woensdag 29 mei 1996

WAAR ZAL EEN `VERENIGD' ALTAAR VAN ABRAM STAAN?

In Genesis 12 staat dat Abram een altaar bouwde onder de eik Moré. Abram riep de Naam des HEEREN aan op een zeer bepaalde plaats dus, te weten in het centrum van het volksleven daar in Kanaän. Dit is zeer opmerkelijk wanneer wij het verval van de hedendaagse openbare ere­dienst met Abrams handelen vergelijken. Waarom bouwde Abram niet ergens in het vrije veld zijn altaar? De HEERE is toch de geheel Ande­re?! Ja, en toch is godsdienst geen liefhebberij van geïnteresseerde enkelin­gen, maar, hoewel het getal dergenen die zalig worden klein is, is de dienst van God een zaak die heel het volk meteen aangaat.

Het altaar vertoont de toewending Gods tot een volk in duisternis. Dat laat Abram zien. Het was helemaal geen vraag voor hem. Het is voor geen enkel heidenvolk een vraag of de (verbasterde, afgodische) eredienst àllen aangaat. In dit opzicht is het hedendaagse christendom zijn kerkbesef zo goed als kwijt. Men denke slechts aan de beoogde VPKN die een vrije vestiging zal zijn "ergens", maar NIET in het centrum van het volksleven, niet verbonden met vorstenhuis en volk. Echter de kerk belijdt de toewen­ding van God tot ons door het geloof. Maar de valse kerk legt de nadruk op ons zoeken van God en onze toewending tot God door de werken van het vlees.

Enkele eeuwen later werden onder Jozua afgodische altaren verwij­derd en kreeg het volksleven de ware eredienst in haar midden, inge­richt naar eis van Gods verbond. Laten we in gedachten letten op Abrams altaar bij de eik Moré. Stel u voor dat Abrams altaar door een deel van zijn nage­slacht verlaten werd omdat de HEERE daar in de praktijk niet naar Zijn Woord werd gediend en omdat gebondenheid aan dit Woord, zoals Schriftuurlijk beleden behoorde te worden, werd tegengestaan, met veel verwarring en boze handel als gevolg. En stel u voor dat deze mensen met een bezwaard gemoed om redenen van zuiver­heid een eind verderop een afgescheiden altaar (kèrk dus) uit nood hadden opgericht in het vrije veld. Na verloop van tijd... wil men echter 'herenigen'. Hereniging - wat is dat? Je kunt alleen maar herenigen als er een scheuring heeft plaatsge­vonden, dus als een deel van het materiaal waaruit Abrams altaar was opge­bouwd, weggebracht zou zijn naar de andere plek... Maar... dat is niet gebeurd, het altaar is wel intact gebleven doch is van velen verlaten. Zo is in de vorige eeuw ongetwij­feld veel van het beste bloed uit de kerk, de NHK, weggevloeid; veel van de trouwste leden werden verstoten. Kerkschuld! Volksschuld! Onze schuld!

Als God schuldbesef werkt, komt er ook gebed om- en verlangen naar herstel, kort gezegd. Welnu, stel u voor dat de nazaten van Abrams afgescheiden nazaten met het voorstel kwamen om hun altaren te hereni­gen met het oude altaar dat altijd nog onder de eik Moré officieel in het centrum van het volksleven stond, zij het dat er intussen wel van alles gebeurd was reeds om dat oude altaar te isoleren en on­zichtbaar te maken voor de mensen die bij de eik Moré plegen te komen. Zo is de NHK steeds meer losgemaakt uit het centrum van ons volksleven; het drievou­dige snoer en de zilveren koorde zwaar gehavend. Ook het altaar zelf omhan­gen met een kerkorde die als `grondwet' geldt, waardoor niemand à priori gebonden is aan het gezag van de oude belijdenisge­schriften. De dienaren van het altaar moeten er mee instemmen dat de helft plus één regeert zonder maatstaf. En wie daar gemoedsbe­zwaren tegen heeft, die wordt er buiten een ambt gehouden.

Echter de mensen van het afgescheiden altaar verderop willen toch herenigen, zeggen ze. Maar... HOE dan? Daar hebben ze een mooi voor­stel met elkaar en met de mensen van het oude altaar over uitgedacht. Ze zeggen, laten we nu dat oude altaar bij de eik Moré vandaan trans­por­teren naar het vrije veld en daar het materiaal samenvoegen met het materiaal waarvan dat nieuwere altaar is opgebouwd, dan wordt het samen een mooi groot altaar, en we gaan dit altaar noemen: "VERENIGD ALTAAR DER HEBREEËN", maar het stààt op een àndere plek... Als je daarop wijst, zeggen al die verenigde nazaten van Abram dat dit een veel betere plek is, je bent mooi vrij, en je kunt per slot van rekening in deze tijd niet meer zo christocratisch of theocratisch denken, en niet meer zo strak vast zitten aan een verbond, nee, je moet meer denken in de lijn van een broeder­schap, en je moet wat experimenteel met elkaar optrekken, je moet wat meer vertrouwen hebben in de gelovige mens, en dan kom je er sàmen best wel uit... Dat is het verhaal.

Als we het bekij­ken in de lijn van deze tijd en we brengen het over op het Samen-op-weg-plan, dan merken we dat het de voorstanders er om te doen is de NHK van haar plaats weg te krijgen. Weg uit het centrum van het nederlandse volksleven. Een kernvraag is: Wat blijft er dan over onder de eik Moré? Antwoord: een paars kabinet met een paar roomse bisschop­pen als morele leiders. En deze fatale ontwikkeling wordt veroor­zaakt door de afbraak van de NHK en de overheveling van het 'altaar' naar het vrije veld, waar zich allerlei groeperingen 'hun' altaren onderhou­den: de multi-religieuze samenleving van nu.

Cruciaal voor het vraagstuk is de plek waar men het reusachtige SOW-altaar gaat bouwen. Onder de "eik Moré" op de heilige plaats in het midden van het maatschappelijke leven, òf als eigen vrije altaar in het vrije veld van de 'neutrale, moderne staat'?

De voorstanders van SOW willen echter een gedeelte van dat reusach­tige toekomstige altaar iets van de oude kleur van het oorspronke­lijke altaar geven. Als je het nieuwe altaar van het zuiden bekijkt, dan lijkt het net het oude altaar, maar het is het niet. Kortom, overheveling van de NHK naar een VPKN is ruimte geven aan afgoderij in het hart van het volk, het betekent herstel van roomse en heidense dictatuur, het is strijdig met 'onzer landen staat'. We merken echter aan alles de tekenen van zelfver­nietiging, volksvernieti­ging, verwoesting van onze cultuur. Erg is de lafhartigheid dergenen die in het vrije veld zichzelf willen gaan behagen met een bedrijfsmatig 'convenant' op zogenaamd 'gerefor­meerde grond­slag', ver af van de grondslag door God gelegd! Erg is ook de oppervlakki­ge gedachte dat een paar ambtsdragers dit vreselijke geweld wel keren kunnen, nee, want daartoe zijn in de middellijke weg ongetwijfeld over­heidspersonen nodig, zoals al vaker gebleken is in de bijbelse tijden en daarna.

Neerlands kerk dreigt het slachtoffer te worden van de aspiraties van de moderne staat; gereformeerde bonders en staatkundig gerefor­meerden hebben in de loop der jaren al gemene zaak gemaakt met de binnenlandse vijand. Men heeft het gevaar ontkend en de bezwaren weggeredeneerd, maar als de Heere het niet verhoedt wordt het net gesloten. Men praat in kerk en staat wel ernstig over komende 'geloofs­vervol­ging', maar te vrezen is dat er wat anders voor de deur staat: een geest van àànpassing, verraad en zelfvernietiging. Grenzen bestaan niet meer, noch letterlijk, noch figuurlijk. Alles moet buigen voor de mens en diens rechten.

Terug naar Israël, zien wij dat er later ook wel andere altaren gebouwd zijn, bij voorbeeld het altaar van Gideon. Maar dat nieuwe altaar is later nimmer 'samengevoegd met' het oude, en zeker niet op een vreemde, wezensvreemde plek! Maar dit geldt dan ook voor de eredienst in ons vaderland. Let wel, de NHK is als kèrk nimmer in delen ge­scheurd! Dat klinkt wellicht ongelooflijk, maar zo is het in wezen, want de NHK kàn niet scheuren zolang Neder­land bestaat. De NHK scheurt pas werke­lijk als bij voorbeeld de provin­cie Friesland een zelfstandige natie zou worden. Op dat moment ontstaat direkt een friese volkskerk, maar een publieke kerk kan niet scheuren zonder dat de natie scheurt, zodat dit in het SOW-verband helemaal niet aan de orde is. Welnu, dit aspect is in onze demo­cratische dròòmwereld helemaal verkwanseld; vele slaapwandelaars strekken hun handen uit naar de kerk.

Overplaatsing van het 'altaar' is even dwaas als het wegslepen van de rijkstroon uit het paleis. Dan zou immers een gezagsva­cuüm ontstaan? In veel sterkere mate geldt dat wanneer de Godsverering weggestoten wordt uit het hart van de natie. Maar, werpen anderen mij tegen, maar dan kan ieder toch gaan naar de altaren in het vrije veld als hij zijn geloof wil belijden?! Ja, dan kunnen ook paarse politici wel een kerkdienst bijwonen op enige 'afstand'?! En dat vond het RD wel een gunstig teken (interview met dr. C.S.L. Janse). Is dat zo? Maakt het niet uit waar het 'altaar' staat, onder de 'eik Moré' of in het vrije veld? De NHK of een VPKN? Ja, dat maakt zoveel uit, dat het oude altaar bindend was en het nieuwe altaar is onver­plicht. De binding ontbreekt. God ontbreekt. Alles is nu uit, door en tot de mens. Voor de Bijbel is plaats als er ook voor boeken van de duivel plaats is.

In de vorige eeuw wilden sommige rechtzinnigen, om de vrijzinnigen tegemoet te komen, alleen het geloofsartikel van Christus' opstanding bindend laten verklaren in de kerk. Dan kon de rest van de drie formulie­ren van enigheid wel opzij. Er waren evenwel waarschuwende stemmen die aankondigden dat dit tot kerkverwoesting leidt. Toen werd dat nog geloofd, maar nu, in onze eigen tijd, wordt er maar wat gekon­keld over een convenant en geknut­seld met begrippen als de drie 'sola's' van de Reformatie, alles zonder ernst, alleen opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden.

Een veel gehoorde uitvlucht in bondskringen is dat men naar de VPKN gaat om met het volk verbonden te blijven. Gezien de plaats der kerk is het tegendeel waar: men verlaat zijn plaats in het centrum van het volk. Afbraak van de NHK is verraad van volk en vorstenhuis, bovenal is het afbraak van de altaren des HEEREN en verbreking van Zijn verbond. De kerk is de heilige plaats van ontmoeting met de HEERE. Daar woont Hij Zelf, daar wendt Hij Zijn hand tot de volken. Men kan, zoals men in bondskringen nogal eens doet, wel zijn eigen bruisende activiteiten, zoals van `het Woord bewaren en uitdragen' daar blindelings tegen­over probe­ren te stellen, maar dat zal vanwege de verbondson­trouw niet gaan, want buiten de kerk is zò geen zaligheid.

Geen opmerkingen: