben genade nodig om die te bewenen.

Juliana wilde een moderne vorstin zijn, dichtbij het volk en sterk georiënteerd op het progressieve. Zij heeft de nieuwe tijd beleefd, aanvaard en gestimuleerd onder ons volk. Wij kregen vrijheid na de oorlog, maar wij verloren onze koloniën. De welvaart nam toe, maar het oude orde werd doorbroken, en het gezag brokkelde af. Gods Naam verdween steeds meer naar de achtergrond in regeringszaken. Het ambtsgebed werd veelal afgeschaft, de troonrede verloor haar kracht. Oudtijds lag de kracht van Nederland in de godsvrucht; voorheen was er in de wereld respect voor Nederland. Echter er kwam een doorbraak in het denken en doen onder de mensen, de verdwazing nam toe. Alles riep om aanpassing aan wat men wil. Moderne slavernij doemde op, gezins- en familieverbanden werden miskend en vielen uit elkaar. Het moderne individualisme dreef duizenden de eenzaamheid in. Het ijdele zelfvertrouwen steeg met sprongen bij overheid en onderdanen. De historie werd steeds meer vergeten. Zonder blikken of blozen gelooft men dat Nederland alle problemen best aan kan. Wij kunnen beter luisteren naar de woorden van stadhouder Willem V, die in 1795 bij het verlaten van Nederland sprak dat het onze nationale zonden zijn die de oorzaak zijn van al onze ellende.

Officieel bleef Juliana aan de dienst des Heeren verbonden, maar in werkelijkheid bekoorde de vrijzinnigheid haar. Zij was verkleefd aan een troosteloos remonstrantisme, aan syncretisme, en aan heidense leringen (hindoeïsme en boeddhisme). Juliana is steeds nadrukkelijker buiten de grenzen van het verbond en van het Woord getreden, in haar levensavond stelde zij haar hoop op een ijdele en troosteloze reïncarnatie-idee. [Reïncarnatie betekent dat men na de dood nog een oneindig aantal levens krijgt; en door die opeenvolgende levens heen moet men dan proberen om een zuiverder, volmaakter mens te worden. Maar je kunt ook achteruit gaan. Men hoopt op zelfverlossing. Het verlossingswerk van Christus wordt niet geteld, maar men leeft volgens een eigen program in plaats vanuit de bron van het onbegrijpelijke Godswerk dat een wonder is in onze ogen.]

De droevige neergang begint waar men de geloofsleer op losse schroeven stelt. Tuchtloosheid mondt noodzakelijkerwijze uit in troosteloosheid. Het kan ook anders. Eens werd de koning Willem III wegens onordelijke levenswandel gecensureerd van het Heilig Avondmaal. Zijn dienaren raadden hem aan om de hofprediker te ontslaan. Maar de koning stelde zich er onder en hij mocht buigen voor het Woord. In 1861 werd aan de koning een Statenbijbel overhandigd namens het Nederlandse volk (door Bernhardi), naar aanleiding van zijn medeleven bij de watersnood in de Bommelerwaard. Toen sprak de koning een woord van dank, en hij liet merken dat op die dag de band tussen Oranje en Nederland verstevigd was. Wat een andere spraak dan wat vandaag gehoord wordt van de meeste leden van ons vorstenhuis. In die woorden van Willem III lag een zegen. En dat betekende: verlenging van dagen, een zegen voor het volk. Maar hoe is het nu? Wat heeft de bediening van de sleutels van het hemelrijk (opzicht, tucht) in de 20e eeuw uitgewerkt? Ook voor koningen geldt dat alles in het gericht komt, hetzij goed of kwaad.

Een opvolger in Jeruzalem

God heeft vaak in de donkerste tijden nog Zijn uitverkorenen in wie iets goeds voor Hem gevonden wordt. Denk bij voorbeeld aan het kind van Jerobeam. Dat kind werd jong weggenomen. Maar Abia zou een opvolger krijgen die deed dat goed en recht was in de ogen des HEEREN, zijns Gods. Die opvolger was zijn zoon Asa. De Heere zou nog een lamp geven, om Davids wil. Dat wil zeggen: dan wordt het nageslacht van David niet uitgeroeid maar voortgezet. Dat is genade van God voor Jeruzalem. God bevestigt Asa in de oude lijn, hij mag de bestaande koninklijke troon en heerlijkheid houden. De staatkundige en kerkelijke toestand blijft gehandhaafd. Er blijft een restant van de rechte leer en de zuivere eredienst. Wat een wonder, het stond er immers zo hachelijk voor. Alleen om David's wil, alleen om Christus' wil komt er herstel en verlenging van dagen. Leer ons alzo onze dagen tellen, Heere, leer ons de geschiedenis te spellen. Het zijn dagen die Gij verlengt, opdat wij een wijs hart bekomen.
God geve dat dit ook gelden mag van het nageslacht van Juliana. Het is zo donker in Nederland. Leer in de schande die op onze natie rust toch op Christus te zien. Gelovigen, schuil bij Hem in uw benauwde dagen. Onbekeerden, haast u, spoed u. Wees niet tevreden om bijna een christen te zijn. Het antwoord op het Woord is niet een mooi voornemen, maar geloof door de Heilig Geest gewerkt. Om dan het pad te gaan waarin de Heere voorgaat.

O, dat het niet duisterder wordt in Nederland, maar dat er zullen aankomen die gekomen zijn tot het licht en die leven uit het licht. Degenen die licht zijn in de Heere zullen iets weerspiegelen van de vreze Gods in de voorgeslachten: Juliana van Stolberg, Willem van Oranje, Jan van Nassau. Daar is de vreze Gods gewerkt in de weg van de bediening van Christus; daar vond een sterven plaats aan alles buiten God in Christus; daar ligt het heil in het kennen van de enige Koning Die Zich gaf aan het kruis. Hij gaf Zijn dierbare bloed om de geschonden deugden van God te herstellen. Het gaat er om alleen in Hem gevonden te worden, niet hebbende onze gerechtigheid die uit de Wet is, maar de rechtvaardigheid van het geloof. Hoe moet het verder? Het kan alleen verder vanuit de bediening van de Koning Christus. Dan kom je eerst bij het nulpunt uit, dat wij niet één keer Gods eer bedoeld hebben, maar om dan in de geloofsvereniging met Christus adem te halen, en God helemaal te mogen dienen. Om Zijnentwil. Kent u deze dienende koninklijke Hogepriester Die bidt en dankt? Bent u met verlies van uzelf overgezet in Hem, anders houdt u nog een valse hoop aan de hand. U hebt altijd verzoening nodig voor hart en wandel. Zoek dit. Weiger niet langer te erkennen dat het buiten hope is. En neem Christus Zijn lievelingswerk niet langer uit handen, namelijk het werk om verlorenen op te nemen, waartoe Hij ons vlees aannam door de Heilige Geest uit de maagd Maria. U hebt Christus nodig bij alles wat u doet en wat u meemaakt.

Nadere toepassing

Er is geen enkel gedeelte van de geschiedenis nutteloos, dit leren wij uit de tekst. Wij mogen niets verwaarlozen of vergeten. Ook droevige tijden van neergang en Godsverzaking tellen mee en wegen mee, want zij staan beschreven, zwart op wit. Al wat tevoren beschreven is, ook van het leven van koning Abia, is tot onze lering geschreven.

Laten wij de regeringsperiode van Juliana naast de Heilige Schrift leggen, dan zien we in het licht van de geschiedenis van Abia wat Gods bevel ons zegt. Wat staat ons nu te doen? Wij behoren zulke geschiedenissen als van Abia en Juliana te bewenen. Vergeet de periode van Juliana niet, maar legt er een rouwrand omheen. Wat voor rouwrand? De rouwrand van de boetvaardigheid is het. Ons volk past het om te rouwen om Juliana, en om onze nationale zonden. En zie in het gebed reikhalzend uit of God de toorn niet kan afwenden die voor de deur staat. En wees werkzaam om Gods raad te volvoeren in uw leven elke dag.

Eens werd in de tijd van koning Saul tot het volk gesproken: Vreest den HEERE! Er werd niet gezegd dat het bij voorbaat allemaal nutteloos en verloren was. De stem des HEEREN gaf geen ruimte aan valse lijdelijkheid, maar het klonk: mensen, maak het niet erger, doch verwacht het beste, en zoek het beste! Wees verlangend om Gods verbondstrouw te zien. Dat u dit hier in genade zult beginnen te zien, om eenmaal in heerlijkheid eeuwig te bewonderen: Zijn trouw aan Israël nooit gekrenkt. Leef in vrede, dan is de tijd goed. Voordat we vrede met God kunnen hebben moeten we gerechtvaardigd zijn door het geloof. We moeten geheel vernieuwd worden om voor hart en leven deel aan Christus te hebben. Wordt Hij in onze zielen verklaard, dan mogen Zijn verdiensten geldig gemaakt worden als de onze, en Zijn leven wordt gerekend voor het onze. Dan is het leven goed. Leef goed, en dan is de tijd goed.
Amen.

Gebed

Heere, gedenk de Koninklijke familie waar in korte tijd opnieuw de dood in de vensters geklommen is. Wil hen sterken en troosten. Wil bij hen zijn. U hebt prinses Juliana van hun zijde weggenomen op zeer hoge leeftijd. Het heeft U behaagd om ons door haar hand lange tijd te regeren. Geef stilheid en onderworpenheid aan de rouwdragenden in het gemis. De roepstem is uitgegaan; dat deze ook verstaan mag worden. Gedenk het Oranjehuis in deze dagen van rouw. Heilig deze smart aan de harten. Het behage U om Uw Heilige Geest uit te storten over vorstenhuis en volk. Breng de rouwdragenden in de weg van waar geloof en bekering tot de kennis van de enige troost in leven en sterven. Amen.

[Schets van preek gehouden te Grafhorst op zondagmorgen 28 maart 2004, na het overlijden van prinses Juliana op 20 maart. Gelezen: 1 Koningen 15: 1-8.]

Geen opmerkingen: