zaterdag 31 januari 2004

ENKELE OVERWEGINGEN BIJ HET SOW-PROCES

Dodelijke aanslag op de Vaderlandse kerk

Het oprichten van een nieuwe vrije vereniging

Het inruilen van het gezag van Schrift en Belijdenis voor democratie

Het ontkennen van Christus Kroonrechten op Land, Volk en Kerk

De weg vrij gemaakt voor Rome en heidendom



Temidden van grote onrust binnen de Nederlands Hervormde Kerk komen we regelmatig uitspraken tegen die op het eerste gezicht een geruststellend indruk achterlaten. De zaak is echter wel van dat gewicht dat hier helderheid in noodzakelijk is. Hier een greep uit dat wat u ongetwijfeld ook zal zijn tegengekomen. Door A.A.A. Oussoren.

1. “Alles blijft hetzelfde in de gemeente”

We zouden ons kunnen afvragen waar we ons in de afgelopen jaren dan zo druk over gemaakt hebben. Was het onbekendheid, of is er toch meer aan de hand.

2. “Wel moeten de naambordjes van de kerkelijke bezittingen afgehaald worden”

Dit houdt in dat de bezittingen juridische onder een andere organisatie vallen. Verder zal er na een gewenningsperiode van 5 jaar, van bovenaf opgelegd, meer gaan veranderen.

3. “Het gaat er om de eenheid in het kerkelijk samengaan te bevorderen”

Maar als de vrije kerken weer terugkomen tot de (vader)lands(e) kerk, is daar dan wel een nieuwe kerk voor nodig? Er is bewust gekozen voor fusie, en niet voor samenwerking.

4. “De vereniging wordt tot stand gebracht op basis van gelijkwaardigheid die tot een nieuwe eenheid moet leiden”

Er wordt hier uitgegaan van gelijkwaardige vrije kerkelijke verenigingen. Maar dat is gelet op het karakter van de (vader)lands(e) kerk, toch niet mogelijk om te doen alsof het een vrije kerk is.

5. “Bij de uitwerking van het plan tot samensmelting (fusie) is steeds uitgegaan van vrije kerkelijke verenigingen die los staan van de staat”

Dan is hier iets heel beslissends gebeurd. De kerk van het land heeft gedaan alsof zij een zelfstandige vrije vereniging was, die – om het wat scherper te stellen – zich desnoods ook buiten de landsgrenzen kan vestigen. Dat er vanouds een band met Nederland als natie (zoals in de Unie van Utrecht) en het Oranje-huis (met de Potentaat der potentaten een vast verbond) is geweest, wordt geloochend. Maar de kerk als ziel van de natie kan zichzelf niet opheffen. Het zou ten diepste zelfmoord zijn, waardoor de natie in een waarde- en weerloze toestand terecht komt. Want het is een onmogelijkheid dat de Nederlands Hervormde kerk los van de staat zelfstandig voort zou kunnen, zonder dat zij haar oorspronkelijke plaats verloochent, in het bijzonder als planting Gods.

6. “De synode heeft gemeend op basis van vrije stemmingen beslissingen te mogen nemen, die moeten leiden tot deze grote stap”

Dat betekent een onderworpenheid aan de principes van de democratie (van na de Franse revolutie), en niet een onderworpenheid aan Schrift en Belijdenis. Maar het nemen van deze beslissing - die niet genomen kon worden – is een zelfde revolutie! Het streven blijkt te zijn dat het kerkbestuur geen onderworpenheid meer wens aan iets boven haar dan alleen de uitslag van de stemming van vandaag. Dit is eigenlijk anarchie, maar nu in de kerk.

7. “ Met de huidige stemverhoudingen is in de nieuwe kerkorde vastgelegd dat iedere gemeente grote vrijheid van inrichting zal krijgen (voor de duur van 4 jaar)”

Deze vrijheid moet echter niet verward worden met de christelijke vrijheid. De vrijheid die men op het oog heeft is hier eigenlijk een ander woord voor ongebondenheid aan alles wat boven de mens staat. Of anders gezegd, ongebondenheid aan alles wat niet door stemming omver te werpen is. Dit is dus de revolutionaire bandeloosheid. Bij de overheid is deze ‘vrijheid’ inmiddels al openbaargekomen als tirannie (zoals Anti discriminatie, Schoolinrichting enz.).

8. “Iedere gemeente zal moeten werken aan eenheid binnen zijn gelederen. Een lijn vastgehouden door een minderheid heeft vanuit de nieuwe kerkorde geen geldigheid”

De inrichting van de gemeente wordt dus bepaald door de mening van de menigte (massa) van vandaag. Dat is de inhoud van het nieuwe belijden. Van de rest mag u geen geldigheid uit laten gaan. U kunt het uit eigen belang maar beter in prive-sfeer thuis houden.

9. “Toch kan de gemeente voor zich vaststellen dat zij aan de 3 formulieren van enigheid vasthoudt”

Dit is het echter wel vanwege stemverhoudingen van vandaag, en niet die van morgen. Hier merken we het grote verschil met de kerk die aan Schrift en Belijdenis gebonden is. Deze oude grondslag staat niet bij gratie van stemverhoudingen.

10 “Maar we worden nog gerespecteerd en kunnen nog preken. Is dat geen groot voorrecht?”

Wanneer we blij zijn met het gerespecteerd worden in een kerk zonder (bindende) belijdenis, dan zijn we vooral blij met het feit dat onze positie (voorlopig) nog niet in gevaar is. We kunnen in uiterlijke vormen nog door zoals we gewend waren. Maar waar we bedenken dat Christus recht heeft op ons persoonlijk leven, en geeerd wil zijn in Zijn kerk, in staat en maatschappij, daar staat de aandacht voor onze positie niet meer op de voorgrond. In plaats van blij te zijn met het gerespecteerd zijn, is dan alle aandacht gericht op de vraag of de Kroonrechten van Christus Hem bij deze nieuwe kerkelijke vereniging zijn ontnomen. En stemt juist deze schijntolerantie ons niet tot grote nood. Hebben wij dan nog wel rust als we weten dat elders de meest godslasterlijke opvattingen op dezelfde wijze aan de zielen kunnen worden voorgehouden en opgedrongen. Als er zo eenzijdig aan onze eigen positie gedacht wordt, dan hoeden we inderdaad onze broeder niet, maar ten diepste alleen ons persoonlijk belang.

Samenvattend moet geconstateerd worden dat met de PKN in wezen alles is veranderd. Het SOW-proces heeft getracht al deze fundamenten van de (vader)lands(e) kerk om te stoten. Met een grote aversie tegen de band tussen God, Nederland en Oranje, bouwt zij zelf op een heel andere grond. De grond van humanisme, verlichting en revolutie, van volstrekte vrijzinnigheid gecombineerd met spiritualiteit en syncretisme. Nederland heeft haar goden veranderd (Jer. 2).

Hoewel de geweldplegers binnen de kerk graag ‘oude’ bekende uitdrukkingen en begrippen gebruiken, om zo de weerstand tegen hun plannen en daden te verminderen, zal bij dieper doorvragen blijken dat er heel iets anders wordt bedoeld. Bij een revolutie krijgen oude begrippen altijd een geheel andere lading, want ze komen tegen een andere achtergrond te staan zegt men wel eens.

Samenvattend kan gesteld worden dat....

Ø De (vader)lands(e) kerk wordt opgeheven

Ø De boedel t/m de laatste stoeptegel om geen waardij wordt verkocht.

Ø Er een nieuwe kerkelijke vereniging wordt opgericht naast vele andere denominaties en secten.

Ø De eigendommen door revolutionaire overweldiging van de SOW-ers aan de (vader)lands(e) kerk zijn onttrokken.

Ø Deze kerk niet meer gebonden is aan Schrift en Belijdenis, maar wel aan een nieuw geloof dat belijdt Waarheid pluriform is.

Ø De ongebonden wil van de meerderheid het alleenrecht heeft op het bepalen wat recht is.

Ø Er derhalve geen rechten meer kunnen worden opgeëist, en op plichten gewezen, die louter gebaseerd zijn op de Schrift en drie formulieren van enigheid.

Ø Hiermee de Kroonrechten van Christus op Zijn kerk van Nederland worden teniet gedaan, terwijl de mens met zijn opvattingen regerend op de troon zit.

Ø Ieder die zich stelt onder de nieuwe kerkorde, er uitdrukking aan geeft deze grove schendingen voor wettig te houden.

Ø Dus alles verandert!

Waar in de tijd van de reformatie het Nederlandse volk bijzonder is gezegend dat haar kerk is gezuiverd van vele menselijike inzettingen, daar wordt nu het nieuwe belijden bepaald door een vaag humanistisch respect voor de autonome mens met zijn mening. Daaruit vloeit voort dat het beleid zowel in de gemeente als op classikaal en synodaal niveau slechts drijft op de wil van de massa. Van rechts tot links blijkt daar vertrouwen in te hebben (“het zal zo’n vaart niet lopen”), en laat zich bewust of onbewust ìn met het nieuwe belijden dat gebaseerd is op het activisme van de mens (dr. A.Kuyper c.s.). Uiteraard mag daarbij niet ontkend worden dat er ten deze veel over ‘gebed’ en ‘verootmoediging’ gesproken wordt. Helaas echter vrijwel veelal wel in een context waarbij men vertwijfeld de sprong in het duister maar waagt.

“Maar we kunnen niet anders dan buigen onder het oordeel”, of “Dit is lijden aan de kerk”

Het is een houding die vaak verward wordt met verootmoediging. Waar echter in het hart reeds besloten is om in beginsel toe te geven aan het kwaad, kan toch tegelijkertijd van verootmoediging geen sprake meer zijn? Het zou te vergelijken zij met het alvast klaar zetten van een excuus, terwijl men weloverwogen aan het kwaad toegeeft. Zou dit ten diepste geen ‘spel’ zijn? Daarnaast worden op deze manier maar al te vaak de Kroonrechten van Christus op Zijn kerk uitgespeeld tegen zaken als rust in de kerk, familie, gezin en persoonlijke omstandigheden. Het is ook hier eerst de keuze van het hart, terwijl de verstand er zijn redenen wel bij weet te vinden. Nogmaals, u bent niet geroepen Zijn rechten prijs te geven! Ook al wordt u aan de kant gezet, laat Zijn eer boven de uwe gaan.

“Maar er kan nog gepreekt worden”

Waar Gods Woord is, daar is inderdaad macht. Dit neemt echter niet weg dat dat preken in de context van het nieuwe belijden is komen te staan. Met het accepteren van de nieuwe kerkorde is dat preken tot het verkondigen van een mening gedegradeerd. Praktische consequenties vanuit de kracht van het Woord, die op zekere momenten tegen het democratisch vastgestelde beleid in zouden gaan, brengen de functionaris voor de hedendaagse inquisitie van het onbijbelse gelijkheidsdenken. En daar zal voor gebogen moeten worden, omdat men zelf eerst uit vrije beweging voor gebogen heeft. Dan wordt lijden, lijden vanwege bewuste aanpassingen aan het kwaad, i.p.v. om Zijn Naam. Het zal een schadelijke sprong in het duister blijken te zijn geweest.

“We kunnen er altijd nog uit…..”

We beseffen helaas maar zo weinig dat we ons zo hebben leren aanpassen aan de geest van de tijd, dat we gewoon zijn gaan leven met het hebben van ‘achterdeurtjes’. We menen onze positie op deze wijze onder controle te hebben. We staan niet meer voor een (geloofs)onmogelijkheid, want we kunnen altijd nog dit of dat. We hebben alternatieven achter de hand. Op deze wijze kunnen we de vervolgingen waarschijnlijk nog jaren buiten onze deur houden. Want de grootste zorg lijkt wel te zijn of wij nog wel meetellen, of er ook naar ons geluisterd wordt, of wij ook gerespecteerd worden, of onze vrijheid ons niet afgenomen wordt, enz. enz. En met ‘ons’ en ‘wij’ bedoelen we natuurlijk ook, ònze gemeente, ònze kerk, ònze bijzondere school, ònze politieke partij. Maar verder doen we als geëmancipeerden volop mee in een post-christelijke samenleving (zoals anti-theocraten dat plachten uit te drukken). En heimelijk denken we dat het alles staat of valt met onze gezamenlijke invloed.

“Wij beslissen wanneer we uitstappen / afscheiden / voor een andere kerkelijke vereniging kiezen”

Het grote gevaar dat op de loer ligt is het denken dat u zelf – mat al uw voorkeuren en overtuigingen – uw keuzes mag maken. Ook op kerkelijk terrein. Heel vaak is men zich er echter niet meer van bewust dat deze opvatting en houding in de grond der zaak revolutionair. Zonder het misschien te beseffen verloochenen wij daarmee eigenlijk ons Hervormd zijn. Wij dan gaan op een gegeven moment uit nood onze keuzes maken, in plaats van op onze plek te handhaven wat ons van Godswege is toebetrouwd. En dan zijn wij het die onze roeping verlaten. Wij zijn echter Nederlander, en reeds als geboortelid, lid van de Nederlandse gezuiverde (=Hervormde) kerk. Zo gezegd hebben we in het geheel geen vrije keuze.

“Maar we moeten toch wat”

Onze roeping is, te blijven staan waar we staan. En dat betekend: geen nieuwe PKN of andere kerk te beginnen of zich bij aansluiten, maar te blijven staan waar u geplaatst bent, en dat in eenvoudigheid enkel vanwege het Recht dat Christus op Zijn kerk van Nederland heeft. Dat u zó niet geduld zult worden door de geweldplegers die menen te kunnen doen met de erfenis der vaderen, laat u geheel in Zijn handen. U staat dan als het ware op de stoep van de kerk, die u bedrieglijk ontstolen is. Zeker heeft u elkaar nodig, en zult u mogelijk als de ‘Slijkgeuzen’ (= de Contra-Remonstranten in de tijd van Oldebarneveld) elkaar tot steun zijn. Daarbij zal het een groot voorrecht zijn wanneer u daarbij gesteund mag worden door hen die reeds in het ambt stonden.

Wat betreft inhoudelijke bezwaren tegen nieuwe kerkorde van de PKN verwijzen wij u naar de verschillende uitgaven van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk.

Verder is kerkrechtelijk veel aandacht aan het SOW-proces besteed door dr. D. de Vos. Zie daarvoor www.eerlijkduurthetlangst.nl

Laat het u daarom niet te doen zijn om rust en vrede in het dagelijkse en kerkelijke leven op zich. Want daarmee wordt aan het recht van Christus op u en op heel de kerk en heel het volk, tekort gedaan.

A.A.A.Oussoren

P.S. Bij 31 januari denken we in bijzonder aan onze Vorstin, aan het Oranjehuis dat vast verbonden is aan de vaderlandse kerk. Thans wil de PKN de band God – Oranje – Nederland definitief teniet doen, en zowel haar als haar volk overleveren aan een volstrekt doperdom.

Geen opmerkingen: