donderdag 29 mei 1997

VAN KATWIJK BEGINT DE NEDERLAAG

Eind maart 1997 werd in de Katwijkse kerkbode een bericht van de Centrale Kerkenraad opgenomen, met een ingrijpende (en vooral: ààngrijpende) mededeling aangaande het SOW-proces. Ik laat eerst het hele artikel volgen:

"In onze laatstgehouden vergadering werd de zorg uitge­sproken over de onrust die bij sommige gemeenteleden zou heersen over het SOW-proces en de zwijgzaamheid dienaan­gaande van de Centrale Kerkenraad (CK). Besloten werd u, binnen afzienbare tijd, via de kerkbode een door de gehele CK gedragen stuk te doen toekomen. Vooruitlopend daarop wil ik vast een viertal zaken kwijt.

1. Ons zwijgen heeft te maken met onze onverzettelijkheid. Niemand kan en zal ons kunnen dwingen te handelen tegen de Schrift en de belijdenis in. Bovendien, al te veel kostba­re tijd ging en zal nog verloren gaan aan dit proces.

2. Het SOW-proces gaat door, is, zoals door de synode uitge­sproken werd, `onomkeerbaar'. Ook Katwijk zal daar in mee moeten.

3. Ons daaraan onttrekken of, gewoon de oude hervormde kerk doorzetten, zal leiden tot verlies van onze kerkelij­ke bezittingen en rechten. (Zie 100 jaar geleden bij de Doleantie!, het ontstaan Gereformeerde Kerk). Niemand komt aan onze kerkelijke bezittingen. Zij zijn en blijven het eigendom van de Nederlands Hervormde Gemeente te Katwijk aan Zee.

4. Hoe de landelijke kerk ook gaat heten en doen, wij blijven in naam Hervormd, de prediking, de liturgie en het pastoraat is en blijft naar Schrift en belijdenis en zul-len niet anders zijn dan wij in Katwijk gewoon zijn."

Tot zover de mededeling van de centrale kerkenraad, onder­tekend door ds. W.J. Gorissen.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nu weet ik niet of echt geen andere gemeente aan Katwijk vooraf is gegaan, maar dit kerkbode-artikel is wel het eerste wat mij bereikte van het plaatselijke vlak. Volgens ingewijden zijn er al meer grote gemeente omge­zwaaid. Andere plaatsnamen zal ik nu nog niet noemen. Het is een teken aan de wand dat de centrale kerkenraad van Kat­wijk, bestaande uit confessionelen, bonders en een man van het `Gekrookte Riet', zich unaniem opstelt in deze kwade zaak. Dat wijst op een grote, schandelijke neder­laag voor de christenheid.

Voordat het eerste schot gelost is heeft men zich om geld en goed al overgegeven aan de toekomstige VPKN, die een vrije kerk zal zijn, in plaats van een landskerk. Wat worden lichten­de lichten als Hoedema­ker, Kromsigt en Grave­meijer schan­delijk vergeten. Abraham Kuijper behaalt echter de ene overwinning na de andere, ook in Katwijk. De VPKN is een vrije kerk in een `neutrale' staat en sluit daarom naadloos aan bij het gedachtengoed van Abraham Kuyper.

Ik volg het Katwijkse kerkbodebericht nu op de voet:

1. Zwijgen uit onverzettelijkheid of uit lafheid?

Soms kan men een tegenstander tergen door te zwijgen, maar in dat geval voelt je tegenstander aan dat er geen haar op je hoofd is die er over peinst om aan hem toe te geven. Zùlk zwijgen zou zeker een vruchtbaar teken van onverzet­telijkheid kunnen zijn! Waarom is het Katwijkse zwijgen dan laf te noemen? Omdat men onder punt 2 reeds als een normaal feit vaststelt dat men mee moet in het gewraakte SOW-spoor. Onder punt 3 wordt nog als motief genoemd het behoud van de kerkelijke bezittingen. En in punt 4 verwoordt de CK zijn visie, n.l. dat men voor Katwijk geen gevaar ziet in de VPKN. Dit alles werpt wel een heel ander licht op het zwijgen dan eerst voorgewend wordt. Hoe meer men zwijgt, hoe rustiger het blijft.

Conclusie: Men zwijgt niet uit onverzettelijkheid, maar omdat men het verzet al opgegeven heeft.

2. Mòet Katwijk mee, of wìl Katwijk mee?

Katwijk zou mee `moeten' als de synode zich hield aan de hervormde belijdenis en het hervormde karakter van de kerk. Aangezien de synode de kerk echter in een geheel ander spoor wil leiden (qua belijdenis, tucht, ambtsleer, ver­houding kerk-staat e.d.), behoeft geen enkele gemeente zich hierbij neer te leggen, want niemand kan gedwongen worden om zijn hervormde gedaante af te leggen. Hiervan hebben we een duidelijk voorbeeld in de Doleantie (1886). Gesteld dat toentertijd meer dan tweederde deel van de kerk zich achter Kuijper had opgesteld, dan waren de hervormde rechten en bezittingen nog bij het reste­rende derde deel gebleven. Fusie van de NHK en een ander kerkge­nootschap is kerkordelijk alleen wettig als er overeen­stemming bestaat qua geloof, eredienst en kerkorde. Maar het huidige fusieplan impliceert dat de hervormden over zouden ­gaan van een landskerk (NHK) naar een vrije kerk IN Nederland (VPKN). De toekomstige kerk is dus (afgezien van `paarse' trekken) een vrije kerk naar Kuijperiaanse snit. Naar recht kan niemand gedwongen worden om zich hierbij neer te leggen, integendeel, op iedere gemeente rust de plicht om te strijden voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is. Het is plicht om verzet te bieden, d.w.z. om tegen de duivel en zijn gànse rijk te strijden. Men kan zich hier wel aan willen onttrekken met schoonschijnende woorden, zoals `Katwijk zal daarin mee moeten', maar gaandeweg wordt duidelijk dat het te doen is om het behoud van de kerkelijke goederen (punt 3). De CK van Katwijk laat zich leiden door een rechtspraak waarbij het kwade goed genoemd wordt en het goede kwaad. Het bezit van de toekomstige kerk zal grotendeels bestaan uit gesto­len hervormde goederen. Heeft de overgrote meerderheid van de NHK dan niet het recht om de bezittingen mee te nemen naar een VPKN? Antwoord: Nee, want de bezittingen en rechten blijven in een hervormde situatie altijd juridisch berusten bij de kleinst mogelijke hervormd gebleven min­derheid. De gemeenten en classes moeten voor dit recht opkomen, in plaats van al discussiërend méégesleurd worden naar de diepte van een vrije kerk.

Wie zegt dat Katwijk zijn bezittingen kwijtraakt? Kuijper had in zijn tijd de rechters niet op zijn hand. Dit had ook heel anders kunnen zijn. Stel je voor dat Kuijper in deze tijd geleefd had, nu de mening post vat dat de volks­kerk nimmer bestaan heeft en zeker sinds de scheiding van kerk en staat (1796) niet meer bestaat (zoals de hoogle­raren A.Th. van Deursen en G. Dekker thans vanuit hun separatistische visie beweren), dan zou Kuijper in onze tijd volop gelijk gekregen kunnen hebben van de rechters. Met andere woorden: volgens de CK had men dan Kuijper moeten volgen, omdat hij er met de buit vandoor zou gaan. Integendeel, men moest oproepen tot verzet.

Conclusie: Men `moet' helemaal niet mee, maar men wìl mee om de kerkelijke bezittingen niet kwijt te raken.

3. Blijven de bezittingen van Katwijk in Katwijkse handen of worden zij met Katwijkse hulp overgegeven in handen van de vrije VPKN?

Om te beginnen kan een plaatselijke gemeente niet doen met de gebouwen en het geld wat zij wil, want het zijn niet zomaar bezit­tingen van de plaatselijke gemeente, maar van de hervormde kerk als geheel. Het bericht van de CK geeft dus een vertekend beeld. Dit beeld functioneert als zand in de ogen van onwetende, stelselmatig dom gehouden (en helaas geminachte) kerk­gangers. Het is ronduit dwaasheid om van bezit­tingen die nog nooit echt in handen van Kat­wijk (of welke plaatselijke gemeente dan ook) geweest zijn, te beweren dat zij plaatselijk bezit blijven. Wel helpt de CK van Katwijk mee als slippendragers om de hervormde bezittingen over te hevelen naar een andersoor­tige, vrije VPKN.

Dit vrije karakter van de VPKN-groep bewijst dat niet degenen die de NHK handhaven, maar dat juist degenen die het SOW-proces steunen in het spoor van de Doleantie-broeders gaan. Ditmaal echter met stéun van de recht­spraak, als God het niet verhoedt.

Voorheen hadden vele hervormden kritiek op mensen die zich lieten meenemen door de idee van Kuijper; thans gaan zij hetzelfde doen! Het doel van SOW is: een vrije kerk te creëren in een neutrale staat. Dit komt overeen met het streven van A. Kuijper, en staat dus lijnrecht tegenover het oogmerk van degenen die de oude hervorm­de kerk handha­ven. De voormannen van de Doleantie raakten de kerkelijke bezit­tingen en rechten kwijt, omdat zij gebroken hadden met de hervorm­de kerkelijke besturen en met de hervorm­de kerk als zodanig. Abraham Kuijper c.s. verlangden een vrije kerk in een neutrale staat. Daarmee werd duidelijk dat zij de bestaande hervormde kerk van karakter wilden veranderen en de kerkelij­ke goederen onderbren­gen in een vrije kerkorga­nisatie. Hun streven werd derhalve onwettig verklaard. Thans beoogt de meerderheid van de hervormde synode iets soortgelijks. Waarom wordt dit nu ineens wel gesanctioneerd? Omdat nu de meerderheid dit wil? Maar in Kuijper's tijd waren de dolerenden in plaatselijke situa­ties ook vaak in de meerderheid. Toch kregen zijn geen voet aan de grond in die tijd. De conclusie moet zijn dat de rechtspraak veranderd is, en dat alléén op grond van die veranderde rechtspraak SOW nu goede kansen maakt. Maar honderd jaar geleden zou de hervormde mìnderheid de rech­ten en bezittingen toegewezen hebben gekregen.

Het SOW-proces heeft tot doel om het theocratische ge­loofsgoed over­boord te werpen, want de kerk van de toe­komst zal een naam dragen waarin dat tot uiting komt. Immers een kerk `in' Nederland (waarbij niet ter zake doet of zij hervormd, gereformeerd of verenigd protes­tants heet) is een vrije groep in de natie. Dit is de NHK niet; dit is de GKN wel! Zie hier het bewijs dat de landskerk het onderspit moet delven. Het SOW-proces sluit echter aan bij het streven der doleren­den van vroeger.

Thans zou precies dezelfde negatieve uitspraak moeten gaan over de kerkelijke bezittingen en rechten van de voorstanders van SOW. Deze voorstanders willen de bestaan­de hervormde kerk omvormen tot een vrije kerk in een neutrale staat, waarin het paarse anti-discriminatie-denken de beslis­sende boven­toon krijgt in de interne aangelegenheden der kerk. Kuij­per heeft zijn rechten verloren omdat hij tornde aan de normale verhouding van kerk en staat. Dit streven heeft Kuijper er toe gebracht om de Nederlandse geloofsbelijde­nis te verminken (art. 36). Kuijper wenste vrijheid voor de valse godsdiensten buiten de kerk. De SOW-leiders gaan een stap verder; zij willen dat ook binnen de vrije kerk de tucht niet meer heersen zal, tenzij als democratisch gedragen groepstucht, die gelijk staat aan revolutionaire willekeur.

Conclusies: Bezittingen die altijd eigendom geweest zijn van de NHK als geheel kunnen onmogelijk het eigendom `blijven' van de gemeente Katwijk. Doordat men het verzet tegen SOW opgeeft, biedt men zichzelf aan als helers om straks de door de synode gestolen goederen formeel onder beheer te nemen in een VPKN. Het feit dat dezelfde mènsen het beheer zullen voeren is maar schijn. Dezelfde broeders die thans wettig beheer voeren over hervormde goederen, zullen te beschouwen zijn als helers, zodra zij er toe overgaan om vreemd, niet-hervormd beheer uit te oefenen. Wie uit een zaak stapt, heeft geen recht om het kapitaal mee te nemen. Althans volgens hervormd kerkrecht niet!! Als het nu, eind 20e eeuw, ànders uit zou pakken, dan betekent dit dat het recht ver­draaid is en dat wij gere­geerd worden door verraders die ons kerkvolk verkopen aan revolutionai­re en `paarse' machten in kerk en staat! Tegen zulke bezettende machten dient niet-aflatend verzet te worden geboden.

4. Blijft de plaatselijke situatie dezelfde of lijkt dat maar zo?

Bij het lezen van dit bericht van de CK moest ik aan het volgende verschijnsel denken:

Het komt in het buitenland wel eens voor dat men zijn eigen huis kan blijven bewonen dankzij het feit dat men dit huis rechtens heeft afgestaan aan een of andere crimi­nele organisatie. Al waant de bewoner zich vrij, hij woont niet vrij meer, want anderen voeren heerschappij met hun wetten en regels. In hun plan heeft het huis al een andere bestemming gekregen. De uitvoering hiervan heeft slechts tijd nodig. Om te voorko­men dat het huis door leegstand onbe­woonbaar zal worden, laat men de huidige bewoner zijn gang gaan; men laat hem in de waan dat er -in praktische zin- niets veranderd is. Men maakt hem zelfs wijs dat hij in zijn woning bescherming geniet; hij zal tegen andere roversbenden beschermd worden, als hij maar betaalt. Echter elk moment kan hij nieuwe, onge­wenste bewoners in `zijn' huis ver­wach­ten, die hem zullen laten voelen dat er andere huisregels van kracht gewor­den zijn. Dit kan plot­seling of allengs merk­baar worden. Hij regeert niet meer over zijn eigen huis, maar moet het gezag delen met zijn medebewoners respectievelijk medege­bruikers.

Evenzo ziet men de oude NHK het slachtoffer worden van vijandige listen en van eigen naïviteit. Het SOW-streven laat niets en niemand in Nederland ongemoeid. Wat helaas gemist wordt is de Naboth's-houding.

Welke veranderingen staan er dan op stapel? Antwoord: Binnen de VPKN komt het ambts­gezag groten­deels te verval­len en wordt het gezag naar die mate gelegd bij een ge­meen­te, bestaande uit leden of vrijblijvenden, die niet aan enige belijdenis gebonden zijn, of het moest zijn die van Leuenberg. Het congrega­tionalisme van de dole­renden wordt via SOW binnen­gehaald. De interne zaken van de kerk bergt men op onder het deksel van een `paarse' anti-dis­cri­mina­tie-praktijk.

Het zwijgen van de Katwijkse kerkenraad komt voort uit de ongegronde hoop dat alles bij het oude blijft. De stellige bewering dat men zich niet laat dwingen om tegen Schrift en belijdenis te handelen is net zo voos als de eerder gehoorde bewering dat men de NHK niet kon losla­ten. Het zwijgen is de voor­standers van SOW zeer welgevallig. Uit dit zwijgen van de CK spreekt bepaald geen hoogachting voor de gemeente van Christus. De gemeente voelt zich verkocht.

In de toekomstige kerk heeft een van oor­sprong her­vormde gemeente te ver­wachten dat zij gedwongen wordt zich te verenigen met een van oorsprong gerefor­meerde kerk. Er kunnen b.v. economische redenen aangevoerd worden in plaatselijke of regionale situaties. Liturgi­sche verande­ringen zijn dan (of al eerder) te verwach­ten. Heel erg is dat er een andere ambtsleer wordt ingevoerd: de ambtsdra­ger als stem VAN de gemeente, in plaats van een stem TOT de gemeente. Nog erger is dat de avondmaalstucht krachte­loos wordt gemaakt door het combineren van twee systemen: het bisschop­pelijke en het congregationalisti­sche. Telkens zijn nieuwe maatregelen te verwachten. De bezettende macht, in dit geval de kerkelijke SOW-partij, vindt haar steun in het paarse klimaat zoals dit heerst in regering en rechtspraak. Het is binnenlands ver­raad, vergelijkbaar met dat van de partij van Oldenbarnevelt, die erop uit was om de gereformeerde religie te verminken. Het SOW-proces beoogt uitein­delijk eenwor­ding met andere kerken zoals die van Rome. Maar let op: een bezettende macht draait de duim­schroe­ven bij het geknechte volk gewoon­lijk langzamer­hand aan. Meestal niet in één keer.

Conclusie: De bewering dat alles hetzelfde blijft is even ongegrond als de bewering dat onder de duitse bezetter in Nederland geen grote verande­ringen zouden optreden. Thans hebben wij niet te lijden onder een buitenlandse bezetter, maar onder een `paarse' binnen­landse bezetter die in kerk en staat naar de macht grijpt, met terzij­destelling van de wettige staatkundige en kerkelijke toestand.

Tenslotte: Wanneer is fusie mogelijk?

De huidige Kerkorde-'51 spreekt wel van de mogelijkheid van eenwor­ding met een Kerk in Neder­land of daarbuiten, maar de voorwaarden die voor zo'n eenwording gelden staan haaks op het SOW-proces. Indien Nederland bij voorbeeld samen met België weer één konink­rijk ging vormen, zou het voor de hand liggend zijn dat de beide her­vormde kerken ook één worden. Het karakter van de NHK blijft dan be­waard, omdat er zodoende één lands­kerk ontstaat op grond van overeen­komst of verwant­schap inzake geloof, ere­dienst en kerkor­de. Maar het wordt een heel ander verhaal wanneer de NHK binnen eigen lands­grenzen een fusie wil aangaan met een vrìje kerk zoals de GKN. Want dan is het van tweeën een: of de GKN wordt weer geïnte­greerd in de landskerk, òf de NHK voegt zich 120 jaar na de Dolean­tie alsnog in het vrije-kerk-spoor. SOW betekent in werke­lijkheid dat de NHK zich massaal laat beetnemen en meenemen door degenen die de vrije kerk-idee aanhangen, want SOW betekent niet dat de gereformeer­den terugke­ren tot de onverkorte belijdenis en tot de oude lands­kerk. Het merkwaardige is dat de meeste hervormden hun handen in onschuld wassen, door zich te laten meenemen. Dit is een verraderlijke houding. Weliswaar betoogt men zo de vinger aan de pols te houden, maar men vergeet dat dit altijd het motief van alle colla­borateurs geweest is.

Van wie zal Katwijk eigenlijk mee `moeten' in het SOW-proces? Dit is een ongegronde bewering, want dit was in de Doleantie-tijd ook niet het geval. Of hadden Abraham Kuijper c.s. zeggenschap over complete gemeen­ten om die te dwìngen met de Doleantie mee te gaan en afscheid te nemen van de landskerk? Men zal beweren dat er in onze tijd juridische dwang te verwachten is wanneer men zich niet neerlegt bij het SOW-besluit. Maar als dat zo is, zou dat wel betekenen dat onze rechtspraak tijdge­bonden is. Het is immers ondenk­baar dat men zich bij SOW moet neerleggen omdat de rech­ters in deze tijd de goederen wellicht toe zullen wijzen aan de VPK­N. Dat is een vreemd argument, want dan hadden onze vaderen Kuijper moeten volgen in het geval hij destijds de bezit­tingen en rechten der kerk juridisch toegewezen had gekregen. Het argument van de CK is voos, vreemd en verwerpelijk.

Het is te vrezen dat S.O.W. thans in juridisch op­zicht de wind mee heeft, want het S.O.W.-streven sluit aan bij de geest van deze tijd. Men zal beweren dat de N.H.K. vrij­willig, met meerderheid van stemmen, overgaat naar een V.P.K.N. Men dient echter te bedenken dat de N.H.K. lands­kerk (publieke kerk) is, die zichzelf niet kàn omvormen tot vrije kerk, zonder in botsing te komen met `onzer landen staat'. In de Doleantie­tijd is gebleken dat volgens oude en bestaande wetten de hervorm­de kerk als landskerk (ongeacht het getal der lidmaten) een bijzonde­re, onaan­tast­bare plaats inneemt binnen de natie. Geen overheid kan de landskerk degrade­ren tot vrije groep, want dan zou de overheid zelf ook een vrije groep zonder abso­luut gezag zijn. Het doel van de SOW-groep is: de goederen van de landskerk op grond van een of ander beginsel van meerder­heid van stemmen en gelijke behan­deling toe te wijzen aan een vrije kerk (de VPKN); dit in het voor­deel van Kuijper en de SOW-voorstanders!

Het is ondenkbaar en in strijd met ons rechtssysteem dat een landskerk op volksgezag gedegradeerd wordt tot denomi­natie, en dat op grond daarvan over de bezittingen wordt geoordeeld. Wanneer Katwijk hier aan vast hield in het geloof, zou er verzet geboden zijn tegen de revolu­tie­geest.

Tot op heden werden conflicten binnen de afgescheiden kerken juridisch beslecht op grond van een meerderheid van stemmen, conform het vereni­gingsrecht. Maar ten aanzien van de NHK gelden tot op de dag van vandaag andere rechts­regels. Over de goederen van de NHK kan niet met meerder­heid van stemmen worden beslist, omdat de NHK een publie­ke, dominante landskerk is. De CK behoorde dit te handha­ven en te verdedi­gen, in plaats van de zaak over te geven in handen van een grote vrije kerk. De CK beweert wel dat `niemand' aan `onze bezittingen' komt, maar in werkelijk is het zo dat deze bezittingen onwettig overgenomen worden door de VPKN omdat de hervormden geen verzet bieden, uit ongegronde vrees voor verlies van geld en goed.

Als de VPKN toch de macht krijgt, blijkt daaruit dat SOW een revolu­tionair streven is. Maar dit geeft niemand een vrijbrief om zich er maar bij neer te leggen. Waar zijn nu al degenen die altijd zo hard riepen: Tegen de revolu­tie het Evange­lie!? Wisten zij toen wel wat ze zeiden, op het moment dat het hun nog geen kleer­scheuren scheen te kos­ten? Zingen zij nu nog `Neem goed en bloed ons af. Het brengt u geen gewin'. Of is bezit juist het enige aspect waarvoor een gedegenereerde christenheid oog heeft? Geboeid door geld en goed ...?

Geen opmerkingen: