zondag 29 december 2002

CALVIJN EN DE ZELFSTANDIGHEID VAN DE KERK

Het dilemma van Het gekrookte riet. In de kring rond het blad Het gekrookte riet houdt men zich bezig met een belangrijke vraag, zoal niet de kernvraag in verband met het Samen-op-weg-verraad dat de Kerk thans bedreigt. De vraag die men bij het GR zich stelt luidt ongeveer Belij­deniskerk of volkskerk? Is het verbond of is de belijdenis de grondslag der Kerk? Bij het verbond denken we dan uitsluitend aan de uitverkoren Kerk der geroepen gelovigen. Bij de zichtbare kerk in al haar verdeeldheid moeten wij niet het verbond maar de aanvaarde belij­denisgeschrif­ten laten gelden als ‘grondslag’. Alsdus de vraag en het ant­woord vanuit de GR-kring, in het kort.

Weliswaar wordt door het GR ook wel eens gesteld dat ‘belijdeniskerk’ en ’volkskerk’ elkaar niet mogen uitsluiten, maar die opmer­king vindt m.i. geen echt draagvlak, maar staat haaks op de opvattingen die uitgedragen worden binnen het GR. Men is gewoon voorstander van een belijdeniskerk, en men be­schouwt de Neder­landse Hervormde Kerk als een belijdenis­gebonden denomina­tie. Ook gaat het GR uit van de pluriformiteit der kerk, men laat de werke­lijkheid van ons kerkmensen preva­leren boven het Woord Gods. Dat de volks­kerk belij­denisge­bon­den is, wordt binnen GR over het hoofd gezien. Dit heeft niet alleen kwalijke gevolgen maar ook dieplig­gende oorza­ken.

Eén van de oorza­ken om kopschuw te staan tegen­over de volkskerkge­dachte is gele­gen in het misbruik dat van gereformeerde bondszijde gemaakt wordt van het verbond. Het hoofdbestuur van de GB legt zich sinds 1996 neer bij het verdwijnen van de NHK omdat huns inziens het verbond ongebroken aanwezig blijft onder de massa die zich verenigt in een PKN. Men recht­vaardigt de overgang naar de PKN met de mening dat het allemaal niet uitmaakt, want het verbond Gods blijft toch. Je kunt de NHK best missen.

Binnen de kring van Het gekrookte riet is men terecht verontrust over dit verbondsmisbruik en deze roekeloze voortgang in het kwade. Eigenlijk is nu alleen Het gekrookte riet nog in het geweer tegen het SOW-verraad, samen met de stichting Hervormd Kerkrecht, het Comité tot behoud van de NHK en het plaatselijke Katwijkse comité Om het behoud van de NHK.

Het verzet dat door het GR geboden is, is opmerke­lijk en prij­zens­waar­dig, maar het GR heeft enkele onbeschermde zijden. Helaas staat de kerkop­vatting van het GR dichter bij die van de separatis­ten dan bij het oude hervormde geloofs­goed. Vanwege het verraad van de bonders offert het GR de volkskerkgedachte op. Om de Gereformeerde Bond de wind uit de zeilen te nemen, en om het bestaan van de NHK te handhaven, bestempelt het GR de NHK als 'belijdenis­kerk', net zoals andere kerkgenootschappen ook 'belijde­niskerken' zijn, d.w.z. dat zij Schrift en belijdenis tot 'grondslag' aanvaard hebben voor hun bestaan. Het blijft een vreemd­soortig dilemma om zo'n onderscheid te willen maken tussen belijdeniskerk en volkskerk inzake de NHK.

Dit dilemma waar men zich thans binnen de GR-kring voor plaatst is een vreemde, want hoe kun je ooit belijdenis en verbond losmaken van elkaar? Dat is onzuiver. Deze misvatting komt voort uit het feit dat het GR voorbijgaat aan de uitwendige kant van het verbond waarin heel het volk staat. Men heeft slechts oog voor de inwendige zijde van het verbond: de overgang in en de inwilliging van het verbond ter zaligheid. Maar belijdenis afleg­gen ziet men als toetreding tot 'een' kerkge­noot­schap, ongeveer net zoals je (mutatis mutandis) toetreedt als lid tot een vereni­ging. Wat is hier mis aan? Het GR miskent dat er in kerkelijk verband sprake is van het afleggen van een eed door heel het volk, een amen op de zegeningen en de bedreigingen van het verbond. Hier twijfelt het GR aan omdat men het verbond alleen in verband brengt met de uitverko­renen die in de tijd de persoonlij­ke over­gang in het verbond tot zaligheid bele­ven.

Het verbond wordt nu losge­laten wat betreft het geheel van volk en kerk, en daarom vooral kan men met de volkskerk niet of niet meer uit de voeten. Voor zover men nog van de volkskerk melding maakt is dat (ten onrechte) als van een kerk die zich richt tòt het hele volk. Dat is een verkeer­de defini­tie van 'volkskerk'! De volkskerk is het volk dat in heilige vergadering bijeen is. Dat is heel wat anders dan een zelfstàndige kerk die zich richt tot het volk.

Een andere verkeerde gedachte over de volkskerk is dat zo'n kerk blindelings democratisch gestuurd wordt door de meerderheid van de massa. Geenszins! Dit heeft niets te maken met de aard en de historie van de volkskerken op aarde. Dit mag dus niet als argument ter hand genomen worden om de volkskerk te vervangen door een belijdenis­kerk. Nogmaals, heel het belijdenisgebon­den volk, de gedoopte natie is kerk, en het zal de kerk tenslotte gaan naar de zegeningen en de bedreigingen van het verbond, waarop men de eed heeft afgelegd. De volkskerk heeft niets uit te staan met een normloze democratisch gekleurde massa! De PKN is totaal geen volkskerk. Maar de belijdeniskerk die het GR voorstaat is ook niet hetzelfde als de volkskerk. Het rammelt aan alle kanten omdat men ziende op de praktische werkelijkheid en op de uitkomst - blind in het gebod is. Men heeft belangen op het oog, die via kerkpolitiek verwezenlijkt zullen gaan worden. Om als erkende kerk verder te kunnen gaan, morrelt men nu aan de grondslagen van het kerkrecht, om nog enige rechten te kunnen laten gelden op de bestaande NHK, evenwel met veronachtzaming van haar aard als lands­kerk. Dit is niet fraai.

Helaas zien wij dat in GR-kring het verbond wordt losgemaakt van de belijdenis. Wie dat doet, die laat, ten eer­ste, van de zichtba­re kerk niet meer over dan een vereni­ging van gelijkgezin­den die zich samen op een aange­nomen grond­slag funderen op de basis van de belijde­nis. Klopt dit met de werkelijke stand van zaken in de volks­kerk? Geenszins, want in de NHK is er méér aan de orde dan in de eerste de beste denominatie die zich aan de belijdenis houdt! Dit wordt vergeten. Ten tweede bete­kent het een degra­da­tie voor de NHK, want los van het verbond gezien (wat niet kan) is de NHK slechts een vrije kerk, een denomina­tie, net als alle gescheiden kerkgenoot­schap­pen. Hier wordt door Het gekrookte riet geen recht gedaan aan het bestaan en karakter van de volks­kerk. Het GR kruipt ten deze in de richting van de vrije kerk-idee. Wat blijft er straks over van de dooppraktijk en van de gedoopte natie e.d.? Zo dreigen we ook op separatistisch vlak te geraken.

Gaat het GR niet veel teveel uit van de droeve 'wer­ke­lijk­heid'? Komt dat door zwakheid van het gemoed? Vreest men de aanslui­ting met de 'werkelijkheid' te missen an­ders? Offert men de volkskerk op uit eigenbelang, om voor zich­zelf een kerkvorm veilig te stellen in de nabije toekomst? Is het daarom dat men tracht om de NHK als een belijdenis­gebonden denominatie te bestempelen? Als ‘een’ vrije kerk op de basis van Schrift en belij­denis? Dat is een kerk die los staat van het volk. Dat is ook een kerk die gefundeerd is op de belijdenis der lidma­ten. Dat is een kerk die vrij van aard is. Dat is een kerk die iets dichter bij Abr. Kuijper staat dan bij Calvijn, Barueth en Hoedemaker. Eerder democratisch van aard dan chris­tocra­tisch en theocratisch.

Tracht het GR zich zo een weg vrij te maken naar de toekomst? Waarom moet daar de volkskerk voor opgeofferd? Maak je in werkelijkheid meer kans om je van SOW te vrijwaren als je meer pleit op je eigen ja-woord dan op Gods recht en Zijn verbond en woorden? Ach ja, daar heb je het juist, want in de moderne tijd geldt alleen het menselijke recht, maar het verbond acht men als afgedaan. De lijn die het GR nu aanhoudt is zelfs bij D'66-gezinde rechters niet onwelgevallig! Wie zwijgt over het verplich­tende verbond, maar zich stoelt op zijn eigen persoonlijke ja-woord, die kan de wereld nog te vriend houden, maar die laat dan wèl de rechten en inzettingen des HEEREN los. Het GR is bezig deze knieval te maken voor de revolutionaire rechters in kerk en staat.

Een belijdeniskerk, geen volkskerk, maar een vrije kerk, maakt in revolutionaire ogen wellicht kans om ten dele toegewezen te worden aan degenen die niet SOW willen. Wellicht maken de bezwaarde lidmaten kans op een deel van de erfenis van de oude volkskerk, volgens de principes van redelijkheid en billijkheid; maar de prijs die men heeft betaald, namelijk het loslaten van de volks­kerk en het verbond, dat doet ook belanden in verbondsver­breking met omverwerping van de oude altaren. Als SOW doorgaat, belandt het GR op niet-hervormd spoor, hetzij apart als belijdenisgebonden denominatie, of toch via een uitzonderingsmaatregel nog net gevangen onder de PKN-parapluie. De ongegronde overleggingen die ik verneem zijn geen goed voorteken, doch ik hoop ongelijk te krijgen.

Ten diepste is er op het stuk van de verbondsleer en -praktijk een onzuiverheid aanwezig in het gedachten­klimaat van het GR, hoewel minder erg dan bij veel bonders. Het is goed dat het GR wantrouwend staat tegenover het verbondsbegrip dat in bondskringen opgeld doet. Immers vele gere­formeer­de bon­ders komen sinds 'Amers­foort' graag met 'het ver­bond' naar voren om de waarde en de beteke­nis van de belijdenisgebonden volkskerk te verminderen. Maar in plaats van dat het Gekrookte Riet nu het volks­kerkkarak­ter van de NHK handhaaft, laat men dat los, en degra­deert men de NHK tot een belijdeniskerk, een denominatie. Dat is gewoon een vrije kerk, op gelijke voet met de eerste de beste afgescheiden kerk die zich op basis van Schrift en belijdenis ook belijde­niskerk noemt. Hierin openbaart zich een droe­vige misvat­ting bij het GR, die niet alleen in reactie op het bondsstandpunt ontstaan is, maar die ook een kerkpolitiek doel moet dienen, t.w. het in bezit houden van een deel van de erfenis van de NHK, die na de realisering van SOW als een door het zwaard gedeeld kind voor de helft verder zal gaan als 'belijde­niskerk', en voor de andere helft door de 'PKN' gestolen zal worden. Voor een aantal bezwaarden, ongetwijfeld zowel buiten als binnen het GR, is er kerkpolitiek gezien alles aan gelegen om de NHK nu reeds als een denominationele 'belij­deniskerk', en niet meer als volkskerk te kunnen karakteriseren. Want op een volkskerk hebben wij individueel géén rechten, maar op een 'belijdeniskerk' kun je naar rato van je getal aanspraak maken op een deel van de erfenis in de uitvoering van een boedelscheiding. Kwalijke zaak, dat de kerkpoli­tiek ook binnen het GR hoogtij begint te vieren om het lijden te ontlopen, ten koste van kerk en volk, en met veronachtzaming van het recht Gods. Alvorens daar nader op in te gaan, wil ik eerst nader trach­ten weer te geven wat de Gerefor­meerde Bond nu wil, omdat het GR zich daar ook terecht over bedroeft.

Standpunt hoofdbestuur Gereformeerde Bond. Het samen-op-weg-gezinde gedeelte van de gereformeerde bond kijkt sinds de fatale amersfoortse vergadering van 1996 niet meer naar de volkskerk, maar alleen nog naar de massa kerkelijk meelevenden die wij zelf zijn. Zij achten al die hervormde indivi­du­en, samen met gerefor­meerde en lutherse individuen te behoren tot het verbond Gods. Men andere woorden: welis­waar houdt de hervormde volks­kerk door SOW op te bestaan, maar dat maakt niet uit, want de lidmaten gaan als ver­bondsleden gewoon ver­der, netzoals voorheen, want onder de nieuwe PKN-parapluie 'bli­jft' men in het verbor­gene gewoon 'zich­zelf'. Je kunt aller­lei her­vormd-gerefor­meer­den (van links tot tamelijk rechts) horen beweren dat zij in de PKN hetzelfde zullen blij­ven denken in hun hart. Het erfdeel der vaderen deert hun niet.

Met andere woorden, het maakt niet uit of de volkskerk verdwijnt, hef maar op, want de NHK, o, dat zijn wìj, wij kerkleden, wij met onze Bijbel, wij met onze boodschap, wij met onze religie van de belijdenis, wij met onze prakti­sche levens­wandel, wij met ons getal. Deze bonders stellen de volkskerk tegen­over het verbond. Zij achten het verbond los van de volks­kerk onverminderd en ongebroken aanwezig. Het klagen van Elia is deze mensen ten enen male vreemd, daarom zien zij helaas niet de verbondsdrei­ging in verband met het schenden van het verbond. Welnee, zegt men, maar 'des Heeren tempel' met 'ons' erin, dat is deze PKN; geen nood dus, zo hoort men bij de GB doorgaans. Het grote misver­stand is dat men het verbonds Gods onge­broken en onge­schonden aanwezig acht overal waar iemand de Bijbel leest. Ook al schendt men het verbond, ook al staat men een vrije kerk voor met de wil van de massa als norm en grondslag, geen nood, hoor. Verbondsmisbruik is dit

Het gevolg van deze misvatting aangaande het verbond is dat deze bonders geen verbonden kerkvolk meer zien, zij zien alleen nog maar een massa losse christe­nen die groepsge­wijs een paar belijdenisge­schriften onder de arm willen dragen onder het dikke boek van de PKN-kerkorde. Dat men voor zichzelf in beperkte zin ook nog gereformeerde belij­denisgeschriften 'mag' gebruiken als inspiratiebron, evenwel niet bindend, daarmee stelt men zich tevreden. Of de Heere Zijn onge­noe­gen moet laten gaan over dit zoeken van zichzelf, daarover blijken weinigen zich zorgen te maken. Onder de paraplu van de PKN-kerk­orde verenigt een ge­deelte van de kerkmensen zich tot een groep die zichzelf bij voor­beeld speciaal verwant acht aan de geestelijke inhoud van de Drie Formu­lie­ren van Enig­heid. Het is duide­lijk dat men de belijde­nisgeschrif­ten degradeert tot oude voor­raadjes met een te consumeren gees­telijke inhoud. Van de belijde­nisge­schrif­ten als voor àllen geldende bindende formulieren-van-enigheid is niets over. Men is voorzichtig op vaag gnostise­rend en dopers-revolutionair spoor overge­gaan, in die zin dat men het verbond alleen nog als een hooggeeste­lijk vaag begrip hanteert waarmee religieuze individuen zich kunnen troosten en sterken, evenwel zonder dat ieder­een de belijde­nisge­schriften in overeen­stemming met de Heilige Schrift behoeft te achten. ‘Als je het in je hart maar meent’, fungeert nu als verraderlijke leus. Maar in de jaren-'70 hoorde je in de linkerhoek van de kerk de leus dat een christen ook best onder communistisch regiem kan leven. Toentertijd werd die leus door het behoudende deel van de kerk wel gehouden voor een teken van ontrouw. Nu geeft het HB van de GB de kerk over aan de revolutie. Dit is kerkverraad, het is ook volksverraad en landverraad.

Verbond en volkskerk. 'Amersfoortse' bonders, meerijders op het SOW-trajekt, zij brengen sinds 1996 een fatale split­sing aan tussen verbond en volkskerk; zonder volks­kerk kunnen zij ongehinderd verder vanwege het ver­bond, beweren zij. Dat de volks­kerk afgebroken wordt, is niet on­overko­menlijk, want de kerk doet er niet toe. Het verbond is alles, en omdat God trouw is, kunnen wij de volkskerk verloochenen, omdat het verbond toch ongebroken blijft, zo droomt men. Wat een waandenkbeeld. Een volk zonder kerk is als een lichaam zonder ziel.

Een andere misvatting bij deze bonders is dat belij­denisgeschriften samen met de kerk prijsgegeven mogen worden, mits je in je hart je maar gehecht mag voelen aan iets van de inhoud van de belijdenisgeschriften. Hier degradeert men dus de belijdenisgeschriften tot een mooi veelgelezen geschrift in je eigen boekenkast; en verder is het toch fijn dat je samen met gelijkgezinde medebroeders je in de PKN mag samenbundelen als een soort sub-groep, of als een soort vereniging die de Drie Formulieren uit eigen vrije wil tot 'uitgangspunt' aanneemt. Fijn? Het is vrije wil wat de klok slaat. In de eigenwilligheid wordt de kracht gezocht om het lijden te ontgaan. Dit is verraad ten opzichte van het erfdeel des Heeren. Dit is ontkrachting van het verbond. Dit is ontheiliging van de Naam. Dit is meineed voor de verantwoordelijke personen.

Volkskerk te vervangen door PKN? Wat gebeurt er onder de toekomstige PKN-kerkorde? Onder de PKN-orde mogen losse PKN-leden zich verenigen tot gemeen­ten die een bijzondere innerlijke gehechtheid aan de gereformeerde belijdenisge­schriften verklaren te hebben. Kerkenraden van zulke opgerichte gemeenten mogen, met goedvinden van hun gemeen­ten, in hun beleidsplan formule­ren dat hun gemeente zich aan de gereformeerde belijdenis­geschriften verwant acht. Maar dat is een wassen neus, want voorop staat dat men ook als zogeheten 'gereformeer­de' groep blijft 'groeien in de eenheid' van de ongebonden PKN. Er is een speciale 'Raad voor het gereformeerde belijden in de PKN' in oprichting die erop gaat toezien dat de achterlo­pende, onvolgroeide groep bezwaarde voormalige hervormden alleen nog plààtse­lijk beschermd en gerespecteerd wordt; ja, met als doel om gaandeweg vlot­ter mee te leren lopen in de bredere verban­den binnen de vrije PKN.

Vanuit de SOW-groep wordt nu handig ingespeeld op het zelfzuchti­ge verlangen dat in elk kerk­mens van nature schuilt. De taal van SOW tegenover de bezwaarde hervormden is: ‘Stil maar, u mag ook meedoen, ja zeker, u telt ook mee, u als individu, met meerdere ge­lijksoorti­ge individuen samen, alleen als u afstand doet van de stijl­ouderwetse idee dat er maar één waarheid is die voor iedereen moet gelden, nee meneer, die tijd is voorbij, we zijn 'gegroeid'. U mag er ook nog vijf jaar over doen om af te wennen van uw 'her­vormde classis'. En daarna maar hopen dat u plaatselijk de meerderheid houdt met uw geest­verwanten, anders moet u naar elders uitwijken. Maar wellicht bent u tegen die tijd zover met uw tijd meege­groeid, dat u afscheid kunt nemen van de volkskerk...’ Echter, de volkskerk is niet te vervan­gen zolang de natie bestaat.

Degradatie van de belijdenis der kerk. Tot aan 1996 heeft het hoofdbestuur van de GB hier­over gezegd dat SOW de grootste afscheidingsbeweging is van alle tijden, en dat men in dit spoor niet mee kan; de NHK zou gewoon hervormd blijven als voorheen. Zo werd het in 1992 glashelder gesteld. Maar toen de meerderheid der hervormde synode het spoor van de afval koos, pleegde het hoofd­bestuur van de GB in 1996 verraad door zichzelf voor te spiegelen dat je best met SOW verder kunt als je maar op het verbond let. Door leugen­achtig een tweespalt aan te bren­gen tussen verbond en volkskerk, kon men zijn geweten stillen. In een vrije PKN blijft alles hetzelfde meent men. Belijdenis­geschriften beho­ren bij een volkskerk, dus met deze ge­schriften behoef je alleen nog maar persoonlijk je verbonden te weten voor je eigen zielenheil, is de uit­vlucht. Verder behoef je niet in de volkskerk te zijn, vindt men, want alleen het geeste­lijke doet ter zake, en dàt is ongrijpbaar, dat maakt geen ander mens voor jou uit, jij bent in elk geval niet a-priori aan een belijdenis verplicht als kerk­lid samen met alle andere lidmaten. Geen gezag, geen binding aan belijdenisge­schrif­ten, maar vrije mensen, die geloven in vrijheid; verder zien we wel, we komen er samen of alleen wel uit. De moderne gelovige is vrij, een 'geloof in vrij­heid' lokt ons aan. Wij geloven overal in, vooral in onszelf, ons ‘gereformeerde’ zelf. Maar de samenhang is weg, het oude gezag wordt ingeruild voor een ‘democratische’, verlichte dictatuur van de ‘tolerantie’.

Standpunt van Het gekrookte riet. Voordat ik verder stil sta bij het bondsstandpunt inzake SOW, kijken we nog even naar wat binnen de kring rond Het Gekrookte Riet leeft aan gedachten over de zichtbare kerk. Dit is van belang om te weten welke koers men aangeeft ingeval SOW doorgang zou vinden. Op 28 september 2002 is er te Maartensdijk betoogd dat niet het verbond maar dat de belijdenis de grondslag der kerk is. Het is duide­lijk dat men binnen het GR oog heeft voor de droeve mis­vatting die binnen de Gereformeer­de Bond post heeft gevat. Reeds in eerdere instantie werd duidelijk dat een groeiend aantal bonders opper­vlakkig en licht­vaardig omspringt met de leer van het verbond inzake het persoonlijke heil. Het gaat er steeds meer op lijken dat de mens in zijn ongebro­ken bestaan getroost in plaats van gewaarschuwd moet worden. De toesluiting van het hemelrijk raakt goeddeels in onbruik. Steeds meer komt ook in bondskringen een verondersteld geloof in zwang.

In de Gekrookte Riet-inleiding van 28 september 2002 werd het vol­gende gesteld. Ik vat het daar geleverde betoog samen in twee punten. Ten eer­ste: het verbond geldt alleen voor de uitverkorenen. In alle kerkgenootschappen kunnen uit­verko­renen openbaar komen. De Heere werkt met Zijn verbond door aller­lei kerkelijke rich­tingen heen, de bediening van het verbond is veel wijder dan één kerk alleen. Ten twee­de: Gelet op het eerste punt is het ver­bond dus géén grondslag van één enkele zichtbare kerk, want Gods kinde­ren leven kerkelijk verdeeld. De NHK is slechts een kerk tussen de vele zicht­bare kerken in. God liet de scheuring van Israël toe, afscheiding is geen zonde (hoe droevig ook) maar een gevolg van een zonde. De zichtba­re kerk heeft daarom als grond­slag: de aanvaarde belijde­nisge­schriften. De belijde­nis is bepa­lend, maar het ver­bond is niet bepalend voor een kerk.

Wat voor kerkvisie openbaart zich hier binnen Het gekrookte riet? Men ziet de NHK als een kerk tussen de kerken, een deno­minatie. Deze staat los van het verbond, want Gods ver­bondstrouw geldt alleen de onzicht­bare Kerk. Nu komen we tot de vraag wat dit betoog voor gevolgen moet hebben in de huidige kerkelijke nood. Hoe staat het GR tegenover SOW en de volkskerk?

Het gekrookte riet en SOW. Door het GR wordt eenvoudig betoogd dat de NHK de Drie Formulieren van enigheid als grondslag heeft, en dat deze niet opzij gezet kunnen worden, integendeel, wie naar de PKN wil, die moet de NHK met rust laten, want hervormden hebben geen belijdeniseen­heid met de lutheranen. De PKN heeft een wezenlijk andere grondslag dan de NHK. Met de gereformeerde belijdenis verbonden blijven? Dat kan daar niet boven-plaatselijk, en ook plaatselijk kan het alleen zolang daar de meerderheid het voorstaat, met inachtneming van de moderne PKN-orde, die bindend is, en die beslissend is wanneer er bij voorbeeld geschillen zich voordoen... Als SOW doorgaat is een scheu­ring onafwendbaar. Men leeft bij de hoop dat, indien SOW doorgaat, dat dan bij de burgerlij­ke rechter de principes van rede­lijk­heid en billijkheid de doorslag zullen geven, in het voordeel van de bezwaarden, maar dat is m.i. een ijdele hoop. Hooguit zal men in de GR-gemeen­ten de 'eigen' gebouwen in huur tijdelijk terug kunnen krijgen mits men zich niet meer 'hervormde kerk' noemt, e.d. Het GR toont een separatistische kijk op de kerk. Het GR legt zich neer bij de werkelijkheid van de kerkelijke verdeeldheid, daardoor verwart men de her­vormde kerk en de afgescheiden kerken met elkaar. Kern van de zaak is dat men noch in de GB, nòch in het GR een hervormd kerkbesef heeft. Dat maakt nu reeds alles zo mistig. Het is geen gunstig voorteken.

Het gekrookte riet en de NHK. In de Maartensdijkse inlei­ding ontbrak ten onrechte het theocratische en christocra­tische geloofsgoed, er werd ten onrechte vanuit gegaan dat de NHK een denomi­natie is. Men liet het verbond en de verbondsbreking, de verbondsbenauwdheid, het berouw en het verbondsherstel geheel buiten beschouwing in deze kwestie. Gezond hervormd kerkbesef komt niet uit de verf. Daarom is men niet of nauwelijks in staat om het fusie­artikel uit de huidige KO-'51 te hanteren in de strijd tegen de af­braak van de volkskerk. Immers in dat artikel komt naar voren dat de NHK alleen met gelijksoortige kerken kan fuseren; alleen met volkskerken kan een fusie aangegaan. Dit maakt in één keer duidelijk dat samengang met GKN en ELK illegaal is. Fusie, moest men zien, komt alleen ter sprake als Neder­land en België zouden herenigen o.i.d. Dan kunnen de volkskerken ook samen, evenals de regeringen. Binnen de landsgrenzen is er echter maar één volkskerk.

Maar nu zien wij dat het GR een weinig hervormde visie op de NHK heeft, doordat men haar als een soort denominatie karakteriseert. Door dit standpunt bevordert het GR niet het behoud van de NHK, maar bevordert men de afbraak van haar eigen­heid veeleer. Dit is een ernstig gevaar. Van dit pad zal het GR hebben terug te keren. Serieus beraad zal moeten geschieden alvorens opnieuw onbewapend en onbeschermd een gesprek aan te gaan met de synodale kerkverwoesters te Utrecht.

Het GR moest niet willen meedoen met het democra­tische denken over kerken en denominaties, in termen van gelijk­heid en ge­lijkwaardig­heid, want dit is de dood in de pot. In plaats daarvan behoorde men het theo­cra­tische geloofs­goed te handhaven dat weer tot de gewe­tens moet doordrin­gen, opdat weer helder mag worden dat de kerk volkskerk is, en dat het verbond, hetwelk tweeërlei 'kin­deren' bevat, nu evenzeer door de Gereformeerde Bond alsook door de argu­menten van het Gekrookte Riet in gevaar gekomen is.

Verbondsleer cruciaal. Vanwege hun verbonds­beschou­wing kan Het gekrookte riet de volkskerkgedachte loslaten. Ook om kerkpolitieke redenen kan het GR kiezen voor een denomi­na­tie of 'belijdeniskerk'. Het GR kiest voor een separatis­tisch kerkmodel, in plaats van de belijdenis te handhaven in de volkskerk. Om een deel van het 'kind' te kunnen bemachtigen, kiest men voor het gedachtengoed dat de meeste kansen maakt in kerk en staat in deze boze tijd. Men spreekt dan wel van 'scheuring', maar de argu­menten die men han­teert wijzen op een niet-hervormd zicht op de kerk. Het gerefor­meerde kerkbesef zoals bij de vaderen nog gevonden werd, ont­breekt schrij­nend binnen het GR. We ontmoeten in deze zaak bij het GR meer invloed van Abr. Kuyper dan van Calvijn, Barueth, Hoedema­ker en anderen. Wat is er overgebleven van de grondslag van het kerk­recht? Bedroe­vend! Wat wordt er totaal geen rekening gehouden met de kerkprak­tijk der eeuwen. Legt het GR zich ten einde raad neer bij 'de situatie' in plaats van bij het gebod des Heeren?!

Valse verbroedering binnen de kerk. Hierboven duidde ik al even op de stille verleiding die naar de kerkgangers uitgaat. In ons hart schuilt de neiging om de liefde tot de kerk te verloochenen. Worden wij aangesproken op onze persoonlijke diepste belangen, dan worden wij op de proef gesteld. Om 'ootmoedig' te lijken leggen we ons gemakke­lijk bij een zondige toestand neer. De duivel wil ons 'nederig' zien, dan noemt hij je 'vroom' en 'geestelijk'.

Zo doen velen mee aan het SOW-verraad, anderen ver­zet­ten zich niet, maar ontlo­pen de echte strijd. Echter het verraad van het hoofdbestuur van de GB overtreft in omvang de meest schrikwekkende verwachtingen. Zij zijn overgegaan op het moderne ego-denken van de revolterende massa. Als individualisten willen zij geen volks­kerk meer. Zij passen zich aan door het volk te transfor­meren tot massa, en de kerk tot denominatie, want voor jouw heil heb je geen kerk nodig. Geen gezag, geen God en geen mees­ter; maar alleen nog mezelf en mijn per­soonlijke gevoel, mijn religieuze ik, dat geeft 'vrede' genoeg aan het boze hart.

Dit mis­verstand, dit volslagen gebrek aan kerkbesef heeft desastreuze gevol­gen, wat God verijdele. Want dit soort bonders laten zich met elkaar pro­bleem­loos overheve­len naar een vrije, afgescheiden PKN of wat voor kerk dan ook, als de meer­derheid van de huidige hervormde synodele­den daartoe besluiten zou, zoals thans dreigt. Het is pijnlijk om te moeten constateren dat SOW zoveel kans niet had gekregen indien de hervormd-gereformeerden hun kerkbesef niet hadden verloren en verloochend. Het is pijnlijk om te moeten constateren dat de evangelicale zelfverheffing en het evangelicale individualisme in de volkskerk zijn binnengeslopen. De valse 'verbroedering' is binnen de kerk in stilte vernie­lend te werk gegaan. Nee, niet de grove oecumenische beweging, maar de stille 'verbroedering' binnen de kerk is de dood in de pot gebleken. Alles moest zo nodig leuker, persoon­lijker, vriende­lijker en broederlijker worden in de kerk. De afstanden moesten weggewerkt worden, de schroom ver­dween welhaast. Thans loopt men in brede kringen over van 'goede werken', men 'evangeliseert' (hèt uitgekiende middel om de kerkelijke tucht op dood spoor te kunnen laten), kortom men beschouwt de kerk als een vereniging van ons met elkaar, waar wij het samen zullen redden. Het gezag is gevallen, de samenhang van kerk en volk is verbroken. Elk probeert op eigen houtje de persoonlijke vaart er nog in te houden, om het leven nog zo lang mogelijk uit te zingen. Of men grijpt naar nieuwe middelen en nieuwe ideeën om met opzwepende muziek en hoogdravende vertrouwenstaal de moed erin te houden. Zonder zich te bekeren van de boze wegen, zonder God te vrezen, zonder in God te geloven, zonder te geloven aan het gezag. Dit is het fatale 'democratisme' in de kerk. Het gevolg is dat men droevig en schaamteloos afdoet aan de bijbelse betekenis van de volks­kerk.

Nu kiest de GB voor helemaal geen volkskerk doch voor een fundamentloze, revolutionai­re denominatie, dat is erger dan de pure afschei­ding die men in 1992 te Putten nog zo grondig en hartelijk kon verfoeien. Zeker speelt hierbij mee dat in bondskringen de leer van het verbond sterk verduisterd is. Verbondsbedrei­gingen aan het adres van de ongelovige zijn ingeruild voor ver­bondsbeloften, waarmee de natuur van de bondeling wordt gespaard. Het gevolg is dat de mondige mens centraal kwam staan. Het opgelapte Adamskind, dat een vroom vernis kreeg, heeft zoveel zelfvertrouwen opgebouwd, dat hij zich niet hoeft laten gezeggen. Waar hij zich wèl aan laat binden is de PKN-orde. Die orde bepaalt dat hij zal willen groeien in de nieuwe eenheid, om in hogere oecumeni­sche sferen te geraken middels de PKN-con­structie. Ja, dàt wel! Dàt moet zijn nieuwe tolerante geloof worden op den duur. Misschien is hij al verder op pad dan hij denkt. Bij de GB ontwaren wij een moderne versie van een spiritualis­tische opvat­ting aangaande de kerk. De huidige volkskerkafbrekers zijn in wezen ver­bonds­bre­kers, in tegen­stelling tot wat zij zich­zelf wanen. Bonders wanen zichzelf verbondsmensen te zijn, maar zij zijn sinds 1996 juist van de zaak van het verbond afgeweken in de richting van het individualisme, het separa­tisme, het doperdom, de tolerantie, de revolutie.

Kerk en volk. Hoe dan wel? Volksvergadering en kerkverga­dering is naar de oorspronkelijke betekenis hetzelfde. Het volk komt bijeen in een heilige vergadering. Daar hebben wij de kerk, een gewijde samenkomst. Het volk in verband gebracht met de hemel, het volk in heilige vergadering aangenomen en toege­wijd aan de Heere.

Bij Calvijn is geen sprake van een zelfstan­dige kerk die zich richt op het volk. Het 'zich richten op' is te vaag; zo vrijblijvend voorgesteld. De geest van het apos­tolaat en van de evangelisatie verheft het vrijblijvende heel hoog; men wil geen opzicht en tucht, doch alleen ‘beïnvloeding’ met een boodschap. Dit is onzuiver, want wij zijn geen heidenvolk maar een gedoopte natie in afval en afbraak. De sleutels van het hemelrijk mogen niet vergeten blijven.

Is het ‘volkskerk’ of moet het ‘belijdeniskerk’ zijn? Allebei tegelijk moet het zijn! De volkskerk is niet los te denken van de belijdenis; wie de formulieren van enig­heid een vrijblijvend karakter wil geven, diens bazuin geeft een onzeker geluid, tot oneer van de Heere en tot schade der zielen. De belijdenis is niet los te denken van heel de natie volgens de Unie van Utrecht.

Belijdenis of verbond? Dit is geen vraag, hier is geen sprake van een dilemma. De belijdenis der kerk dient als eed op het verbond naar twee kanten toe; zowel de zegeningen als de bedreigingen worden door belijdenis met een eed bevestigd uit de mond van heel het volk voor het aange­zicht des Heeren. Bonders aanvaarden een verbond zonder belij­de­nis; dit kan niet. Evenmin is een belijdenis denkbaar zonder het verbond dat God geeft. Op dit punt gaat Het gekrookte riet mank.

Het volk en het kerkvolk vallen samen, zelfs als er maar een restant van overschiet soms. Dit is niet alleen calvijns, dit is christe­lijk, dit is oorspron­ke­lijk. Volkskerken zijn er altijd geweest, ook het zen­dingswerk in Europa getuigde ervan. Altijd bestond er een algemene verantwoor­delijkheid voor het geestelijke wel­zijn van het volk bij de overheden. Daarom stond heel het volk in een verbond. Maar de leugen van de revolutio­naire democratie heeft dit verduis­terd. De volks­kerk niet meer te handhaven is een leugen­achtige verande­ring, die niet alleen bedreigend is voor het kerkelijke en geestelijke leven, maar die ook staatsgevaarlijke elemen­ten in zich heeft. De vernielende mach­ten achter het SOW-verraad zijn: verlichting, spiritualisme, doperdom, postmodernisme, revolutie. Hierover een volgende keer nader, zo God het geeft.

Geve de Heere zelfkennis en opmerkzaamheid bij degenen die te waken hebben, gebed bij die het leed voelen. Hij verhore ons in de dag der benauwdheid. Hun geeft Hij moed en krachten, die hopend op Hem wachten. Hij zal hun vro­lijk op doen dagen, het heil hun toegezegd.

Laat de bede zijn: Beklim dan boven dit gewoel, Uw hemel­troon, Uw rechterstoel. Het antwoord: de Heere zal al de volken richten, en 't onrecht voor elks oog doen zwich­ten. Daarna hernieuwde smeking: Geef dan, o HEER', dat voor elks oog, mijn recht en vroomheid blijken moog' (Ps. 7: 4 berijmd).

‘En zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Maar wij zijn niet van degenen die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen die geloven tot behoudenis der ziel’ (Hebr. 10: 38b en 39). De Heere leide Zijn kudde door de hand van Mozes en Aäron.

Geen opmerkingen: