zaterdag 25 april 2009

VOORJAARSIMPRESSIES

Het voorjaar heeft wel zijn intrede gedaan, maar de lucht is strakblauw en de losgewoeld tuingrond droogt vrij snel. Het was opeens ook heel warm, er vielen enkele druppels regen met woestijnzand erin. De zodenbemesters hebben hun werk gedaan op de graslanden, en nu ligt alles te wachten op een mild voorjaarsregentje. We genieten van al het wit en het rood en het geel, en natuurlijk ook van het vriendelijke 'gewone' groen wat zich als een dun dekkleed op de aarde uitspreidt. Langs de dijk en op een erf bij 's-Heerenbroek waren in de dagen voor de Pasen al pinksterbloemen opgeschoten boven het ongerepte gras. Als je daarbij op de hurken gaat zitten, is het alsof je een nieuwe wereld ziet. Verder liggen om het erf heen van die stille slootjes, ze herinneren me aan lang vervlogen jaren, en aan een onvervangbare kinderomgeving. Maar we moeten verder.

Met de opkomst van het voorjaar is er na al die grijze weken ineens het zonlicht dichterbij gekomen, voller en overtuigender, zodat de stalen hoogspanningsmasten in de Mastenbroeker polder telkens onderbroken licht weerkaatsen. Vanuit het broekland nader ik de overoude hofsteden nabij de Hasselterdijk. Zo'n boerderij straalt rust uit; de boomgaard, de tuin en het bosje liggen speels om het huis heen. De aanblik geeft te denken, want het is alsof zo'n hofstee beter in zijn vel zit. Maar in een ontginningsgebied proef je ook na vijf eeuwen nog steeds de moeiten die er zijn om als boer het hoofd boven water te houden. De erven zijn daar rechthoekiger, geen duimbreed grond mag onbenut blijven. Heel anders is het nabij de oude rivierlopen, daar liggen prehistorische woonoorden die, zo te zien, gelukkig ontsnapt zijn aan de aandacht van landschapsontwikkelaars.

Al het mooie neemt niet weg dat de afgelopen winter weer menige karakteristieke boom op onverklaarbare wijze verdwenen is in Grafhorst en Oosterholt, volgens het recept: weg is weg. Even onverklaarbaar als het is hoe in IJsselmuiden een kolos van een lijkverbrandingsmuur onze dodenakker kon komen onteren en ontsieren. Op Tweede Paasdagmiddag liep ik daar, en hoorde een ouder boerenechtpaar er hun verbijstering over uitspreken. De bouw is nooit aangekondigd, zeiden ze. Nee, waarom ook? Tegenwoordig laten plaatselijke overheden zich dicteren door de regentenkliek die vanuit het Binnenhof ingrijpt in het gekerstende dorpsleven. Als rechteloze werkmieren laten wij ons vernederen onder de laarzen van de maatschappijvernieuwers. Voorheen boden gemeenteraden dapper verzet tegen de ontkerstening, nu zagen zij de poten onder hun eigen stoel uit door zich te vergapen aan hun felbegeerde, breekbare minderheidsrechten. Wie dit doet, verkoopt zijn land aan de trouweloze machtskliek, en verspeelt de eer. Het is schadelijk wanneer plaatselijke overheden gaan denken als machines in opdracht van een ongebonden massa.

Op een maandagmiddag, begin deze maand, bemerkten we onderweg hoe kwetsbaar de snelle landbouwmachines kunnen zijn. Ongeveer op hetzelfde tijdstip dat er in Grafhorst een lege giertank op straat omsloeg, gebeurde exact hetzelfde ook op de plek waar ik fietste, een eindje buiten Oosterholt. Daar kwam op de smalle Bosjessteeg een grote tractor aan met een brede, volle giertank van maar liefst veertigduizend liter. Het apparaat trachtte mij in te halen door gebruik te maken van de berm, maar die is verre van stevig. Plotseling had het linker achterwiel geen houvast meer. De tractor hield halt, en je gelooft je ogen niet als je ziet dat zo'n giertank kantelt. Een golf modderwater sloeg neer op het weiland aan de overkant. Toen lag de ronde tank daar op zijn rug als een zwaargeharnaste dikbuikige ridder die achterover van zijn paard gevallen is. Het leek wel een snelle charismatische amateur die meent dat zijn geloof zo sterk is dat hij geen ondergrond nodig heeft om iedereen voorbij te zweven. Of een succesvolle politicus, die, bij het maken van politieke manoeuvres, door de last van zijn te zware portefeuille wordt meegetrokken. Wat een les voor ons allen, om maat te houden, en onze maat te kennen. We moeten door God bewaard, bekeerd, onderwezen en geregeerd worden.

De jonge tractorchauffeur kon gelukkig ongedeerd de cabine verlaten. Ik had wel met hem te doen, want het huilen stond hem nader dan het lachen. Maar het hele gebeuren geeft wel te denken. De eindeloze schaalvergroting van landbouwwerktuigen is een heilloze ontwikkeling. Het versnellen van de snelheid waarmee tractoren zich verplaatsen, en het vergroten van machines, maakt dat zij gevaarlijk zijn op landwegen. Het enige signaal dat helpt, blijft uitgaan van de zachte bodem die een halt toeroept aan onnatuurlijke hoogmoed.

De aanblik van deze giertank op zijn rug in de moddersloot bracht me in gedachten bij een historisch feit uit de Oost-Nederlandse geschiedenis. Ik bedoel de Utrechtse bisschop Otto II van de Lippe, die in het jaar 1227 gewapend optrok tegen zijn Drentse onderdanen, maar daarbij de dood vond tijdens de slag bij Ane, doordat het moerassige gebied hem belette om zijn tocht voort te zetten. Zo kwam er een einde aan de druk van te zware lasten op de Drentse leenmannen. In het dorp Ane (dichtbij Gramsbergen) staat nog een gedenkteken van deze slag, die voor het landschap Drenthe het begin was van hernieuwde vrijheid: een periode van aanzienlijke vrijheid van vergaderen, wat neerkwam op staatkundige zeggenschap. Het 'gemene lant' van Drenthe (in het Latijn genoemd: Universitas terre Drenthie) bleef ook na de 80-jarige oorlog nog een landschap, zelfstandig in zijn binnenlands bestuur, evenwel zonder zitting in de Staten-Generaal. Het kleine bedrag van de Drentse belastingbijdrage werd betaald door het gewest Holland, dat in ruil daarvoor een stem extra mocht uitbrengen in 's-lands vergaderzaal.

Ik denk nog aan een ander voorbeeld, namelijk uit Afrika. In de jaren-'80 kwam de auto van een Engelsman terecht in een Keniaanse waterval. De inboorlingen stonden erbij te juichen, toen zij zagen dat die auto meegesleurd werd door de kracht van het water; hun rivier was sterker dan dat snelle voertuig uit Europa. Mensen zijn trots op de kracht van hun rivier, dat is te begrijpen. De vreze Gods moet ons leren hoe we ons te gedragen hebben, uit eerbied voor God. God spreekt door middel van onze drassige veengrond een duidelijk halt toe aan ons overmatige vernuft. Laten wij onze algehele afhankelijkheid aan God bekennen, want het verzaken van de vreze Gods is fataal. Het begin ervan is al beslissend, want wie eenmaal heeft ingegrepen in de natuurlijke orde om die naar zijn hand te zetten, is overgeleverd aan een ontwikkeling die zomaar geen grens kent. Net als wanneer er meer snelwegen bij komen. Dat helpt weinig, want er komen meer auto's op de weg. Wie denkt dat het veiliger wordt wanneer alle bochten uit een dijk gehaald worden, of wanneer alle bomen langs de wegen verdwijnen, vergist zich ook, want het lokt snelheidsverhoging uit. En zonder versnelling van het levenstempo treedt stagnatie op.

Onlangs naar 's-Gravenhage geweest, in verband met avondmaalsbediening en huisbezoek. We kwamen weer door het groene hart van Holland. In snel tempo slibt dat 'hart' dicht, er is een wildgroei aan kantoorgebouwen ontstaan zomaar overal langs de snelweg. De vorige keer, in september, was de A28 geheel afgesloten, daarom kwamen we toen vanuit het noorden, onder Amsterdam langs. Daarna leidde de weg ons tussen twee heel verschillende soorten hollands landschap door, rechts de iewat hogere geestgronden met hun tuinbouwuitstraling, en links de bedijkingen met daar bovenop de watermolens, als wachters bij het polderland. Tussen de grote stadsconglomeraten is nog een oer-Hollands landschap te vinden, klein maar fijn gelegen onder enorme stapelwolken. Ineens zie je het oude, gezegende land weer, waar een volk van geslacht op geslacht wortel heeft geschoten, omdat God voor het vaderland instaat. Er was sprake van een langzame, gedegen opbouw vanaf de bodem. De geslachten borduren als het ware langzaam voort op het werk dat reeds opgebouwd is, onder het beding van Gods goedkeuring en zegen. Moge Christus weer opstaan in de harten van ons volk, in de steden en op het land. Want Hij staat boven ons en boven alles, boven de wereld en boven de toekomst. Het is immers de Geest Die uw leven doet opbloeien. Door Christus' opstandingskracht kan Zijn volk niet vergaan. Ons behoud is zeker geworden door Zijn leven. Onze ware, enige hoop op Hem staat in het Woord beschreven. Onze ziel rijst op bij het horen van het Woord, het gordt ons aan tot strijd, lijden en overwinning.

1 opmerking:

Eveline zei

Geachte Meneer Oussoren,

Wat een mooi, prachtig verwoord voorjaarsverhaal. eén die hoop brengt en geloof aan die het nodig hebben, mooi en onderbouwd met hedendaagse alswel vergeten feiten. Die inderdaad vragen om het weder opstaan van de Heer die het leven letterlijk weer zal doen opbloeien, hoewel ik van mening ben dat wij hier ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Zowel in ons eigen land, gezinnen, familie en beminden, alswel in Haiti, Chili en alle plaatsen waar men Zijn steun zo hard nodig heeft.

Maar, zoals mijn moeder het zo mooi kan vertellen, wat haar grootvader haar weer vertelde; de Heer komt op zijner Tijd. niet op Heden tijd.

In de tussentijd, zoals U zo mooi verwoordt, blijven we echter hopen, strijden en lijden, opdat onze ziel en hoop sterk mag blijven. (En de dooi het de Tuinbouw het wat gemakkelijker mag maken ;))

met vriendelijke groet,

Eveline